Gefractioneerd bemesten in late aardappelen – welke bijbemestingsadviessystemen en -strategieën lonen?
Project info
Project info
Project type
Startdatum
01/02/2023Einddatum
31/01/2025Te hoge nitraatresiduen aan het einde van de teelt van late aardappelen hebben een negatieve impact op de waterkwaliteit en zorgen ervoor dat de aardappelteler geconfronteerd wordt met bijkomende verplichtingen en kosten door regels vastgelegd binnen het Mest Actie Plan (MAP).
Het voeren van een beredeneerde bemesting van late aardappelen is dan ook het instrument om een goede aardappelopbrengst en -kwaliteit te realiseren met een zo laag mogelijk nitraatresidu. Zo’n beredeneerde bemesting start bij het verlagen van de basisbemesting voor het planten van de late aardappelen tot 70% van de behoefte en wordt vervolgd door tijdens het seizoen bij te bemesten op basis van een advies.
Hoewel tal van studies reeds hebben aangetoond dat deze aanpak werkt, wordt deze aanpak in de praktijk nog maar beperkt toegepast. Bij gebrek aan een duidelijk overzicht van welk type bijbemestingsadviezen men kan inwinnen en hoe men de geadviseerde bijbemesting best kan uitvoeren, zijn telers immers terughoudend om ermee aan de slag te gaan.
Met dit project hebben de partners tot doel de praktijk van het fractioneren van de bemesting in late aardappelen definitief breed ingang te laten vinden in de sector.
Hiervoor zullen we de telers een duidelijk inzicht verschaffen in welke bijbemestingsadviessystemen er bestaan en hoe ze werken. Naast het in Vlaanderen meest gekende bijbemestingsadviesssyteem op basis van een bodemanalyse zijn er nog tal van andere commercieel beschikbare bijbemestingsadviessytemen. Zo zijn er systemen die een bijbemestingsadvies formuleren op basis van plantsap analyses, analyses van bladstelen of een combinatie van bodem- en gewasanalyses.
Daarnaast zullen de telers geïnformeerd worden over hoe ze een bijbemestingsstrategie kunnen integreren in hun bedrijfsvoering en welke strategie (o.a. gebruik van korrel-, blad- en andere types meststoffen of biostimulanten) het meeste loont op vlak van opbrengst en kwaliteit enerzijds en nitraatresidu anderzijds. Er zal ook gefocust worden op hoe de bijbemesting het best uitgevoerd wordt. Dit wil zeggen onder welke weersomstandigheden, op welk tijdstip en met welke materialen (o.a. doppenkeuze). Tot slot zal ook het economisch rendement van de diverse bijbemestingsstrategieën bepaald en vergeleken worden (kosten-baten analyse).