Trossen tomaten in een serre

Jonge generatie tomatentelers zet Roeselaarse glastuinbouwzone op de kaart

“We zitten vooraan het peloton qua duurzaamheid”

Dicht bij de REO veiling werd een braakliggend gebied van 20 hectare aangeduid als glastuinbouwzone. Doel was het clusteren van glastuinders en een synergie te verwezenlijken om tot verduurzaming te komen. Zo is de locatie aangesloten op het warmtenet van afvalverwerker Mirom, waardoor de kassen restwarmte van de verbrandingsoven ontvangen. Met Zeger en Sien Coghe van Tomco en Tuur Galle van Gabel is het de jonge generatie tomatentelers die er hun state-of-the-art bedrijven uitbouwen.

Portret jonge generatie glastuinbouwers

Luc Coghe en echtgenote Greet Biesbrouck stampten Tomco uit de grond in Ardooie. Al snel begonnen ze nog een twee tomatenbedrijf in Pecq. Franky Galle en Els Vanackere van Gabel begon dan weer in Ingelmunster met twee vestigingen en een derde vestiging in Bavikhove. Het waren deze twee bedrijven die intekenden op het project van de glastuinbouwzone in Roeselare om de nieuwe generatie van hun bedrijven de kans te geven er te ondernemen. “Een goeie twee jaar terug hebben we besloten om ook hier een vestiging te bouwen, ook omdat ik en mijn zus beslist hadden om mee in te stappen in het bedrijf”, vertelt Zeger Coghe, de zoon van Luc en Greet en broer van Sien.  “Vooral de samenwerking met Mirom en het verminderde transport gaven de doorslag voor onze keuze. Dat zijn toch twee grote pluspunten. Ook de oppervlakte die we hier konden neerzetten was interessant.”

Glastuinbouwzone

De glastuinbouwzone stond meer dan tien jaar in de steigers. “In het begin kon Mirom maar maximum warmte geven van 35 graden. Dat was eigenlijk te weinig om aan glastuinbouw te kunnen doen”, vertelt Tuur Galle, de zoon van Franky en Els. “Ze hebben dan toch kunnen overschakelen op echt goeie warmte en dat was toch een groot pluspunt. Het is een schoon perceel dat klimaatgebonden goed is. Ik denk dat we wel een stapje voor zijn op andere telers.” 

“We zijn ons bewust van wat er speelt in de maatschappij op het vlak van milieu en duurzaamheid.”

 

"We zijn ons bewust van wat er speelt in de maatschappij op het vlak van milieu en duurzaamheid en we proberen daar toch ons steentje toe bij te dragen”, vult Zeger aan. “We proberen efficiënter met alles om te gaan en duurzamer te worden. De grootte van de oppervlakte speelt daarin ook een rol. Het is beter om één grote serre te zetten waar alles gecentraliseerd wordt dan verschillende kleinere vestigingen her en der te hebben. Je werkt efficiënter en je bespaart warmte.”

Tuur Galle

Warmte van Mirom

Die warmte komt van de verbrandingsoven van Mirom iets verderop. Een leiding transporteert het warme water rechtstreeks naar de twee bedrijven. “We hebben twee grote buffertanks, boilers eigenlijk, waar Mirom warm water opsteekt onze buffertank. Wij kunnen dat dan gebruiken in onze serre als verwarming. Via de computer kun je dag per dag bepalen hoeveel warmte je wil krijgen”, legt Zeger uit.

“De warmte wordt verdeeld in de serre met een buizencircuit waar warm water doorloopt en waar wij over rijden met oogstkarren en schaarliftjes om in de hoogte te werken”, vervolgt Tuur. “We gebruiken dat dus ook als transportcircuit. Een deel van onze warmte kunnen we halen uit het warmtenetwerk van Mirom. De rest halen wij uit onze warmtekrachtcentrale.” Warmte is essentieel voor het telen van tomaten. “In het begin, hanteren we wat hogere temperaturen om de jonge planten in balans te krijgen. Verder in het jaar realiseren wij gemiddelde etmalen tussen de 18 à 20°.
 

Magazijn REO Veiling

Naast de warmte van Mirom is ook de nabijheid van de REO veiling een groot voordeel. De veiling bouwt momenteel zelfs een nieuw magazijn tussen de twee tomatenserres in.  “Dankzij dit nieuwe magazijn kunnen de tomaten rechtstreeks van de serre in de frigo. Dan komt de keurder ook naar hier en hoeven de tomaten niet meer naar de veiling. Ze worden daar wel nog verkocht, maar de persoon die ze gekocht heeft komt ze gewoon hier halen”, vertelt Zeger.

“Daarmee besparen we niet alleen transportkosten en CO2-uitstoot, maar blijft de kwaliteit van de tomaten ook beter”, zegt Tuur. “Hoe meer je de tomaten vervoert, hoe meer ze afzien. Van de serre in een koude vrachtwagen naar een warme loods, van waaruit ze dan weer getransporteerd worden… Dat is niet goed voor de kwaliteit van de tomaten. Het magazijn biedt ook voordelen op het vlak van hygiëne en voorkomen van ziektes. De loods is volledig afgeschermd van factoren van buitenaf, met apart materiaal, apart transpaletten…”

Hygiëne

Het belang van hygiëne in de tomatenteelt valt niet te onderschatten. De planten zijn heel gevoelig aan ziektes en plagen. “De klimaatverandering zorgt ervoor dat ziektes en plagen uit het zuiden hun weg naar ons vinden. Waardoor strikte hygiëne maatregelen vereist zijn”, zegt Zeger. “Dat we al jaren zo strikt zijn rond hygiëne is een voordeel geweest voor ons tijdens de coronaperiode. Wij hebben bijna geen besmettingen gehad onder ons personeel. Wellicht omdat iedereen vaak de handen en voeten ontsmet. Op den duur wordt het een gewoonte.”

 

“De klimaatverandering zorgt ervoor dat ziektes en plagen uit het zuiden hun weg naar ons vinden."

Themabeeld hygiene in de serre

Geen concurrenten maar collega's

Tuur en Zeger zien elkaar niet als concurrenten, maar wel als collega’s. “We hebben allemaal dezelfde prijs”, zegt Tuur. “Ik denk ook dat doordat we samen in de glastuinzone zitten, we verder kunnen geraken door samen te werken en zo naar buiten te komen.” “Zo proberen we onze teelten een beetje af te stemmen op elkaar”, vervolgt Zeger. “Want op een gegeven moment moet je biologische bestrijding inzetten. Als je dat op hetzelfde moment kan doen, dan is dat gemakkelijker om ziektes te bestrijden.” “Als er iemand een ziekte heeft, dan zal die altijd meteen daarover communiceren met de andere zodat die eventueel preventieve maatregelen kan nemen. In die zin kun je stellen dat we op dat vlak een bubbel vormen”, zegt Tuur.

Sien en Zeger Coghe en Tuur Galle

“Ik ging kok worden”

Voor de jonge twintigers was het niet evident om plots aan het hoofd te staan van een tuinbouwbedrijf met 60 medewerkers op de drukste momenten, maar ze hebben er nog geen seconde spijt van gehad. “We werden er al in gesmeten als kind”, vertelt Tuur. “Ik ben eigenlijk gestart in de koksschool. Ik ging kok worden, maar naarmate ik meer en meer meeliep in het bedrijf besefte ik dat ik liever dit deed. Je ziet de planten groeien, je ziet welke producten je kan afleveren… Het is heel variërend.”

“Dat vind ik ook”, zegt Zeger. “Er zijn heel veel uitdagingen. Die warmtekrachtcentrales die erbij gekomen zijn, de energiemarkt die je in de gaten moet houden… Vroeger was het gewoon je product afleveren aan de veiling, maar nu zie je steeds meer dat mensen zelf hun product proberen te verkopen. Er wordt meer ingezet naar de afzet toe. 

Schoon boeren

“Schoon boeren is voor ons tussen de tomatenplanten werken”, vertelt Zeger. “De planten zien groeien en bloeien, lekkere, gezonde tomaten oogsten en liefst aan een goede prijs. Wij zijn er ons ook van bewust dat schoon boeren, duurzaam boeren wordt. Duurzaam boeren is voor ons in de eerste plaats leren efficiënter omgaan met onze productiemiddelen. Zo hebben we nu al enkele jaren onze bioloog Jesse in dienst, die ervoor zorgt, samen met de arbeiders, dat ziekten en plagen op onze bedrijven tijdig ontdekt worden. Hierdoor kunnen we onze planten gezond houden via biologische bestrijding in plaats van een chemische correctie uit te voeren. Waardoor we de impact op onze omgeving zo laag mogelijk houden.”

Sien en Zeger Coghe

Het efficiënter omgaan met onze productiemiddelen komt ook tot uiting in het watergebruik. “Wij maken namelijk gebruik van een gesloten watersysteem die ervoor zorgt dat er geen water en meststoffen verloren gaan. Wekelijks worden er stalen genomen om na te gaan dat we niet te veel maar ook niet te weinig meststoffen toe dienen. Door het hanteren van precisielandbouw slagen we erin nooit te veel water te geven. Verder proberen wij ook efficiënter om te gaan met energie. Door het installeren van energieschermen gaat er minder warmte verloren (-40%). Daarnaast maken wij gebruik van ledverlichting die 30 à 40% minder energie verbruikt ten opzichte van de traditionele systemen.”

Ook op het vlak van afvalbeheer zetten de bedrijven grote stappen vooruit. “We doen extra inspanningen om ervoor te zorgen dat we zo weinig mogelijk moeten storten of verbranden”, gaat Zeger verder. “Onze steenwolmatten waar onze planten op groeien worden op het einde van de teelt gerecycleerd en hergebruikt in de bouwsector.  Verder hebben we dit jaar ook een proef lopen om de resten van ons gewas op het einde van het seizoen te verwerken als biomassa. Dit doen we door biodegradeerbare materialen te gebruiken in onze teelt.”

Ook andere uitdagingen in de sector

“Naast het duurzaam boeren zien wij ook nog andere uitdagingen in onze sector. Namelijk CO2-neutraal tomaten telen. We hebben al enkele stappen gezet om deze doelstelling te behalen. We gebruiken restwarmte van de verbrandingsoven Mirom en het nieuwe magazijn tussen de twee bedrijven zorgt voor minder transport waardoor we minder CO2 uitstoten. Verder kan er ook gekeken worden om CO2 op te vangen uit de schoorsteen van Mirom en die te gebruiken in de serre. Ook zal er een alternatieve brandstof moeten komen om CO2 neutraal te kunnen telen. Wij hopen dat waterstofgas een volwaardig alternatief kan worden voor aardgas.

 

Tekst: Roularta - Beeld: Roularta

  • Terug naar overzicht

    << Hoofdstuk Dossier: Agrotopia

  • Volgende pagina

    Glastuinbouw in cijfers >>