Gefractioneerd bemesten in aardappelen: hoe pak je dit aan?
Twee jaar op rij legde Inagro een uitgebreide bemestingsproef aan in het late frietras Fontane om de aandacht te blijven vestigen op het nut van fractioneren van de stikstofbemesting. Deze proeven lagen aan in kader van het demonstratieproject ‘Gefractioneerd bemesten van late aardappelen’.
Recent werd deze bemestingsstrategie ook goedgekeurd als één van de mogelijke duurzame technieken binnen de mestwetgeving.
Met deze proeven willen we de telers een inzicht geven in welke bijbemestingsadviessystemen er bestaan en hoe ze werken. Daarom vergeleken we het gekende systeem van bodemstalen nemen zo’n 2 weken na opkomst met systemen waarbij het bladsap of bladsteeltjes geanalyseerd worden en met een systeem die de combinatie maakt tussen een bodemstaal en bladsapmeting.
Daarnaast gingen we na wat vervolgens de juiste manier is om de tweede fractie toe te dienen: korrelmeststof of diverse soorten bladmeststoffen. Welke strategie loont het meest op vlak van opbrengst en kwaliteit enerzijds en nitraatresidu anderzijds.
Proefopzet 2024
- De proef werd uitgevoerd in het ras Fontane. Planten kon pas op 30 mei (zandleem).
- De basisbemesting bij planten werd vollevelds uitgevoerd met de korrelmeststof ammoniumnitraat (27%). Het advies (op basis van bodemstaal in maart) lag op 150 kg N/ha. Het betrof een perceel met een hoog percentage organisch materiaal (1,8%) waardoor er dus een hogere mineralisatie werd verwacht.
- Het grootste deel van de objecten kreeg bij planten als basisbemesting 70% van het advies (110 kg N/ha).
- Een deel van deze veldjes dienden om de diverse bijmestsystemen uit te testen.
- Een ander deel werd gebruikt om het type bijbemesting te vergelijken (korrel versus bladmeststoffen).
- Daarnaast werd een object met het volledige advies bemest (150 kg N/ha), 50% van advies en een nulbemesting.
Stikstoftrappen
In deze proef konden diverse stikstoftrappen onderling vergeleken worden:
- nulbemesting
- 50% advies
- 70%
- 70+30%
- 100%
- 100+25%
Visueel (zowel subjectief als objectief via drones) werd vastgesteld dat het loof een duidelijke achterstand opliep bij de twee laagste trappen (0 + 50%) in de loop van juli. Vanaf tweede helft augustus waren die verschillen al niet meer zichtbaar en ook de afrijping verliep bij alle trappen even snel.
De opbrengst bleek bij oogst toch het hoogst te liggen bij de hoogste bemesting (100 en 125%) en beduidend lager bij de nulbemesting. De objecten die 50, 70 of 70+30% van het advies waren bemest bij planten, behaalden ongeveer dezelfde opbrengst en sortering. Maar aan de andere kant bleek de reststikstof in het najaar uiteindelijk wel het hoogst te liggen na de hoogste bemesting.
Vergelijking diverse bijbemestingsadviessystemen
Om de bijbemestingsadviessystemen te vergelijken werd steeds vertrokken van een basisbemesting van 70%. De bodem- en gewasstalen voor elk systeem werden 4x genomen van begin juli tot begin augustus.
Bodemstalen
De bodemstalen geanalyseerd door Inagro en de stalen genomen voor het labo Eurofins (bodemstaal + gewasanalyse) leverden ongeveer dezelfde adviezen op. In juli lagen de N-adviezen rond 75 kg N/ha. Begin augustus waren de adviezen sterk gedaald tot amper 10 – 25 kg N/ha. Zowel het object opgevolgd volgens de klassieke bodemstalen als het object opgevolgd volgens Eurofins werden op advies 4 keer gespoten met 10 kg N (Ureum 46); al werd bij Eurofins pas twee weken later gestart.
Bladsteeltjes of bladsap
Normec Green Agro Control en Novacrop Control zijn twee Nederlandse labo’s die op bladsteeltjes of bladsap bepalen hoeveel stikstof (nitraat, ammonium) de plant heeft opgenomen. Dit seizoen waren er problemen om dit vers geplukt materiaal via de klassieke B-post (tijdig) in deze labo’s te krijgen. Soms kwam het staal niet toe of veel te laat waardoor het materiaal te ver ontbonden was om nog te analyseren. Geen van beide labo’s geeft een bemestingsadvies waardoor resultaten volledig zelf geïnterpreteerd moeten worden. Enkel NovaCrop Control geeft nog de beoogde streefzones mee. Het object met Normec Green Agro Control werd pas eerste helft augustus twee keer met 10 kg N bemest en het object opgevolgd met NovaCrop Control slechts éénmalig half augustus.
Uiteindelijk werden geen visuele verschillen waargenomen tijdens het seizoen en werden geen opvallende verschillen waargenomen bij de opbrengst en sortering noch bij het nitraatresidu.
Net zoals in 2023, geven de proeven de indruk dat er sneller bijmestadviezen worden gegeven op basis van een bodemstaal in vergelijking met analyses op gewasstalen.
Type meststof voor bijbemesting
Bij vier objecten werd telkens op een andere manier de bijbemesting toegediend. De bijbemesting startte bij elk object op hetzelfde moment namelijk op 4 juli.
- Er werd 40 kg N gegeven met de korrelmeststof AN27% (in één keer) en op een ander object met vloeibare Ureum46 (4 x wekelijks 10 eenheden).
- Op een ander object werd bemest met 6x wekelijks N-Leaf te spuiten (3,6 kg N per behandeling). Omwille van de lage concentratie N werd op dit object slechts 22 kg N in totaal toegediend tijdens het groeiseizoen.
- Ook op een vierde object werd slechts 22 kg N toegediend: 4x Agri-Liq N-Yellow (4,5 kg N per gift) en 2x Agri-Liq NK-Blue (1,9 kg N per gift).
De bladmeststoffen N-Leaf en producten uit het Agri-Liq gamma zijn wel duurder dan de klassieke korrelmeststof AN27% of Ureum 46. Daartegenover staat een opbrengst die deze extra kostprijs niet (volledig) kan compenseren. Van deze vier vergelijkingen scoorde Agri-Liq het hoogst. De nitraatresiduen na oogst tonen ook geen opvallende verschillen aan.
Volledig rapport
