
Herwonnen meststoffen als kunstmestvervanger?

Gelijkwaardig aan kunstmest?
Hoe lokaler kringlopen gesloten worden, hoe beter voor het klimaat. Herwonnen meststoffen zijn hier een goed voorbeeld van. Ze worden door innovatieve technieken geproduceerd uit het nutriëntenoverschot en afhankelijk van de techniek kunnen ze gelijkwaardig aan kunstmest zijn. Maar kunnen ze ook al als kunstmest worden toegepast?
De stikstofnorm voor dierlijke mest stelt dat er jaarlijks maximaal 170 kg N uit dierlijke mest per hectare mag worden bemest. Herwonnen meststoffen, geproduceerd uit dierlijke mest, vallen ook nog steeds onder deze stikstofnorm, zelfs na bewerking.
Hierop zijn slechts enkele uitzonderingen. Volgende herwonnen meststoffen kan je al toepassen bovenop de Nitraatrichtlijn:
- Spuiwater: de vloeistof die geproduceerd wordt na luchtwassing met een zure luchtwasser.
- Effluent: het restproduct na biologische mestverwerking.
Veranderingen op til
Nochtans hebben enkele herwonnen meststoffen eigenschappen gelijkwaardig aan kunstmest. Ze produceren eenzelfde gewasopbrengst, bevatten nog weinig organische stof en zien er niet meer uit als dierlijke mest. Het gebruik van deze meststoffen bovenop de dierlijke stikstofnorm zou dus kunnen bijdragen aan het sluiten van kringlopen, een lokaler gebruik van het nutriëntenoverschot en besparing op het vlak van aankoop van kunstmest.
Ook de Europese Commissie ziet het nut hiervan in. In 2018 startte de studie SafeManure. Het doel van deze studie is om criteria vast te leggen waaraan herwonnen stikstofmeststoffen, geheel of gedeeltelijk afkomstig uit dierlijke mest, moeten voldoen om ze als kunststofmest te kunnen toepassen. In september 2020 bracht men het rapport uit. Momenteel gebruikt de Europese Commissie dit rapport om Europese wetgeving op te stellen, die daarna nog vertaald moet worden naar nationale wetgeving.
Criteria uit het rapport
Herwonnen stikstofmeststoffen die bovenop de stikstofnorm mogen worden toegepast, zullen de term “renure” krijgen, naar gerecupereerde stikstof (N) uit mest (REcovered Nitrogen from manURE). Om als renure te kunnen classificeren, zullen de meststoffen aan bepaalde criteria moeten voldoen:
- De verhouding van minerale N op het totale N-gehalte is groter of gelijk aan 90 % of de verhouding van totale organische koolstof op het totale N-gehalte is kleiner of gelijk aan 3, met een correctie voor N afkomstig van geconcentreerde N-materialen niet afkomstig van mest.
- Volgende grenswaarden mogen niet worden overschreden:
- Cu: 300 mg kg-1 droge stof
- Zn: 800 mg kg-1 droge stof
- Het tijdstip en de dosering worden afgestemd op de NPK-behoeften van de planten.
- NH3-emissies tijdens het op- of aanbrengen op het veld moeten vermeden worden en tot een minimum beperkt zijn (door injectie, onmiddellijke incorporatie van aan de oppervlakte gebracht materiaal of gelijkwaardige maatregelen).
- Emissies in de lucht ten gevolge van opslag dienen voorkomen en tot een minimum beperkt te worden door passende opslagvoorwaarden.
Concreet betekent dit dat 100 % van de ammoniumzouten uit luchtwassers en/of stripping-scrubbing (ammoniumnitraat, ammoniumsulfaat, …) in aanmerking zouden komen. Ook 88 % van de mineralenconcentraten komen dan in aanmerking, net als 80 % van de dunne fractie van digestaat, na anaerobe vergisting en centrifugatie en/of efficiënte verwijdering van vaste stoffen.