Pocketvergisting en nabewerkingstechnieken: een rendabele investering?
De veehouderij staat momenteel voor grote uitdagingen zoals de energie- en kunstmestprijzen en de verplichte verduurzaming van de sector. Innovatieve technieken, zoals meststoffen of energie produceren met reststromen, kunnen hiervoor een oplossing bieden. Maar wanneer is zo'n investering rendabel? Dat is afhankelijk van diverse factoren, zo blijkt.
Pocketvergisting
Bij pocketvergisting is het aandeel zelfconsumptie een cruciale parameter. Hoe meer energie je gelijktijdig gebruikt, hoe beter. Want de elektriciteitskost is een pak hoger dan de injectievergoeding. Tijdelijke gas- of elektriciteitsopslag kan daarbij helpen. Ook zonnepanelen hebben een impact, want dan wordt een deel van de energievraag al ingevuld.
Een tweede belangrijke parameter is het geïnstalleerd elektrisch vermogen (kWe) of de installatiegrootte waarvoor je kiest. Dit zal grotendeels afhangen van het aantal dieren en dus ook de hoeveelheid mest die je kan vergisten, samen met het biogaspotentieel van die mest (en dus de versheid). Die installatiegrootte heeft immers een invloed op het type steun.
Grotere installaties
Sinds de afschaffing van de virtueel terugdraaiende teller is een rendabele case voor installaties < 10 kW minder evident. Wanneer er voldoende mest beschikbaar is, kies je dus beter voor een pocketvergister met een geïnstalleerd elektrisch vermogen > 10 kW. Vanaf dan is er ook operationele steun onder de noemer van groenestroom- en warmte-krachtcertificaten. Ook het inzetten op VLIF-investeringssteun maakt de installatie sneller winstgevend.
Toch wordt ook de certificatensteun de komende jaren verder afgebouwd, waardoor grotere installaties een must zijn. Maar let op: het huidige niveau van die steun kan tot eind 2024 vastgeklikt worden. Veehouders die reeds een goedgekeurde vergunning hebben, hebben dan drie jaar om een bestelling te plaatsen en het eerste kilowattuur op te wekken.
Als we rekening houden met al deze elementen, blijkt uit onze simulaties dat pocketvergisters rendabel zijn vanaf volgende dieraantallen:
- 30 kW-installatie bij 200 melkkoeien indien er nog klassiek wordt gemolken
- 30 kW-installatie bij 130 melkkoeien met melkrobot
- 30 kW-installatie bij 3900 vleesvarkens
- 20 kW-installatie bij 3200 vleesvarkens in een VeDoWS-stal
- 20 kW-installatie bij 140 zeugen en 2000 vleesvarkensplaatsen van een gesloten varkensbedrijf
Nabewerkingstechnieken
Hoewel nabewerkingstechnieken ook positief kunnen zijn voor mestverwerkingsbedrijven, focussen we hier op gewone landbouwbedrijven. Daarbij zijn de keuze van de techniek, de mestverwerkingskost, de kunstmestprijs, de meststofafzetprijs en de beschikbare hoeveelheid bemestingsoppervlakte van invloed op de rendabiliteit. En de mogelijke goedkeuring van de RENURE-wetgeving heeft natuurlijk ook een potentieel positief effect.
Rekening houdend met de opbrengsten en de kosten van dit alles, zijn dit de resultaten van onze simulatie:
- De productie van ammoniumsulfaat d.m.v. een ammoniakstripper is het goedkoopst. Dat kan al rendabel zijn vanaf:
- 95 melkkoeien
- 1700 vleesvarkens
- of 90 zeugen en 1300 vleesvarkens op een gesloten varkensbedrijf
- De operationele kost voor de productie van ammoniumnitraat ligt iets hoger, maar ook de stikstofinhoud van de meststof is hoger. Dit kan rendabel worden vanaf:
- 110 melkkoeien
- 2300 vleesvarkens
- of 110 zeugen en 1600 vleesvarkens op een gesloten varkensbedrijf
- Ook de operationele kost bij membraanfiltratie ligt hoog en het mineralenconcentraat is relatief laag aan stikstof. Daarom is deze techniek pas rendabel vanaf:
- 240 melkkoeien
- 5800 vleesvarkens
- 310 zeugen en 4500 vleesvarkens op een gesloten varkensbedrijf
Pocketvergisting én nabewerking
Aangezien pocketvergisting zowel warmte als elektriciteit produceert, kan je deze opgewekte energie ook meteen nuttig aanwenden voor de nabewerkingstechniek. Dat drukt de operationele kosten en zorgt voor een lonende investering.
- In combinatie met ammoniakstripping is het interessant vanaf:
- 130 melkkoeien, in combinatie met een 30 kW-pocketvergister
- 3500 vleesvarkens, in combinatie met een 20 kW-pocketvergister
- 170 zeugen en 2400 vleesvarkens, in combinatie met een 20 kW-pocketvergister
- In combinatie met membraanfiltratie is het de moeite vanaf:
- 220 à 240 melkkoeien, in combinatie met een 40 kW-pocketvergister
- 6400 vleesvarkens, in combinatie met een 40 kW-pocketvergister
- 320 zeugen en 4600 vleesvarkens, in combinatie met een 40 kW-pocketvergister
Demodag 10 december
Op 10 december bezoeken we twee bedrijven die pocketvergisting en nabewerking combineren! Wil je graag deelnemen aan deze demodag? Schrijf je dan snel in!
De moeite voor jouw bedrijf?
Conclusie: voor de pocketvergisting zijn wat grotere landbouwbedrijven of gunstigere omstandigheden nodig. Nabewerkingstechnieken of combinatie tussen beide, zijn wél al een goede oplossing voor gemiddelde landbouwbedrijven (100 melkkoeien of 1800 vleesvarkens).
Maar let op: voor deze simulaties werkten we met standaardbedrijven en konden we niet met alles rekening houden. Ook het gebruik van de warmte die een pocketvergister produceert, schommelende mestverwerkings-, elektriciteits- en kunstmestprijzen en het inzetten op gas- of elektriciteitsopslag om het aandeel zelfconsumptie te verhogen zijn van belang. En dat zijn factoren die variëren doorheen de tijd.
Wil je weten of bovenstaande technieken de moeite zijn voor jouw landbouwbedrijf? Dan is het dus een goed idee om dat nog eens te laten narekenen.
Proefveldhouders gezocht
Voor proeven rond circulaire meststoffen zijn we nog op zoek naar landbouwers die een perceel ter beschikking willen stellen voor een bemestingsproef. Dit uiteraard tegen een vergoeding.
Heb jij een perceel dat je gedurende twee jaar ter beschikking wil stellen? Zit er een groenteteelt in de rotatie? Laat dan hieronder jouw contactgegevens na, zodat we je kunnen contacteren. Alvast bedankt!
Meer info?
Deze pagina werd geschreven in kader van het demoproject Boost Pocketvergisting en Nabewerking.