Doorbomen: wat vinden nachtvlinders van agroforestry?
Via de reeks 'Doorbomen' volg je de ontwikkelingen en resultaten van Inagro's eigen agroforestryperceel vanop de eerste rij. Afgelopen zomer stond in het teken van de opvolging van de preiteelt en monitoring van de biodiversiteit op het perceel. In deze editie lees je meer over de eerste ervaringen en resultaten van de nachtvlinder monitoring en geven we zoals gewoonlijk een update van andere activiteiten op het perceel.
Agroforestry en nuttige biodiversiteit
Er worden vele voordelen op vlak van biodiversiteit toegewezen aan agroforestry. Terecht of niet? Met ons eigen agroforestryperceel helpen we claims als deze kracht bij te zetten met ervaringen, waarnemingen en cijfers uit de praktijk. Permanente houtige elementen zoals bomen en struiken bieden een leefomgeving voor vogels, zoogdieren, insecten, regenwormen,... Door onder de bomen een meerjarig graskruidenmengsel in te zaaien proberen we dit positieve effect op de biodiversiteit nog te versterken. Vanuit landbouwkundige hoek zijn we in het bijzonder geïnteresseerd in de zogenaamde 'nuttige biodiversiteit' zoals bestuivers en natuurlijke plaagbestrijders. In die categorie vallen ook de nachtvlinders.
Nachtelijke bestuivers
Nachtvlinders zijn een grote en soortenrijke groep binnen de insecten en een belangrijke schakel in een gezond (landbouw)ecosysteem. Ze zijn het bulkvoedsel voor heel wat vogels en vleermuizen, maar in hun zoektocht naar nectar spelen nachtvlinders ook een belangrijke rol als nachtelijke bestuivers. In een landbouwlandschap met houtkanten, bomenrijen en bloemenstroken verwachten we hogere aantallen en meer soorten van deze nachtvlinders terug te vinden.
We loodsen je hieronder graag even doorheen de eerste zomer waarin we deze nachtvlinders hebben gemonitord. Vanaf dit jaar plannen we deze monitoring jaarlijks te herhalen.
Monitoring met LED-emmers
Met behulp van LED-emmers monitorden we nachtvlinders in de boomstrook en de teelt van het agroforestryperceel. Ook ons demoperceel agronatuur waar hagen, bloemenstroken en andere biodiversiteitsmaatregelen een plaats hebben, namen we op in deze meerjarige monitoring. Op 8 verschillende tijdstippen van eind mei tot september plaatsten we 5 LED-emmers gedurende 1 nacht in het veld, verdeeld over deze locaties:
- Teelt agroforestryperceel ('Teelt AF' ; prei)
- Boomstrook agroforestryperceel ('Boomstrook AF' ; graskruiden)
- Teelt demoperceel agronatuur ('Teelt NBA' ; prei)
- Graskruidenstrook langs heg demoperceel agronatuur ('Graskruidenstrook NBA')
- Referentie in nabije teelt ('Teelt referentie' ; aardappel + graan-erwt)
De LED-emmers trekken 's nachts nachtvlinders aan met UV-licht waarna deze komen vast te zitten in de emmer. En niet enkel nachtvlinders komen op deze emmers af, maar ook vroege vogels! In de daaropvolgende ochtenden was onze collega Ruben namelijk telkens al vroeg uit de veren om de soorten en aantallen in elke val ter plaatse te identificeren en te tellen.
Nog even meegeven dat nachtvlindermonitoring doorgaans al vroeger in het voorjaar start, maar door een uitgestelde levering van de LED-emmers gingen we dit jaar uitzonderlijk iets later van start.
Eén vangstlocatie springt eruit
De meeste individuen en soorten troffen we aan in de - al wat oudere - meerjarige graskruidenstrook die langsheen een gemengde heg ligt op het demoperceel agronatuur (NBA). Vanuit ecologisch oogpunt wordt er steeds aangeraden om beide elementen te combineren in het landschap. Onze eerste waarnemingen lijken alvast te bevestigen dat de heg-graskruidenstrook-combinatie ook voor nachtvlinders interessant is. Op deze vangstlocatie vonden we zelfs 2 soorten terug die op de Vlaamse Rode-Lijst de status “bedreigd” hebben (het Grasbeertje, en de Kleine rietvink). Eén van die 2 soorten troffen we ook aan in de aanpalende teelt (Teelt NBA).
Op de andere plaatsen dan de graskruidenstrook van het demoperceel agronatuur zijn de onderlinge verschillen minder uitgesproken. De aantallen in de referentieteelt lijken iets hoger te liggen dan bij de twee andere vangstlocaties in de teelten of de boomstrook op het agroforestryperceel. Mogelijke verklaringen:
- De referentieteelt was een bloeiende teelt (graan + vlinderbloemige en aardappelen)
- De prei op het agroforestryperceel en het demoperceel agronatuur werd pas midden juni geplant
- De prei op het agroforestryperceel kreeg meerdere behandelingen met weinig tot niet-selectieve insecticiden tijdens de looptijd van de monitoring
- De graskruiden in de boomstrook op het agroforestryperceel waren tegen het eind van de zomer goed ontwikkeld, maar kwamen maar moeilijk op gang in het voorjaar.
Hoopvol voor de jaren die komen
Voorlopig zien we nog geen impact van agroforestry met graskruiden in de boomstrook op nachtvlinders. Dit was te verwachten aangezien het hier een pas aangelegd agroforestryperceel betreft. De graskruidenstroken zijn zich nog aan het ontwikkelen en ook de bomen zijn nog jong en klein. Maar tellingen op het demoperceel agronatuur van Inagro lijken wel aan te tonen dat de combinatie van houtige elementen en graskruidenstroken op de langere termijn heel waardevol is voor nachtvlinders. In de komende jaren blijven we onze percelen dan ook verder opvolgen. Gaat ons agroforestryperceel dezelfde weg op als het demoperceel agronatuur? De tijd zal het uitwijzen, maar deze eerste staalnames zijn alvast hoopvol.
Herbekijk de reportage op plattelandsTV
Afgelopen zomer kwam ons agroforestryperceel ook aan bod in Tournée Provinciale op PlattelandsTV. Inagro onderzoeker Willem Van Colen verduidelijkt de bredere onderzoeksdoelstellingen en aanpak op het perceel. Ook landbouwer Johan Delbeke vertelt waarom agroforestry alleen maar winnaars kent. Gemist? Hieronder kun je de reportage herbekijken.