Bijvriendelijke gewasbescherming
Verminder risico's voor bijen bij gebruik van insecticiden en herbiciden
Lees aandachtig het etiket en respecteer de aanbevelingen voor bijen:
- Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken, dat wil zeggen, op in bloei staande gewassen of op in bloei staande onkruiden.
- Spuit niet in de nabijheid van bijenkorven.
- Verwijder of bedek bijenkorven tijdens en kort na het spuiten.
- Indien een menging van verschillende gewasbeschermingsmiddelen wordt gebruikt, volg de aanbevelingen van alle etiketten.
Werk op een milieubewuste manier. Pas de IPM-richtlijnen toe.
IPM = geïntegreerde gewasbescherming
- Volg de waarschuwingssystemen en -berichten.
- Observeer welke insecten, ziekten of plagen op het perceel voorkomen en analyseer de mate van aantasting. Beslis op basis daarvan of een behandeling met een gewasbeschermingsmiddel noodzakelijk is.
- Kies, indien mogelijk, steeds voor een selectief gewasbeschermingsmiddel dat de natuurlijke vijanden en bestuivers zoveel mogelijk spaart.
Volg de goede landbouwpraktijken
- Gebruik het aanbevolen gewasbeschermingsmiddel, aan de juiste dosis zoals vermeld op het etiket, en spuit op het gepaste tijdstip.
- Spuit bij weinig wind, bij voorkeur 's morgens of 's avonds wanneer bijen niet actief zijn en om drift naar naburige velden, akkerranden of waterlopen te vermijden.
- Vermijd bij het zaaien stofdrift afkomstig van zaadontsmettingsproducten. Pas hiervoor de goede zaaipraktijken toe: zaaien gebeurt bij weinig wind aan een gematigde rijsnelheid en gebruik zaaimachines uitgerust met deflectoren om stofdrift te voorkomen, voornamelijk bij mais.