Bladziekten

Herkenning van de meest voorkomende bladziekten in granen in het voorjaar

In het voorjaar kunnen heel wat bladziektes voorkomen in wintergranen. Om op een correcte wijze te kunnen behandelen, is het belangrijk om deze te herkennen. Leer de meest voorkomende bladziektes herkennen in dit artikel.

In het kader van een goede ziektebestrijding is het eerst en vooral belangrijk om voldoende gewasrotatie in te bouwen op het perceel. Dit om toename van gewasgebonden ziekten, zoals voetziektes, te voorkomen. Ook naar plaag- en onkruidonderdrukking heeft vruchtwisseling een positieve impact. Daarnaast is de keuze van de juiste graanvariëteit ook een aandachtspunt.

Naar beheersing van ziektes wordt bij voorkeur gekozen voor een variëteit dat goede ziektetolerantie vertoont. Deze informatie is terug te vinden op de rassenfiches van LCG via de website (www.lcg.be) of bij de zaaizaadhandelaar. Daarnaast is een beredeneerde bemesting van even groot belang. Een te weelderig groen gewas is namelijk vatbaarder voor bepaalde bladziektes, zoals septoria. Bovendien kan het verwijderen van gewasresten van stro en stoppel preventief de ziektedruk verlagen op het perceel.

Ondanks dat preventieve maatregelen genomen worden, kunnen er ziektes in het gewas voorkomen. Om op een correcte manier in te grijpen is het van belang om de ziektes te herkennen. Hier worden de voornaamste bladziektes in wintergranen in onze regio beschreven. 

Wintertarwe

Septoria (Bladvlekken) 

In wintertarwe kan Septoria ronde of ovale vlekken veroorzaken die geel tot lichtgroen zijn van kleur op de kiembladeren. Op stengelbladeren zijn de vlekken grijs of bruin. De vlekken zijn dikwijls omringd door een geelachtige rand en zijn langs beide zijden van de bladeren te zien. Typisch zijn de zwarte puntjes in de vlek. Dit zijn de sporen die de schimmel vormt. Deze sporen worden verspreid met opspattende regendruppels naar bovenliggende bladeren.

Vandaar dat Septoria ook vaker voorkomt in een regenrijk voorjaar. Septoria kan zich heel goed aanpassen, waardoor er vlot resistentie wordt ontwikkeld tegen fungiciden. Afwisselen van actieve stoffen is daarom van groot belang om de ziekte ook in de toekomst onder controle te kunnen blijven houden.

Septoria (Bladvlekken)

Gele roest – bruine roest

Gele roest is in een vroeg stadium te herkennen aan een lichtgroene tot gele vlek. Daarin ontwikkelen de sporenhoopjes, die uitgroeien tot ze goed herkenbaar zijn op het blad. Bij kiemplanten liggen de sporenhoopjes meestal verspreid over de volle breedte van de bladtop en zijn eerder donkeroranje gekleurd. Wanneer de stengel/halm al aanwezig is liggen de sporenhoopjes in rijtjes in de lengterichting van het blad.

De aantasting van gele roest kan in haarden voorkomen op het perceel. Bij bruine roest is dit minder het geval, deze vormt bruine sporenhoopjes verspreid op het blad en komt meestal verspreid voor op het perceel. Ook de periode is verschillend. Terwijl gele roest van koudere omstandigheden houdt tussen 10 – 15°C, gedijt bruine roest beter in hogere temperaturen bij 20°C en meer. Bijgevolg komt gele roest voor in de periode winter-vroege voorjaar en bruine roest eerder tijdens late voorjaar-zomer.

Gele-BruineRoest

Wintergerst

Rhynchosporium (Bladvlekken)

In wintergerst kunnen bleek grijze of gele vlekken voorkomen die omgeven zijn door een scherpe zwart-bruine rand. Deze bladvlekken worden veroorzaakt door de schimmel Rhynchosporium. De jonge vlekken zijn vaak waterig en volledig bleek van kleur. Binnen in de vlek zijn er geen zwarte puntjes te zien. De binnenkant van de vlekken droogt later ook uit.

Rynchosporium

Helminthosporium en Ramularia

Twee vaak te verwarren aantastingen bij wintergerst zijn:

  • Helminthosporium (of netvlekkenziekte) en
  • Ramularia.

Helminthosporium ontstaat als bruine puntjes, die ontwikkelen tot bruin-zwarte rechthoekige vlekken, begrensd door een gele rand. De vlekken hebben een netvormige structuur, ze groeien mee met de nerven, vandaar ook de alternatieve naam netvlekkenziekte. De aantasting van Helminthosporium komt voor aan beide zijdes van het blad.

Ramularia vormt kleine bruine rechthoekige vlekken die ook omgeven worden door een gele rand, maar die niet op beide zijden van het blad even goed zichtbaar zijn. Ze zijn het beste zichtbaar op de bovenzijde van het blad. Aan de onderzijde is de vlek minder goed zichtbaar, daar bevinden zich de witte sporen, die bij vochtig weer beter te zien zijn.

Een handig hulpmiddel is om, bij twijfel, een aangetast blad in een fles te steken voor 24 uur. Als er haartjes verschijnen op de vlekken dan is het netvlekkenziekte. Verschijnen er witte donzige vlekken op de onderzijde van het blad, dan mag je er van uit gaan dat het Ramularia is. Indien geen van deze symptomen te zien zijn, dan zijn het mogelijks fysiologische vlekken.

Netvlekken - Ramularia

Wintertarwe en wintergerst

De dwergvergelingsziekte wordt verspreid door bladluizen. Meer dan 20 verschillende bladluissoorten zijn gekend als mogelijke drager van het virus. De voornaamste die dwergvergeling overdraagt in het najaar in granen is de vogelkersluis.

In beide teelten zijn de eerste symptomen van een najaarsinfectie de pleksgewijze bladvergeling op het perceel. De bladtoppen verkleuren geel. Bij wintertarwe worden ook rode bladtoppen waargenomen. De planten vertonen een geremde groei. Dit komt doordat het virus de wortelgroei afremt. De ziekte kan bijgevolg leiden tot geremde aarvorming of zelfs afsterven van de plant. Bij een voorjaarsaantasting in wintertarwe kunnen ook slecht afrijpende, rechtopstaande aren voorkomen. Om dit virus te vermijden, moet de druk van bladluizen, voornamelijk in het najaar worden opgevolgd, en indien nodig bestreden worden met een insecticide. Hierbij kunnen de waarschuwingsberichten in het najaar van LCG helpen.

Dwergververgeling

Meer info

Heb je nog vragen over de herkenning van de meest voorkomende bladziekten in granen?

Wekelijks onafhankelijk nieuws en persoonlijke uitnodigingen in je mailbox. Op jouw maat.