Wroeten in de kennis van 10 jaar varkensacademie - Deel 3: spenen
De afgelopen jaren zagen we een trend van stijgende toomgroottes bij de huidige zeugenlijnen, wat een stijgend aantal lichte biggen en een stijgende variatie aan gewicht aan het einde van de opfok teweeg brengt. Naast de stijgende toomgroottes zien we ook door de gekozen managementsystemen een daling van de speenleeftijd.
Dit in onze achterhoofd houdende zorgt ervoor dat dé doelstelling bij spenen “goede technische resultaten en gezonde biggen aan de meet”: topsport wordt voor de varkenshouder. Het resultaat aan het einde van de opfok hangt af van veel factoren waaronder kramstalmanagement, voeder, medicatie, water, klimaat, … en van de big (speengewicht, speenleeftijd).
Kraamstalmanagement
In vorige nieuwsberichten werd reeds duidelijk dat een goede kraamstalmanagement aan de basis ligt voor een gezonde big. Hoe meer de big weegt bij de start, hoe meer de big doorgaans zal wegen bij het spenen.
Voeder
- Zorg voor een voeropname van minimum 150g (bij spenen op 21 dagen) tot 300g (bij spenen op 24 dagen) vast voeder tijdens de kraamstalperiode. De voeropname is namelijk bepalend voor noodzakelijke aanpassingen aan de darmwand van de big.
- Het best wordt zo vroeg mogelijk begonnen met bijvoederen (na 24u). Biggen leren het vlotste eten voor ze 3 dagen oud zijn. Geef meermaals per dag kleine, verse hoeveelheden in een voederbakje aan de kop van de zeug.
- Zorg ook voor vers en makkelijk bereikbaar drinkwater voor de biggen.
Na het spenen wordt het best hetzelfde voeder en extra voederbakjes (zelfde als in kraamstal) voorzien. Zorg voor 1 eetplaats per 8 à 10 biggen (1 per 2 biggen vlak na het spenen). Geef steeds vers, goed verteerbaar voeder.. De bijvoeding moet bestaan uit goed verteerbare (bijv. wei, melkpoeder, soja eiwit concentraat), smakelijke (fructose, dextrose, lactose, bloedplasma), hoogwaardige grondstoffen. Vet is hierbij een belangrijke energiebron. INVE kaartte aan dat de drogestof opname de sleutel is tot een succesvolle opfok.
De dagelijkse groei tijdens de eerste week na spenen bepaalt voor 40% de voederopname en groei tijdens de hele opfok. De biggen doen blijven eten is de sleutel tot succes.
Stress bij het spenen
Voorkom dat de biggen afkoelen bij het spenen en verplaats ze zo rustig mogelijk. Meng de biggen zo weinig mogelijk met biggen uit andere tomen en houd de kleinste, zwakkere en zieke biggen apart in een ziekenboeg.
Klimaat en water
klimaat
- De biggenafdeling is voldoende droog, warm en geventileerd.
- De biggen hebben ook nood aan voldoende licht (8u per dag min. 40 Lux).
- Extra verlichting boven de voederbakken kan de voederopname ten goede komen.
Water
- Zorg voor voldoende drinkwater van goede kwaliteit. Per 10 à 15 biggen is er nood aan 1 goed bereikbare drinknippel (1 voor 5 biggen vlak na het spenen) met een debiet van 0,5l tot 1,0l/min.
- Spoel ook zeker de leidingen voor je de biggen verplaatst en controleer de wateropname met een waterteller. Een jaarlijkse staalname van het drinkwater aan het einde van de leiding is geen overbodige luxe. Zo kan een teveel aan nitriet in het water verhoogde sterfte teweeg brengen. Een zware bacteriële contaminatie kan een darmdestabilisatie veroorzaken.
- Switchen tussen water van verschillende chemische kwaliteit zorgt voor smaakverschillen en moet geleidelijk gebeuren. Zand- of ijzeropstapeling in waterleiding geeft smaakafwijkingen, met terug minder opname en meer gezondheidsproblemen tot gevolg.
Speenproblematiek
Als we het hebben over speenproblematiek focussen we ons meestal op drie ziekten nl. speendiarree, streptokokken en slingerziekte. Het is belangrijk om de symptomen snel te herkennen, doe daarom tweemaal per dag controle. Hoe sneller een diagnose kan gemaakt worden, hoe sneller een effectieve behandeling mogelijk is. De verspreiding kan ook ingeperkt worden en maakt een individuele behandeling misschien nog mogelijk.
Speendiarree
Speendiarree herken je aan biggen die na 3 à 5 dagen spenen lusteloos zijn en last hebben van platte mest tot waterige diarree.
- de voederopname van de biggen is laag.
- de biggen liggen vuil en nat.
- de biggen hebben lang haar, een doffe huid, gekromde rug en zijn mager.
Slingerziekte
Slingerziekte duikt meestal op 1 à 2 weken na spenen. Je herkent het aan het zwalpen van de biggen.
- De biggen hebben last van oedeem op de neusrug en oogleden.
- Het komt meest voor bij mooie, goed gevulde biggen.
- Ze kunnen moeilijk tot niet recht staan en sterven plots.
Streptokokken
Streptokokken komen meestal voor bij biggen die 3 tot 12 weken oud zijn. Streptokokken zorgt voor gewrichtsontstekingen.
- De biggen hebben koorts, zijn suf en hebben last van evenwichtsstoornissen.
- In een verder stadium liggen de biggen in een zijligging en maken ze fietsbewegingen, waarna ze plots sterven.
Onderliggende aandoeningen
Virussen zoals PRRS, Circo en griep zijn virussen die het immuunsysteem omzeilen en zo mede oorzaak zijn van een verminderde weerstand. Deze infecties leiden tot meer problemen met roetbiggen en streptokokken. Overweeg hier met je de betrokken dierenarts om te vaccineren ipv antibiotica te gebruiken. De oorzaak is immers viraal.
Bioveiligheid
Om ziektes te onderdrukken is het belangrijk dat er goed gereinigd en ontsmet wordt. Reinig ook zeker al het materiaal: drijfplanken, behandelmateriaal, laarzen, voederbakjes van biggen. De reiniging kan je controleren door het nemen van afdrukplaatjes.
- Houd leeftijdsgroepen steeds apart en gebruik ook steeds apart materiaal en kledij per leeftijdsgroep. Denk hier ook aan je looplijnen. Controleer en verzorg de zieke biggen steeds als laatste.
- Zonder zieke dieren zo snel mogelijk af in de ziekenboeg. Plaats geen achterblijvers bij jongere dieren. Zorg dus voor 1 ziekenboeg per leeftijdsgroep. Overweeg euthanasie wanneer een behandeling niet aanslaat.
- Bedrijfsvoering met de huidige genetica is dus topsport. Details kunnen bepalend zijn. Focus op basisprincipes en sleutelmomenten.
Schrijf je in voor de zomereditie VarkensAcademie
Bron:
Varkensacademie 2015: Tijl Vanmeenen: Spenen: valkuilen omzeilen dmv voeding en management. Varkensacademie 2019: William Matthijs: Sleutelmomenten in de opfok van de biggen.
Varkensacademie 2022: Nathalie Nollet en Caroline Bonckaert: Speenproblemen kan je aanpakken in de kraamstal – Praktische tips