Hoe kan ik schade door wortelvlieg in de bioteelt beperken?
Femke Temmerman
Welke schadebeeld veroorzaakt de wortelvlieg?
De maden van de wortelvlieg (Psila rosae) vreten aan de wortels en wortelharen van de waardplant. Dit kan leiden tot volgende schadebeelden:
- Het afsterven van zaailingen.
- Geel/roodverkleuring van de bladeren en verminderde groei bij jonge planten, met risico op verwelking bij droog weer.
- Roestkleurige vraatgangen in de hoofdwortel (wortelen, pastinaak) of knol (knolselder).
- Oppervlakkige onderhuidse vraatschade na een late aantasting op rijpe wortels.
- Meer rot en ziekteaantasting op wortelen in opslag en bewaring (vraatschade een invalspoort voor andere pathogenen).
Drie vluchten van mei tot oktober
In ons klimaat kan de wortelvlieg drie generaties per jaar ontwikkelen. De eerste vlucht verschijnt in de periode mei – juni uit de overwinterde poppen. De ontluikende vliegen zoeken beschutte plaatsen op zoals ruige, hellende grasbermen, sloottaluds, hagen of struiken. Vanuit deze schuilplaatsen vliegen de wijfjes tegen de avond naar waardplanten om er eitjes af te leggen. Om hun waardplanten te vinden, spelen vluchtige geurstoffen en de kleur van het gewas een belangrijke rol.
Eén à twee weken na de eileg verschijnen de schadelijke maden. Ze voeden zich met de haarwortels en wortels van de plant. Tijdens hun groei vervellen de maden enkele keren en in 4 tot 7 weken zijn ze volgroeid en verpoppen ze in de grond. Onder normale omstandigheden verschijnen na ongeveer een maand nieuwe vliegen maar bij droogte kan dat langer duren.
De tweede vlucht kan vanaf begin augustus verschijnen en de derde in september tot oktober. De tweede en derde generatie kunnen elkaar overlappen. De maden kunnen in oktober belangrijke schade aanrichten aan laat gerooide wortelen.
Perceelsgerichte monitoring
In welke mate de vliegen eitjes afleggen en de maden schade aanrichten, hangt af van een aantal factoren:
- De aanwezige populatie wortelvliegen;
- de teeltperiode en
- het weer zijn de belangrijkste.
De lokale aanwezigheid en activiteit van wortelvlieg kan je monitoren met behulp van oranje vangplaten. De vlieg is met wat hulp en enige ervaring gemakkelijk te herkennen op de vangplaten. Op die manier kan je de start en de duur van de vluchtperioden detecteren op jouw perceel. De vangsten kunnen namelijk sterk verschillen van perceel tot perceel, zelfs op eenzelfde bedrijf. Vangsten van gemiddeld meer dan 3 vliegen per val wijzen op een verhoogde activiteit.
Welke biologische beheersingstechnieken zijn effectief?
Er zijn geen biologische middelen erkend ter bestrijding van wortelvlieg. Middelen op basis van natuurlijke pyrethrinen met een contactwerking, tonen slechts een beperkte effectiviteit. Wat kan je dan wel doen?
- Afdekken met insectengaas of klimaatnet vanaf zaai/planten.
- Geurpaaltjes met uienolie plaatsen op je perceel. Deze werken afwerend op de vliegen. Belangrijk is ze tijdig, vanaf opkomst of planten, te plaatsen.
- Tijdig rooien op basis van monitoring: na het signaleren van de tweede of derde vlucht, vermijd je ernstige schade door binnen de 3 à 4 weken te oogsten.
Later zaaien of planten, in mei, is niet altijd een veilige maatregel om eileg door de eerste vlucht te ontwijken. De vliegen die na overwintering uitkomen, kunnen tot in juni eitjes afleggen. Je kan ook hier de monitoring als ondersteuning gebruiken, om te weten hoe lang de eerste vlucht aanhoudt.
Ondanks de preventieve aard van de biologische technieken, is het bij hoge druk altijd nuttig om de wortelvlieg op je perceel te monitoren gedurende het seizoen. Daarnaast kunnen waarschuwingsberichten helpen om op tijd je teelt af te dekken vóór er nieuwe vliegen verschijnen.
Femke Temmerman, Inagro
Onderzoeker
Afdekken biedt de beste opbrengstgarantie
Proefresultaten bevestigen dat het afdekken van de teelt met klimaatnet of insectengaas de meest effectieve methode is om schade door wortelvlieg te voorkomen. Afhankelijk van de omstandigheden en de wortelvliegdruk kan het een aanzienlijke meeropbrengst opleveren. Naast de investeringskost voor het net, blijft het afdekken evenwel lastig toe te passen op grotere schaal. Vooral de combinatie met het mechanische wiedwerk maakt afdekken arbeidsintensief.