Doorbomen: Hier groeit de toekomst van ons agroforestryperceel
We zijn in volle voorbereiding voor de aanleg van ons eigen gloednieuw agroforestryperceel! Deze winter gaan de bomen in de grond. Daarom startten we vorige maand onze nieuwe reeks: Doorbomen. Hou onze nieuwsbrief in de gaten voor een maandelijkse update van dit perceel en volg dit traject vanop de eerste rij. Welke boomsoort kozen we en welke teeltrotatie passen we toe? Hoe ziet het aanplantingsplan er uit? Welke voorbereidende werken vonden er afgelopen maand plaats? Lees het in deze tweede editie.
Boomsoortkeuze: ga niet over één nacht ijs!
De eerste vraag die een landbouwer met agroforestry-plannen zich meestal stelt, is welke bomen hij best kiest voor zijn systeem. Geen eenvoudige vraag, want bij deze afweging zijn er heel wat zaken om rekening mee te houden. Vertrek steeds vanuit de standplaats (klimaat, bodem, wind,...), bepaal daarna het doel van je bomen (hout, vruchten, windbreking,...) en kijk dan of dit compatibel is met je bedrijfsspecifieke situatie (tussenteelten, beschikbare machines, grootte en ligging van het perceel,...). Een weldoordachte keuze bij aanvang is cruciaal om je investering op de lange termijn terug te verdienen, dus informeer je grondig!
Inagro kiest voor walnoot
Voor het agroforestryperceel op Inagro viel de keuze uiteindelijk op walnoot (Juglans regia), een veelzijdige boomsoort die zowel op economisch als teelttechnisch vlak interessant is. Het hout en de noten (samen met de afgeleiden zoals olie en likeur) zijn hoogwaardige producten met een goede marktwaarde. Walnoten worden nog altijd hoofdzakelijk geïmporteerd vanuit Zuid-Europa en Amerika. De groeiende aandacht voor lokale productie (alsook lokale plantaardige eiwitproductie) en het toenemend aantal winterharde variëteiten bieden steeds meer kansen voor notenteelt in Vlaanderen.
Ook op teeltvlak is walnoot heel geschikt voor de toepassing in agroforestry. De meeste rassen blijven eerder laag, hebben een open kroon, komen relatief laat in blad en verliezen deze weer vroeg in de herfst. Dit zorgt ervoor dat de competitie voor licht met tussengewassen eerder beperkt blijft. Bladeren van walnoten zijn bovendien nutriëntenrijk en breken snel af en zorgen voor een natuurlijke aanrijking van nutriënten in de bodem.
Groter is niet altijd beter
We kozen voor Juglans regia 'Broadview', een ras dat standaard beschikbaar is in onze regio en het op de meeste standplaatsen goed doet. Broadview is een zelfbestuiver en de noten zijn geschikt voor verse consumptie of om te drogen. Het kleinere formaat van dit ras (8 tot 10 m na 12 jaar) maakt hem ook interessant voor toepassing in agroforestry. Bij het aankopen van het plantgoed bij de kweker letten we erop dat de bomen nog niet te groot zijn (hier 2 jaar oud, stamomtrek 8/10 cm en 1,80 m hoog) en met blote wortel geleverd worden. Dit is niet alleen goedkoper, maar biedt de grootste kans op een succesvolle aanplant.
De foto hiernaast toont de boompjes bij de kweker. Deze zijn klaar om binnenkort te verhuizen naar onze site in Beitem!
'Alley cropping' als moderne vorm van agroforestry
Voor het perceel op Inagro kozen we voor een 'alley cropping'-systeem, waarbij bomenrijen op het veld afgewisseld worden met de teelt van landbouwgewassen. Een 'alley cropping'-systeem bestaat uit drie grote zones die we als volgt invullen:
- De bomenrijen van walnoot zijn eerder noord-zuid geörienteerd. Daardoor is de schaduwwerking op de tussenteelt minimaal. De afstand tussen de bomenrijen is 24 m, wat ongeveer twee keer de hoogte van de volwassen bomen is. Door de bomenrijen niet aan de perceelsrand vast te hangen, blijft het perceel ook vlot bewerkbaar. Plantafstand van de notenbomen in de rij is 8 m. In totaal is er plaats voor 50 bomen wat neerkomt op een plantdensiteit van een 35-tal bomen per hectare.
- Als tussenteelten hanteren we een 6-jarige rotatie van aardappel, knolselder/wortel, mais, prei/kolen, wintertarwe en veldbonen. De teeltzone tussen de bomenrijen is 21 m breed, zodat we er nog steeds met ons breedste werktuig, in dit geval de spuitboom, aan de slag kunnen.
- Onder elke bomenrij is er een boomstrook van 3 m breed waarop niet geteeld wordt. Die zaaien we in met een meerjarig kruidenmengsel om plaagbestrijdende insecten aan te trekken.
Aan de westelijke zijde van het perceel planten we een gemengde haag aan. Deze ligt loodrecht op de dominante windrichting (ZW) en zorgt zo voor windbreking. De haag wordt geflankeerd door een ruige grasstrook die plaagbestrijders aantrekt en het toekomstig beheer van de haag vergemakkelijkt.