Doorbomen: bomen en prei concurreren vooral voor ruimte
Via de reeks 'Doorbomen' volg je de ontwikkelingen en resultaten van Inagro's eigen agroforestryperceel vanop de eerste rij. In deze editie lees je meer over de opbrengst van de prei op ons perceel, de strijd tegen overtollig water en de werkzaamheden en andere activiteiten op terrein sinds de vorige update.
Geen effect van jonge bomen op productie en kwaliteit prei
Dit jaar teelde een landbouwer uit de regio prei tussen de bomenrijen op ons agroforestryperceel. Wat de impact van de bomen was op de opbrengst van de prei was meteen één van de vele vragen die we wilden beantwoorden.
Begin oktober namen we handmatig stalen op verschillende afstanden van de bomenrijen, en dit telkens in viervoud. We verwijderden de buitenste bladeren van de prei, schudden de wortelpruik uit en wogen de prei. Gemiddeld noteerden we een opbrengst van 60,89 ton (ongeschoonde) prei per ha. Een goede opbrengst en vergelijkbaar met andere gangbare percelen uit de regio. We zagen geen verschil in opbrengst in de nabijheid van de bomenrijen (zie figuur onder). Niet abnormaal, gezien de beperkte omvang van onze jonge notenbomen. Op basis van visuele waarnemingen stelden we ook een goede kwaliteit van de prei vast over het volledige perceel.
Verlies aan teeltoppervlak is op dit moment bepalend
De inrichting van ons agroforestryperceel met bomenrijen en hagen, maar ook de nood aan extra inzetstroken voor de oogst van de prei (zie figuur links), zorgde ervoor dat slechts 84% (1,176 ha) van het volledige perceel (1,4 ha) effectief kon beteeld worden met prei.
Uitgaande van een uniforme opbrengst van 60,89 ton/ha over het hele perceel, komt dit op perceelsniveau overeen met een productie van 71,60 ton en een productieverlies van 13,64 ton prei te wijten aan de inrichting van het perceel. Op basis van een gemiddelde versmarktprijs van 0,7 euro/kg en een teeltgebonden kostprijs van 0,5 euro/kg (plantgoed, arbeid, gewasbescherming, oogst,...), betekent dit een financiële minopbrengst van 2.728 euro op dit perceel. Aangezien onze notenbomen nog niet productief zijn, wordt dit nog niet gecompenseerd door inkomsten van de noten.
Cijfers zijn mogelijks een lichte overschatting omdat we hier rekenen met opbrengstcijfers van ongeschoonde prei.
Dronebeelden tonen vrij homogene gewasstand
In het najaar lieten we drones los boven het perceel om de NDVI (Normalized Difference Index) te bepalen. Dat is een grafische weergave van de vitaliteit van je gewas. Simpel gezegd: hoe groener de kaart, hoe meer biomassa en hoe gezonder je gewas of vegetatie. Op de NDVI-kaarten hieronder zie je:
- De boomstroken duidelijk liggen (donkergroene kleur) en zie je dat er geen zones zijn waar de prei het beduidend slechter doet. Centraal zien we een iets groenere kleur (7/9/2023), die overeenkomt met een kleizone. Al bij al een vrij homogene gewasstand dus over het perceel.
- De groenere kleur (11/10/2023) aan de oostkant van het perceel is te wijten aan de hogere onkruiddruk.
- De omcirkelde rode vlekjes zijn de vlakken waar de prei werd geoogst voor opbrengstbepalingen.
Deze dronebeelden bevestigen eerdere conclusies, waarbij we geen verschillen in opbrengst zagen over het perceel en weinig aantasting door ziektes of trips.
Water... en nog meer water
Met de staalnames voor opbrengst van de prei achter de rug, was het tijd voor de landbouwer om over te gaan tot de eigenlijke oogst... maar toen kwam de regen. Veel regen.
Van half oktober tot eind november kreeg het perceel ruim 320 l/m² water te slikken. Bepaalde stukken kwamen onder water te staan en oogsten was over het hele perceel onmogelijk. Greppels werden gegraven om het water af te laten, maar een eerste poging van de teler om rond half november te oogsten, mislukte. Op het moment van schrijven kon de prei nog steeds niet geoogst worden. Oslo, het preiras dat hier aangeplant werd, is op zich een sterk en ziektetolerant ras, maar de tijd begint toch stilaan te dringen om te oogsten...
Gedeeltelijke heraanplant bomen
De wateroverlast is niet enkel zorgwekkend voor de prei, maar ook voor de bomen is de situatie allerminst ideaal. De natte maanden in het begin van 2023 eisten al vóór de zomer hun tol. Ondanks de goeie zorgen bij de aanplant, zagen we uitzonderlijk veel bomen nog voor de zomer uitvallen. Zopas werden de afgestorven notenbomen uitgegraven en zagen we dat de wortels verrot waren door het vele water (zie foto). Ongeveer de helft van de notenbomen zal komende winter opnieuw moeten geplant worden. Uit bodemkaarten leiden we af dat de uitval zich vooral concentreert in een zone waar we een eerder kleiige bodem hebben in plaats van zandleem. In diezelfde zone werden ook het meest problemen met wateroverlast vastgesteld.
Om een gelijkaardig scenario volgend jaar te vermijden zetten we in op een maximale afwatering via het graven van greppels. Draineren doen we liever niet, omdat we in de zomer het water net op het perceel willen houden. Ook een heraanplant van de bomen op opgehoogde ruggen zou een optie kunnen zijn, maar zagen we hier praktisch niet haalbaar op dergelijke korte termijn.
Agroforestry en water
Zopas startte Inagro trouwens als Belgische partner in het Europees LIFE-project AFaktive, waar we kijken naar het potentieel van agroforestry op vlak van waterbeheer en dan vooral als adaptatie aan langdurige droogte enerzijds en periodes van intense neerslag anderzijds. Dit doen we samen met ILVO en AWAF (Association pour la promotion de l'agroforesterie en Wallonie et à Bruxelles). Naast België zijn ook Duitsland en Nederland vertegenwoordigd in dit project.
Misschien kunnen we hier wel waardevolle nieuwe inzichten verwerven die ons ook op ons eigen perceel vooruit helpen?