Fractioneren van bemesting in aardappelen goedgekeurd als terugverdienpraktijk
De Vlaamse regering keurde begin april 'Bijbemesten na een basisbemesing van 70%’ als een 'terugverdienpraktijk' goed. Op deze manier kan je een deel van de bemestingsreductie terugwinnen.
Deze terugverdienpraktijk houdt in dat je een basisbemesting geeft in het voorjaar van maximaal 70% werkzame stikstof. In de loop van het seizoen neem je een bodemstaal met bijbemestingsadvies. Op basis daarvan kan je gefractioneerd bijbemesten als uit het advies blijkt dat dat nodig is. Deze terugverdienpraktijk is geldig voor alle teelten behalve op grasland.
Voorbeeld late aardappelen, gebiedstype 3, niet zand
- Bemestingsnorm: 147 kg N/ha
- Nieuwe norm via terugverdienpraktijk: 168 kg N/ha
Voorwaarden
- Basisbemesting = max 70% van 168 = 117 kg N/ha als basisbemesting
- Ten vroegste 2 weken na planten wordt een bijbemeststaal genomen, voor aardappel ligt de ideale staalnameperiode voor bijbemeststalen op 2 weken na opkomst.
Bijbemesting na staalname
- Stel advies is = 51 kg N/ha: dit mag volledig op dit perceel toegediend worden (want 117 + 51 = 168)
- Stel advies is < 51 kg N/ha: het advies mag volledig op dit perceel toegediend worden. Het verschil tussen 168 – 117 (= basisbemesting) – advies mag niet op een ander perceel gebracht worden
- Stel advies is > 52 kg N/ha: er mag niet meer dan 52 kg N/ha op dit perceel gebracht worden
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten (bv. granen, bieten, ...) |
Nitraatgevoelige hoofdteelten (bv. aardappelen, groenten, ...) |
|||
Zonder techniek | Bijbemesting na basisbemesting van 70% | Zonder techniek | Bijbemesting na basisbemesting van 70% | |
Gebiedstype 1 | - 0% | - 0% | - 5% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 5% | - 20% | - 10% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 15% | - 30% | - 20% |
Wat houdt fractioneren van N-bemesting in?
1 - Juiste startgift
Om gericht bij te sturen tijdens het groeiseizoen is het noodzakelijk om bij het planten een beperkte startgift toe te dienen van ongeveer 70% van het stikstofadvies of maximaal 150 kg N/ha. Dit wordt bepaald op basis van een grondstaal of bij een gekend perceel op basis van ervaring. Houdt hierbij rekening met de stikstofbehoefte van het specifiek aardappelras enerzijds en de verwachte stikstoflevering op elk perceel anderzijds (denk aan oogstresten, groenbemesters, mineralisatie).
Maak je gebruik van de terugverdienpraktijk (met ingave van deze code in de verzamelaanvraag), dan kan de stikstofgift bij planten maximaal 70% zijn van de toegelaten werkzame stikstof toegelaten in die grondsoort en in dat gebiedstype.
Voor (half)vroege aardappelen is het groeiseizoen te kort om de bemesting tijdens het seizoen nog bij te sturen. Daarom adviseren we bij deze rassen de volledige berekende bemesting bij planten toe te passen en na de oogst snel een vanggewas in te zaaien om eventueel achtergebleven stikstof uit de bodem op te nemen.
2 - Bemest bij op advies
Ongeveer vijf à zes weken na planten of de laatste bemesting kan met behulp van een bodemanalyse nagegaan worden of de aanvullende stikstofbemesting nodig is. De planten staan dan een tweetal weken boven en zijn dan meestal ‘bloempotgrootte’. Dit is in Vlaanderen het meest gekende bijbemestingsadviessysteem.
Naast het nemen van een bodemstaal zijn er nog andere, commerciële, systemen die een bijbemestingsadvies formuleren (analyse van bladsap, bladsteeltjes of combinatie grondstaal en bladsap).
Op basis van de gemeten minerale N, formuleert het labo vervolgens een bijbemestingsadvies.
Wie gebruik maakt van de terugverdienpraktijk, moet zijn bijbemesting beperken tot de gift die geadviseerd wordt in het bijbemestingsadvies.
Geef de nodige stikstof best ten laatste 60 dagen na opkomst want in die periode hebben aardappelen de grootste N-behoefte.
3 - Korrel of vloeibaar?
Het bijbemestingsadvies kan je afhankelijk van de grootte ervan invullen met korrelmeststoffen of bladmeststoffen.
- Bij een lager advies (< 40 kg/N) kan je voor een bladbehandeling kiezen. Door deze te combineren met de Phytophthorabestrijding bespaar je een extra werkgang. Wees je er van bewust dat je per gift slechts ± 10 kg N/ha kan geven om bladverbranding te vermijden. Doe dit ook best op een droog gewas. Je kan de tweede fractie ook via een vaste korrel toedienen.
- Indien het advies hoger is dan 50 kg N/ha dan ben je genoodzaakt om dit via een korrelmeststof te geven. Let er dan wel op dat de breedte van je strooier past bij de afstand tussen je rijpaden of spuitsporen.
Loont fractioneren?
Inagro heeft de voorbije jaren, samen met andere partners, al heel wat proeven uitgevoerd in kader van fractioneren van de N-bemesting.
- Er werd onderzocht welk effect fractioneren heeft op de opbrengst, sortering, kwaliteit én het nitraatresidu.
- Er werd bekeken of er naast een gangbare bodemstaalname nog andere mogelijke adviessystemen mogelijk zijn zoals sapanalyses van bladeren of bladsteeltjes.
- Ook het verschil tussen een bladbemesting of korrelbemesting als tweede fractie werd onder de loep genomen.
We kunnen besluiten dat gefractioneerd bemesten helpt om optimaal in te spelen op het groeiseizoen en het risico te verminderen op een te hoog nitraatresidu. Afhankelijk van het seizoen, kan gefractioneerd bemesten leiden tot een besparing van meststoffen:
- doordat de tweede fractie, 30% van advies, uiteindelijk toch niet meer nodig blijkt. Bijvoorbeeld omdat er meer mineralisatie was dan voorzien of omdat de opbrengstverwachting lager ligt door een zeer droog voorjaar.
- doordat de tweede fractie meteen ter beschikking van de plant kwam en dus niet de kans heeft gehad om naar diepere lageren uit te spoelen.
Indien het fractioneren op een beredeneerde en correcte manier wordt uitgevoerd kan dit allemaal zonder verlies van opbrengst.
Brochure "Welke bijbemestingsadviessystemen en -strategieën lonen voor late aardappelen?"
