NITROMAN

spaakwielbemester

Project info

Project info

Project type

Interreg Vlaanderen - Nederland (SUT)

Startdatum

01/12/2019

Einddatum

30/12/2022

Sociale media

NITROMAN zet in op de verwerking van de vloeibare fractie van vergiste of onvergiste varkens- en rundermest via nutriëntenrecuperatie. Deze fractie ontstaat na de scheiding van ruwe mest of digestaat en vormt ongeveer 85% van de ingaande stroom. Dunne fractie bevat voornamelijk stikstof, kalium en water. De reden van deze specifieke afbakening in dit project is dat deze fractie best zo lokaal mogelijk verwerkt wordt, zodat het transport van dit waterige volume beperkt wordt tot een absoluut minimum. Dit zorgt, naast meer autonomie voor de veehouder, voor een reductie van transport en een verhoogde efficiëntie van het gebruik van nutriënten, waarbij de producten optreden als kunstmestvervangers.

In Vlaanderen werd in 2017 meer dan 2 miljoen ton dunne fractie van dierlijke mest (varken, rund en digestaat) verwerkt (cijfers enquête VCM). In Nederland liggen deze cijfers in dezelfde grootte orde. Dit betekent dat er een groot potentieel is voor nutriëntenrecuperatie uit deze fractie in beide regio’s. NITROMAN gaat constructeurs van innovatieve technologieën voor nutriëntenrecuperatie uit mest actief ondersteunen om hun techniek verder te ontwikkelen door hun techniek op verschillende voorbeeldbedrijven, te implementeren, op te volgen en vooral te demonstreren. De technologie kan verder aangepast worden aan specifieke situaties en factoren zoals mesttype.

Ook knelpunten op vlak van rendabiliteit, de vermarkting van eindproducten, de wetgeving en draagkracht worden grensoverschrijdend aangepakt. De eindproducten worden geanalyseerd op hun eigenschappen en gedemonstreerd tijdens veldproeven. Verder worden de milieu-impact van de verschillende innovatieve technieken nagegaan. Hierdoor wordt de draagkracht en vertrouwen voor deze nieuwe technologieën en producten niet alleen vergroot bij de gebruikers, namelijk de veetelers, akkerbouwers en groentetelers, maar ook bij de Vlaams-Nederlandse en Europese beleidsmakers.

Het project zal de nodige informatie leveren aan Vlaamse en Zuid-Nederlandse veetelers om de juiste en meest duurzame investeringskeuze te maken voor verwerking van hun mestoverschot en zal Vlaamse en Zuid-Nederlandse constructeurs van innovatieve technieken de mogelijkheid bieden om de technieken te ontwikkelen en op de markt te brengen in de Interreg-regio.Het is de bedoeling de nutriëntenkringloop zo lokaal mogelijk te sluiten, rekening houdend met de economische en praktische haalbaarheid.

Uit voorgaande projecten uitgevoerd door VCM vzw, bvb. WINGS (gefinancierd door het Danone Ecosysteme Fund) blijkt dat nutriëntenrecuperatie uit bedrijfseigen mest niet altijd economisch haalbaar blijkt, en dat de opvolging van dergelijke installaties niet onderschat mag worden. Binnen NITROMAN zal de gewenste schaalgrootte van dergelijke installaties in Vlaanderen en Nederland verder onderzocht worden. Toepassing van de geproduceerde producten op eigen velden door veetelers bij de teelt van voedergewassen geniet de voorkeur, maar ook afzet van de producten naar de akkerbouw, groenteteelt en industrie zal daarom verder onderzocht worden.​​

​De verwachte resultaten zullen na het uitwerken ervan en ten laatste tegen het einde van het project (november 2022) via de nieuwsbrieven en kanalen van de partners worden bekendgemaakt. De verspreide resultaten via de nieuwsbriefartikels van Inagro blijven permanent op onze website beschikbaar. Alle resultaten bekomen via het gesteunde project zullen gratis beschikbaar zijn voor alle ondernemingen. Wij verwachten binnen het project volgende resultaten:

  • Constructeurs (zowel partners als deelnemers klankbordgroep) kunnen doorontwikkelde techniek aan de man brengen in VL/NL Detricon (VL) en Strocon (NL) leren uit de (technische) knelpunten die aangepakt werden Detricon/Inagro kan gebruik maken van de gebouwde testinstallatie in verder onderzoek.
  • Constructeurs leren over de voor akkerbouwers/groentetelers gewenste samenstelling van hun product.
  • Veetelers weten welke techniek te gebruiken, wat de implicaties zijn en wat de economische randvoorwaarden zijn.
  • Veetelers begrijpen de procedure om hun producten na nutriëntenrecuperatie te laten erkennen door de overheid.
  • Veetelers leren over de verschillende afzetpistes van de producten.
  • Akkerbouwers en groentetelers leren hoe de producten moeten toegepast worden en kunnen de gewenste samenstelling aangeven tijdens de klankbordgroep.
  • VCM, NCM en DLV Advies kunnen veetelers objectieve informatie geven over de toegepaste technieken.
  • Veetelers zijn overtuigd van de kwaliteit van de producten en gaan deze toepassen bij de teelt van voedergewassen.
  • Akkerbouwers en groentetelers zijn overtuigd van de kwaliteit van de producten en gaan deze toepassen.
  • Beleid is gesensibiliseerd over de meerwaarde van de producten en technieken, en is op de hoogte van de knelpunten (herkenning producten als kunstmest,...).
  • Herkenning van de producten als kunstmest komt in stroomversnelling.
  • Beleid kan informatie uit milieu-impactanalyse meenemen in de BBT studies van 2019 en later Platform bij Inagro zorgt ook na het project nog voor mogelijkheid testinstallaties te bouwen.
  • Transitie naar een circulaire economie binnen de mestverwerking wordt op gang getrokken, nodige actiepunten komen duidelijker naar voren door NITROMAN.
Toepassing via veldspuit

Technieken

Binnen het project werden twee technieken onderzocht: ammoniakstripping, ook wel stripping-scrubbing genoemd, en membraanfiltratie.

Hoewel het concept van deze technieken grotendeels op punt stonden, konden sommige delen van het proces nog wat verder onderzoek gebruiken. Zo werd bv. de procesefficiëntie verder bekeken, invloed van de pH en temperatuur op de ammoniakstripping, verbeterde reiniging bij membraanfiltratie, … Zo droeg het project bij tot een verbetering van de technieken voor verdere uitrol in de markt. Het geleverde onderzoek en de gevonden resultaten kunnen per techniek teruggevonden worden in volgende rapporten.

Producten

Ammoniakstripping produceert, afhankelijk van het gebruikte tegenzuur, ammoniumnitraat of ammoniumsulfaat als stikstofmeststof. Bij membraanfiltratie krijg je naast schoon water ook een mineralenconcentraat als kaliummeststof. Maar wat is precies de nutriënteninhoud en hoe doen ze het in de akkerbouw en groententeelt? We vatten de belangrijkste info kort samen in enkele productfiches.

Daarnaast werden de resultaten van alle veldproeven (bij vier praktijkcentra gedurende drie jaar in verschillende teelten) gebundeld in een veldproefrapport.

Uiteraard is gebruik van deze kunstmestalternatieven pas wenselijk als ze geen groter risico met zich meebrengen naar het milieu toe in vergelijking met gebruik van kunstmest. Daarom werd in een milieu-impactrapport gekeken naar de nitraatuitspoeling, de eventuele aanwezigheid van zware metalen en werd er rekening gehouden met de koolstofvoetafdruk (gekoppelde emissies, verbruik van fossiele brandstoffen, transport,…). Daarbij werden de onderzochte technieken vergeleken met de conventionele mestverwerkingstechnieken (nitrificatie-denitrificatie).

Rendabiliteit en wetgeving

De implementatie van deze technieken hangt zeer sterk af van de rendabiliteit en wetgeving. Daarom werd binnen het project bekeken wat de economische impact kan zijn van dergelijke installatie op het bedrijf. In een zeer uitgebreide rekentool wordt met zoveel mogelijk rekening gehouden, zoals de mestproductie en plaatsingsruimte, de gewenste productenstroom en de impact op de nutriëntenbalans van het bedrijf. Vanwege deze vele factoren werd er ook ingezet op een vereenvoudigde rekentool om een eerste kennismaking met de technieken en producten te kunnen weergeven, alvorens meteen over te gaan op een uitgebreidere berekening.

Op vandaag worden de meststoffen nog als dierlijke mest beschouwd en moeten ze dus binnen de Nitraatrichtlijn worden toegepast aan de juiste voorwaarden en normen. Echter kunnen ze toch al een opportuniteit zijn, aangezien de werkingsefficiëntie in werkelijkheid eerder 100% is, terwijl ze binnen de bemestingsnorm als 60% mee zullen tellen. Voor gewassen en teelten waar anders de dierlijke bemestingsnorm niet volledig wordt ingevuld, kan er reeds overwogen worden deze alternatieve meststoffen te gaan gebruiken.

Partners

Financiers

Provincie West-Vlaanderen

EFRO - Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Europese Unie

Wekelijks onafhankelijk nieuws en persoonlijke uitnodigingen in je mailbox. Op jouw maat.