Wroeten in de kennis van 10 jaar varkensacademie - deel 5: bioveiligheid en vaccineren
In 10 jaar varkensacademie zijn bioveiligheid en vaccins vaak aangekaart. In dit nieuwsbericht gaan we dieper in op interne en externe bioveiligheid, de verplichte bioveiligheidsaudit en het belang van vaccineren.
Externe en interne bioveiligheid
Bioveiligheid kan je opsplitsen in externe en interne bioveiligheid. Met externe bioveiligheid voorkom je dat nieuwe ziektes, je bedrijf binnensluipen. Enkele voorbeelden van bioveiligheidsmaatregelen die je op je bedrijf kan toepassen zijn:
- een correcte quarantaineperiode voor nieuw aangekochte dieren
- een goede ongediertebestrijding
- een hygiëneprotocol voor bezoekers
- ...
Interne bioveiligheid voorkomt dat een dier of groep dieren dat drager is van een bepaalde ziekteverwekker, deze ziekte overdraagt naar een andere diergroep. Verspreiding binnen het bedrijf wordt vermeden door het gebruiken van afzonderlijk materiaal voor verschillende diergroepen, het volgen van looplijnen waarbij niet zomaar van de ene diergroep naar de andere gegaan wordt en het regelmatig reinigen en ontsmetten van handen en schoenen zodat je zelf als veehouder geen ziektes overdraagt. Het is dus belangrijk om groepen dieren samen te houden en niet te mengen. Bij het verplaatsen van dieren naar een nieuwe stal is het belangrijk dat ze terecht komen in een proper gereinigde stal die liefst ook ontsmet wordt om te voorkomen dat de achtergebleven mest zorgt voor overdracht van ziekten.
Verplichte bioveiligheidsaudit
Als varkenshouder is het belangrijk om te onthouden dat je in 2024 opnieuw de verplichte bioveiligheidsaudit moet laten uitvoeren. Net als de voorbije jaren zal je bedrijfdierenarts een risico-enquête op je bedrijf uitvoeren en hieraan een actieplan koppelen. Wanneer je de audit opnieuw moet laten uitvoeren, hangt af van wanneer je de vorige audit uitgevoerd hebt. Je kunt de audit ten vroegste 10 maanden na die van vorig jaar opnieuw uitvoeren. De bioveiligheidsaudit van vorig jaar is maximaal 14 maanden geldig.
Vaccins
Vaccineren zorgt ervoor dat de (passieve) immuniteit van varkens versterkt wordt. Daarnaast voorkomt het ook de verspreiding van een infectie naar andere dieren.
Om kosten te vermijden en optimaal resultaat te behalen bij het vaccineren zijn de bewaring, het vaccinatiemateriaal en de toediening van het vaccin belangrijk. Je kan de bijsluiter steeds raadplegen hiervoor. Tenslotte is ook hygiëne steeds belangrijk tijdens het vaccineren.
Bewaring vaccins
- Berg vaccins onmiddellijk op na levering.
- Houd de temperatuur van de koelkast op 3 tot 8 °C. Controleer dit met een thermometer.
- Plaats geen vaccins in de deur van de frigo.
- Koop enkel de nodige hoeveelheid vaccins aan.
- Gebruik levende vaccins onmiddellijk op na menging. Daarna kan je ze niet meer bewaren.
Vaccinatiemateriaal
- Gebruik wegwerpnaalden. Beperk tot 1 naald per zeug, 1 per toom en 1 per 10 biggen.
- Vaccineer met D3-naalden. Die zijn opspoorbaar aan de slachtlijn.
- Spoel de spuiten regelmatig uit met heet water.
- Controleer op regelmatige basis of de spuit nog de voldoende hoeveelheid injecteert.
- Kies een naald met een diameter tussen 0,8 en 1,1 mm afhankelijk van de viscositeit van het vaccin.
- Kies de juiste naaldlengte:
- Biggen in kraamhok ⇒ 10 mm
- Biggen in biggenbatterij ⇒ 20 mm
- Vleesvarkens ⇒ 30 mm
- Gelten ⇒ 40 mm
- Zeugen ⇒ 40-50 mm
Toediening vaccin
- Vermijd het mengen van verschillende vaccins (tenzij de fabrikant dit adviseert). Gebruik per vaccin aparte naalden en spuiten.
- Vaccineer geen zieke dieren.
- Volg de richtlijnen van de fabrikant en bespreek het vaccinatieschema met je bedrijfsdierenarts.
- Dien het vaccin correct toe:
- Intramusculair (in de spier): plaats de naald loodrecht en horizontaal op de huid. Hou een hand achter het oor bij zeugen en twee vingers achter het oor bij de biggen.
- Subcutaan (onderhuids): Gebruik hiervoor korte naalden die juist door de huid prikken.
- Oraal (via de mond): kan via individueel drenchen of via de drinkwaterbakjes.
- Intradermaal (in de huid): Eender waar op de huid, maar niet op de haren; liefst op losse zachte huid.
Meer info?
Bron Varkensacademie 2015: Beter produceren met minder antibiotica: Het kan! Jeroen Dewulf
Bron Varkensacademie 2017: Tips en tricks voor een antibiotica-arme varkensproductie: Charlotte Brossé en Ellen De Jong.