Rendabiliteit van en steunmaatregelen voor nutriëntenrecuperatie
Een nabewerkingstechniek vraagt vaak een extra investering. Vooraleer hierop in te zetten, weeg je dus best alle kosten en baten af. We geven op deze pagina alvast mee waar je best rekening mee houdt en welke steunmaatregelen er mogelijk zijn.
Rendabiliteit
Of een installatie rendabel is, zal per bedrijf anders zijn. Volgende aspecten zijn hier alvast belangrijk bij:
- Het mesttype bepaalt zowel de hoeveelheid totale stikstof die aanwezig is in de te behandelen meststroom als de verhouding minerale stikstof ten opzichte van organische stikstof.
- Bij ammoniakstripping is een hoge stikstofconcentratie in minerale vorm in de meststroom voordeliger, omdat er in dit geval voor eenzelfde verwerkingscapaciteit een hogere hoeveelheid stikstof kan worden herwonnen dan bij lage stikstofconcentraties. Dit leidt tot hogere economische inkomsten.
- Schaalgrootte: de totale te verwerken hoeveelheid mest heeft een grote invloed, omdat de investeringskosten gevoelig zijn voor schaalvoordelen. Hierdoor zullen grotere installaties mest kunnen verwerken tegen een gereduceerde kostprijs in vergelijking met kleinere installaties.
- Het aanwezige bewerkingstraject: de aanwezigheid van een vergister en/of biologie beïnvloedt het economisch resultaat van de implementatie van een nabewerkingstechniek.
- Vergisting wijzigt de verhouding minerale/organische stikstof en stelt goedkopere energie ter beschikking.
- Het herwinnen van stikstof door een ammoniakstripper voor het nitrificatie-denitrificatieproces kan het kostenplaatje van de biologie sterk verminderen, doordat de stikstoflading op het biologiesysteem wordt verminderd, wat de beluchtingsvraag en externe koolstofbehoefte vermindert en de verwerkingscapaciteit verhoogt.
- De mestdruk: wanneer ervan wordt uitgegaan dat de herwonnen stikstof onder de RENURE-criteria valt, kan stikstofherwinning de dierlijke stikstofdruk verminderen. In regio's met een negatieve prijs verbonden aan dierlijke mest kan de implementatie van een nabewerkingstechniek de kosten verbonden aan mestafzet dus sterk verminderen.
- De stikstofprijs: de marktwaarde van de ammoniumzouten zelf is sterk afhankelijk van de actuele kunstmestprijzen, alsook van het meststatuut. De ammoniumzouten of het mineralenconcentraat zullen immers meer waard zijn wanneer de RENURE-wetgeving van kracht is en ze als kunstmestvervanger kunnen worden toegepast in tegenstelling tot wanneer ze nog als dierlijke mest worden aanzien.
- Het belastingsstelsel heeft ook een kleinere invloed. Bij volledige boekhouding en btw aangiften krijg je immers nog een eenmalige verhoogde investeringsaftrek. Een volledig forfaitsysteem is het minst voordelig vanwege de 21% BTW.
- En uiteraard spelen overige subsidies en steunmaatregelen ook nog een grote rol. Deze kunnen de investeringskosten aanzienlijk drukken.
Steunmaatregelen
Voor deze nabewerkingstechnieken kan je proberen beroep te doen op de VLIF-steun voor innovatieve investeringen.
Deze steun is gericht op innovaties die voor de eerste keer in een bepaalde deelsector in Vlaanderen voorkomen en betreffen investeringen met een voldoende potentieel om de economische, ecologische en sociale kracht van de landbouwsector te versterken. Geselecteerd worden voor deze steun is niet simpel, maar niet onmogelijk.