Proteïnen Booster: duurzame eiwitproductie in Vlaanderen - Deel 2
De aquacultuurindustrie wordt beschouwd als een belangrijke sector die kan bijdragen aan duurzame voedselzekerheid voor een groeiende wereldbevolking. Tegen 2030 zal de aquacultuursector naar schatting 60% van de wereldwijde vraag naar vis leveren.
Kansen en uitdagingen voor de aquacultuursector
De wereldbevolking groeit jaarlijks met 2,3%, waardoor de visconsumptie jaarlijks met gemiddeld 3,1% toeneemt. Hoewel de visserij een belangrijke bron van vis is, zijn de natuurlijke voorraden overbevist en is de geëxploiteerde hoeveelheid gestagneerd. Om deze redenen is de bijdrage van aquacultuur, het kweken van aquatische organismen, aan de wereldvisproductie gestaag toegenomen tot 46% in 2018. Tegen 2030 zal de productie naar schatting met 32% stijgen ten opzichte van 2018, waarmee 60% van de wereldwijde vraag naar vis wordt gedekt. Daarom wordt de aquacultuurindustrie beschouwd als een belangrijke sector die kan bijdragen aan duurzame voedselzekerheid voor een groeiende wereldbevolking.
Ondanks de voordelen van aquacultuur, zoals het leveren van toegankelijk voedsel van hoge kwaliteit voor de bevolking, is de activiteit wereldwijd een van de meest bekritiseerde. Dit komt door de impact die het heeft op verschillende ecosystemen, wilde vispopulaties, visserijen, koolstofvoetafdruk en onjuiste aquacultuurpraktijken. Om deze problemen te beperken, moet de aquacultuurproductie duurzaam en verantwoord zijn en de gezondheid van de vissen bewaken. Om dit te bereiken zijn er enkele belangrijke factoren:
- het gebruik van nieuwe technologieën, zoals recirculerende aquacultuursystemen (RAS),
- duurzame voederingrediënten,
- de optimalisatie van productieparameters en
- aandacht voor het welzijn van de vis.
De aquacultuurparadox: afhankelijkheid van mariene visingrediënten
De constante groei van de aquacultuursector is een directe stimulans voor de vraag naar voer. De grote vraag naar eiwit (meer dan 35% van de voederdroge stof) en olie (10-30% van de voederdroge stof) in aquacultuurvoeders doet echter vragen rijzen over de duurzaamheid ervan. De beschikbaarheid van vismeel en visolie, de belangrijkste bronnen van commerciële voederingrediënten voor aquacultuur, neemt bijvoorbeeld af, waardoor de prijzen van voederingrediënten stijgen. Deze daling houdt verband met de stagnatie van de visvangst en de toegenomen vraag naar aquacultuurvoederproductie, samen met de concurrentie van andere sectoren zoals de pluimvee- en varkensvoederproductie. Hoewel visingrediënten een ideale voedingsbron zijn voor aquacultuurvoeders, moet het gebruik ervan als primaire ingrediëntenbron worden verminderd.
Op zoek naar alternatieve ingrediënten
De afgelopen twee decennia heeft de aquacultuursector het potentieel onderzocht van volledige of gedeeltelijke visvervanging in aquacultuurvoeders. In dat opzicht is er aanzienlijke vooruitgang bereikt met het gebruik van eiwitrijke plantaardige grondstoffen zoals soja-eiwit en sojaolie. Hun opname wordt echter beperkt door:
- onevenwichtige aminozuurprofielen,
- verminderde smakelijkheid en
- het bestaan van antinutritionele factoren die een negatieve invloed hebben op de groei en het welzijn van de vissen.
Bovendien geeft het aanleiding tot bezorgdheid over de toenemende concurrentie op beperkte hulpbronnen zoals landbouwgrond en zoet water en slechte landbouwpraktijken met negatieve gevolgen voor de klimaatverandering.
Nieuwe alternatieven
Er is behoefte aan nieuwe productietechnieken om de lokale en globale milieu-impact te verminderen en de ontwikkeling van een duurzame aquacultuur in Europa te garanderen. In dit verband is het gebruik van circulaire en lokale ingrediënten van groot belang.
circulaire ingrediënten
Circulaire ingrediënten worden geproduceerd door reststoffen of bijproducten van één proces te gebruiken als inputmateriaal voor de productie van eiwit- en olie-ingrediënten.
- Het gebruik van bijproducten uit de pluimvee-industrie, zoals kippenveren, vlees en botten, om eiwit te produceren.
- Bijproducten van vis uit de visserij en aquacultuur (restanten na het verwerken van filets) voor de productie van visolie.
- Er zijn andere nieuwe bronnen van duurzame ingrediënten, zoals insecteneiwitmeel en eiwitconcentraten uit de aardappelindustrie, of microbiële eiwitproductie.
Lokale ingrediënten
Het gebruik van lokale ingrediënten in plaats van geïmporteerde biedt verschillende voordelen. Enkele voorbeelden:
- het ondersteunen van de lokale economie,
- kortere transportafstanden waardoor de transportkosten en koolstofvoetafdruk afnemen,
- voedselveiligheid en
- traceerbaarheid.
Veldbonen, kikkererwten en lokale sojabonen zijn enkele voorbeelden van eiwitrijke gewassen. Zonnebloemen, koolzaad en camelina zijn voorbeelden van oliehoudende gewassen. Om het gebruik van lokale gewassen in de aquacultuur te maximaliseren, moet de concurrentie tussen voer en voedsel (menselijke eetbare ingrediënten worden gebruikt in aquafeeds) geminimaliseerd worden. Het gebruik van reststromen of bijproducten van deze gewassen is een manier om dit te bereiken en circulaire productie te bevorderen.
Proteïnen booster-project
Het Proteïnen Booster-project was gericht op het volgen van de circulaire aquacultuuraanpak, waarbij niet alleen duurzame diëten worden ontwikkeld met circulaire en lokale ingrediënten, maar ook de ontwikkeling van de lokale aquacultuurproductie van forel wordt gestimuleerd.
Inagro blijft werken aan de ontwikkeling van circulaire aquacultuur, waarbij we ons niet alleen richten op nieuwe proteïne-ingrediënten, maar ook op alternatieve bronnen van olie en functionele ingrediënten. Op deze manier proberen we deze belangrijke, maar vaak onbegrepen sector te helpen zijn doel te bereiken als pilaar voor de voedselzekerheid in de toekomst.
Vis je naar meer info?
Dit project wordt uitgevoerd in het kader van de projectoproep 'realisatie eiwitstrategie' in functie van het Relanceplan Vlaamse Veerkracht en de Blue Deal, met de financiële steun van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij.
Partners


