Witloof: waarschuwingsberichten
Inagro volgt de aanwezigheid van wollige slawortelluis en witloofmineervlieg gedurende het groeiseizoen op in verschillende regio’s via intense tellingen. Wekelijks wordt door Inagro een waarschuwingsbericht opgesteld dat door de LAVA-veilingen wordt verspreid naar de leden-witlooftelers. Niet-aangesloten telers kunnen tegen betaling de berichten ook ontvangen.
Verspreid over de diverse teeltgebieden van witloof in België worden wekelijks zestien waarnemingsvelden of referentiepercelen gecontroleerd op de aanwezigheid van witloofmineervliegen. Voor de wollige slawortelluis worden zes percelen opgevolgd. Op basis van de ligging van de witloofpercelen en de ervaringen van de laatste jaren worden de waarnemingsplaatsen over de teeltgebieden verspreid. Inagro staat in voor de waarnemingen in de provincies West- en Oost-Vlaanderen en Henegouwen. Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant te Herent neemt Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Antwerpen voor zijn rekening. Per veld worden de insecten gevangen met behulp van drie gele vangbakken gevuld met water, bewaarmiddel en detergent.
Wollige slawortelluis
De wollige slawortelluis overwintert in de spleten van de schors van de zwarte populier. Begin juni migreren ze naar de zomerwaardplanten, waaronder witloof, andijvie en sla. Met behulp van het voorspellingsmodel van Collier, R.H. et al. (1994) kunnen we het begin van de voorjaarsvlucht min of meer inschatten. Dit model gaat ervan uit dat de ontwikkeling van de wollige slawortelluis begint bij een gemiddelde dagtemperatuur van 6°C of meer. Het verschil tussen deze drempeltemperatuur en de dagelijks opgemeten temperatuur wordt opgeteld en uitgedrukt in daggraden (D°). Volgens het model start de migratie van de wollige slawortelluis van zodra 500 D° worden bereikt en vanaf 750 D° zou de migratie grotendeels beëindigd zijn. De periode waarin de slawortelluizen worden waargenomen, komt overeen met de voorspelling van het model maar het aantal waargenomen slawortelluizen varieert van jaar tot jaar. Om de grootte van de populatie in te schatten worden waarnemingen op het veld uitgevoerd.
Witloofmineervlieg
Het waarnemingssysteem in de witloofteelt heeft als doel de verschillende vluchten van de witloofmineervlieg (Phytomyza cichorii) gedurende het groeiseizoen te bepalen. Het waarschuwingssysteem zorgt ervoor dat je bij overschrijding van een economische schadedrempel regionaal en op het exacte tijdstip deze populatie mineervliegen kan bestrijden op het veld. Door deze manier van geleide bestrijding kan met een beperkte inzet aan bestrijdingsmiddelen en een minimale bespuitingsfrequentie de kans op witloofmineerschade tijdens de forcerie sterk worden gereduceerd.
Wanneer de waargenomen populatie mineervliegen op een referentieperceel de schadedrempel van gemiddeld vijf vliegen per vangbak overschrijdt, wordt voor alle witloofpercelen in deze regio onmiddellijk een waarschuwingsbericht opgesteld en een advies tot directe bestrijding gegeven. De waarnemingen worden wekelijks uitgevoerd vanaf half juni tot half oktober.