Bewaarprincipes aardappelen
Verschillende stappen in bewaarproces
Het bewaren van aardappelen start van bij het inschuren en doorloopt verschillende stappen:
- Ventileren
- Drogen
- Wondhelen
- Inkoelen
Ontdek onze tips voor een goed bewaarbare partij aardappelen.
-
Ventileren vanaf dag 1
Het bewaren van aardappelen start van zodra de eerste aardappelen ingeschuurd zijn. Naargelang het tijdstip van de dag zullen de aardappelen warmer of kouder de loods binnen komen. Vanaf de eerste dag is het belangrijk dat alle aardappelen zoveel mogelijk dezelfde temperatuur hebben. Door intern te ventileren bekom je een egale temperatuur over de volledige partij. Zo kan je de poort openzetten om vochtige lucht af te voeren. Het egaliseren en intern ventileren is nodig zolang de loods niet vol ligt.
-
Drogen
Bij rassen die moeilijker bewaren, zoals Fontane en Challenger bijvoorbeeld, of wanneer partijen veel vocht bevatten, is het belangrijk de aardappelen zo vlug mogelijk droog te krijgen. Aardappelen drogen kan op verschillende manieren:
- Ventileren met lucht die kouder is dan de aardappelen werkt altijd drogend.
- Drogen met lucht die iets warmer is dan de aardappelen zelf, op voorwaarde dat deze laag genoeg zit in relatieve vochtigheid, zodat de lucht het vocht opneemt.
- Koude lucht opwarmen met een warme-luchtkanon, waarbij je de temperatuur van het kanon 1 tot 2° C hoger instelt dan de aardappelen. - foto 1 (warmeluchtkanon)
Let bij gebruik van koudere lucht op dat de temperatuur niet te sterkt daalt – liefst niet lager dan 12° C gedurende de eerste weken – zodat er voldoende momenten blijven met koudere buitenlucht.
De aardappelen zijn droog als de aanhangende grond droog is, te controleren op 30 cm diepte, of er geen rot meer bij komt. -
Wondhelen
Bij het rooien en inschuren lopen aardappelen beschadigingen op, zoals barstjes of ontvelling. Deze moeten dus genezen. De snelheid van het wondheelproces hangt af van de aardappeltemperatuur:
- De optimale temperatuur ligt tussen 12 en 15° C en het wondhelen neemt zo’n 2 à 3 weken in beslag.
- Bij lagere temperaturen verloopt het wondhelen trager.
- Bij temperaturen boven 15° C kunnen schimmels of bacteriën zich ontwikkelen.
-
Inkoelen
Het inkoelen tot de gewenste bewaartemperatuur kan starten van zodra de aardappelen droog zijn en de wondheling achter de rug is. De streeftemperatuur bedraagt 7 à 8° C voor de meeste frietrassen.
- Probeer de aardappelen geleidelijk en stelselmatig in te koelen met koude buitenlucht à rato van 1 à 2 graden per week.
- Vermijd dat tussenin de temperatuur weer oploot, bij enkele warmere nachten bijvoorbeeld.
- Probeer de aardappelen tegen begin december op temperatuur te hebben of tegen dat er de eerste keer kiemremming moet worden toegepast.
Wanneer ventileren?
Koude lucht is altijd drogend en zal steeds vocht afvoeren. Om te weten of warmere buitenlucht geschikt is om te ventileren, kan je gebruik maken van het Mollier-diagram. Zoek in deze tabel de buitentemperatuur en de huidige aardappeltemperatuur op. Staat er in de kruising een ‘+’, dan is de lucht drogend. Staat er in de kruising een getal, dat is de lucht enkel drogend als de relatieve vochtigheid (RV) van de buitenlucht lager is dan dit getal.