Herwonnen meststoffen als volwaardige kunstmestvervangers in groenten
In het Proefstation voor de Groenteteelt te Sint-Katelijne Waver (PSKW) werden in 2021, voor het tweede jaar op rij, veldproeven aangelegd in het kader van het Interreg-project Nitroman. Er werd gekozen voor een vroege bloemkoolteelt en een late preiteelt. Binnen Nitroman testen we herwonnen meststoffen afkomstig van nutriëntenrecuperatie. In deze proeven werd ammoniumnitraat na stripping-scrubbing van de dunne fractie van digestaat van de vergisting van varkensmest en ammoniumsulfaat uit een chemische luchtwasser vergeleken met enkele vaste referenties. Hoe gelijkwaardig zijn deze herwonnen meststoffen aan kunstmest?
Samengevat
Zowel in de vroege bloemkoolteelt (februari – mei) als late winterprei werden dezelfde meststoffen vergeleken. De verschillende proefplotjes werden bemest met:
- ammoniumnitraat (AN) na stripping-scrubbing (rijbemesting),
- ammoniumsulfaat (AS) na chemische luchtwasser (rijbemesting),
- KAS (breedwerpig),
- Entec 26 (breedwerpig),
- UreaN (rijbemesting)
- en onbemeste plotjes.
- Aan de vloeibare ammoniumhoudende meststoffen werd een nitrificatieremmer toegevoegd.
Voor de bladmassa en bladkleur worden de beste resultaten gevonden via rijbemesting (AS, AN, urean), alsook met de Entec 26 doordat een nitrificatieremmer werd toegevoegd aan de korrel. Voor de bloemkwaliteit (= witte kleur, genoeg bladmassa) scoren AS, AN en Entec 26 het best. De onbemeste plotjes en bemesting met KAS zorgen voor de laagste bloemkoolgewichten. De laagste nitraatresidu’s worden gemeten na bemesting met AS, UreaN en Entec 26. KAS resulteert in de hoogste waarden.
Conclusies
Herwonnen meststoffen zijn dus volwaardige kunstmestvervangers die gemakkelijk doseerbaar zijn. Er is een betere plaatsing van de meststof mogelijk en er kunnen lagere dosissen gegeven worden, waardoor ze geschikt zijn voor tussentijdse bemestingen. Rijbemesting en het toevoegen van nitrificatieremmers zorgt voor een efficiëntere opname en lagere resthoeveelheden stikstof.