Gedeeltelijke resultaten van zonnekroon als voedergewas
In een vorige nieuwsbericht lichtten we de opstart van het proefperceel in Beitem toe en gaven we de resultaten mee van de eerste snede van de meerjarige proef waarin het gewas 2x per jaar geoogst wordt.
In deze nieuwsbrief delen we de resultaten van de meerjarige proef waarin het gewas maar 1x per jaar geoogst wordt.
Het deel van het perceel dat beheerd wordt volgens "2x maaien" moet later op het jaar nog voor een tweede maal geoogst worden.
Nadien volgt er opnieuw een nieuwsbericht, waarin ook alle resultaten van de voederwaardeanalyses gebundeld zullen worden.
Potentieel van zonnekroon
Een veranderend klimaat met extremere weersomstandigheden en minder oogstzekerheid, een afname van de biodiversiteit, minder erkende gewasbeschermingsmiddelen, de zoektocht naar een lagere impact van landbouw op het klimaat... Het zijn actuele thema's waar zonnekroon mogelijks hulp kan bieden als alternatief -meerjarig- gewas:
- als klimaatrobuste teelt, met een functie in gewasdiversificatie en oogstzekerheid: eens geïnstalleerd hoeft het meerjarige gewas niet telkens opnieuw ingezaaid worden, en worden de risico's rond inzaaitijdstip in een grilliger klimaat dus vermeden. Al van vroeg in het voorjaar begint het gewas aan zijn groeicyclus en neemt het dus een voorsprong op veel andere gewassen. Bovendien zouden de planten na vestiging tolerant zijn tegen droge omstandigheden in de zomer en natte omstandigheden in de winter.
- als biodiversiteitsvriendelijke teelt: hierop zoomen we verder in dit nieuwsbericht in.
- als klimaatvriendelijke teelt: een lager brandstofverbruik want er dient niet meer geploegd te worden na installatie; bovendien geeft het gewas als veevoeder een potentiële reductie van enterische emissies; en daarnaast zijn er kansen onder bewerkte vorm als potentieel alternatief voor veen in potgrond binnen de sierteelt, houtig kleinfruit en de champignonteelt (dit wordt momenteel bestudeerd binnen de Vlaio LA Alter_Peat.
- als -veronderstelde- laag-risico teelt voor nitraatuitspoeling: zonnekroon verdraagt veel mest en kan geoogst worden met een gewone maishakselaar, maar het gewas kent een heel diep wortelgestel en begint al vroeg in het voorjaar terug te uit te lopen.
Bovendien biedt het daarnaast mogelijks op zichzelf een goede grondstof voor de oesterzwammenteelt aangezien dit gewas vezelrijk is en een hoge biomassa genereert per hectare.
Resultaten van zonnekroon onder beheer "1x oogsten per jaar"
Op 26 augustus werd het deel van het perceel dat maar 1x per jaar geoogst wordt gehakseld. In de tabel hieronder worden de resultaten samengevat.
Hou er rekening mee dat de resultaten uit 2024 afkomstig zijn van een perceel dat al van voor de opstart (begin juni 2023) geen enkele bemesting kreeg, terwijl het gewas normaalgezien best wel bemest wordt.
stikstof
- In februari 2024 bevond er zich 4, 3, en 2 kg Nitraat/ha in de bodemlagen 0-30, 30-60, en 60-90
- Midden juni 2024 was dit 3, 2, en 3 kg Nitraat/ha in dezelfde bodemlagen
- Direct na de oogst zat er nog 3, 2, en 2 kg Nitraat/ha in deze bodemlagen.
De planten namen dus alle stikstof op die via mineralisatie vrijgesteld werd, zonder uitspoeling naar de diepere lagen.

Bloei en bloembezoekers
Zonnekroon maakt zijn naam waar als aantrekkelijk gewas voor bloembezoekende insecten: enerderzijds worden er grote aantallen bloembezoekende insecten aangetroffen, en anderzijds bloeit het gewas in een periode waarin er doorgaans een tekort is aan bloemen in het landschap (augustus en september).
Grote aantallen insecten aanwezig
Er worden effectief grote aantallen algemeen voorkomende soorten insecten aangetroffen op de bloemen van het perceel in Beitem. In juli-augustus 2024: honingbijen ≥ zweefvliegen > akkerhommels > aardhommels > steenhommels > weidehommels > vlinders. Om de hiërarchie te relativeren: 2024 bleek algemeen een slecht jaar te zijn voor steenhommels en akkerhommels.
Over het algemeen werden er in 2024 op het perceel in Beitem uitsluitend algemeen voorkomende soorten insecten vastgesteld, maar wel in grote aantallen. Dit ondanks de gerapporteerde sterke terugval in enkele van onze meest algemeen voorkomende soorten hommels.
- In de week van 16 september 2024 werden er erg veel dagpauwogen (vlinders) waargenomen op de bloemen van zonnekroon. Er werd een grote derde generatie dagpauwogen verwacht dit najaar, en ze vinden duidelijk ook de weg naar de zonnekroonbloemen.
- In dezelfde week werd er ook nog een breedbandgroefbij (een solitaire bij) waargenomen op de bloemen.
Een kanttekening over de soorten die we aantreffen op dit perceel: de aanwezigheid van soorten in het wijdere landschap bepaalt welke soorten we potentieel kunnen terugvinden in ons perceel. Er valt dus te verwachten dat er nog veel meer insecten de bloemen van zonnekroon kunnen bezoeken.
Bloeiboog
Wanneer het gewas maar 1x geoogst wordt per jaar, dan is het gewas pas oogstrijp op het moment dat de bloeiboog van de plant zijn einde nadert. Het gewas kan dus een heel aantal weken instaan voor minstens een deel van de voedselvoorziening van heel wat insecten. Op het perceel in Beitem begon de bloei rond eind juni en eindigde bij de oogst eind augustus, en viel dus binnen de algemene zomerdip qua bloemaanbod in het landschap (augustus en september).
Wanneer het gewas 2x per jaar geoogst wordt, dan kan het gewas blijkbaar na de eerste oogst midden juni alsnog tot bloei komen. In 2024 werden de eerste open bloemen opgemerkt op 8 augustus. Op het perceel in Beitem startte de bloei nog voor het moment dat het andere deel van het perceel uitgebloeid geraakte. De eerste open bloemen waren zichtbaar begin augustus en sinds begin september staat het volledige perceel uitbundig in bloei.
De bloeiboog van beide beheersvormen ("1x per jaar" en "2x per jaar" oogsten) overlappen elkaar dus, en gecombineerd voorzien ze dus bloemen in het landschap vanaf eind juni tot ... (het gewas bloeit momenteel -eind september- nog steeds uitbundig) en overspannen ze zo de hele zomerdip qua bloemaanbod in het landschap.
Ook afzonderlijk valt de bloeiboog van elke beheersvorm in een van de meer kritieke periodes van het jaar.
Bovendien bieden de planten structuur in het landschap, wat ook naast de bloei-eigenschappen kansen biedt op vlak van biodiversiteit: bont zandoogje (zie foto) werd frequent patrouillerend aangetroffen langs het gewas, en ook een houtpantserjuffer werd herhaaldelijk aangetroffen.
insecticiden en herbiciden blijken overbodig
Ook op ecotoxicologisch vlak heeft het gewas een groot voordeel: Tot nu toe zijn er geen plagen gekend en dus hoeft er niet gespoten te worden met insecticiden. Het gewas is erg concurrentiekrachtig waardoor ook het gebruik van herbiciden achterwege gelaten kan worden. In het jaar van opstart is de concurrentiekracht nog lager waardoor er meer aandacht nodig is voor onkruiden, maar -afhankelijk van de perceelshistoriek- lukt dit goed met uitsluitend mechanische methoden. Indien het toch nodig zou zijn, dan kan er voor de gewassluiting bijvoorbeeld nog een schoffelbewerking uitgevoerd worden.