Puntvervuiling vermijden voor de behandeling
Jan Vanwijnsberghe
Overvulbeveiliging
Zorg er in eerste instantie voor dat je spuittank niet overloopt tijdens het vullen. Je kan hiervoor gebruik maken van een automatische vul- of doseerpomp. Heb je dit niet, blijf dan bij je spuittoestel staan tijdens het vullen. Check of je volumeaanduiding op de spuittank goed zichtbaar is en werkt. Een volumemeter op de vulleiding kan je ook helpen om de juiste hoeveelheid te vullen.
Vullen op het veld
Bedenk goed waar je je spuittoestel vult en wat de mogelijke risico's zijn als de spuittank overloopt of als je morst met product. Zorg er dus voor dat de vermorsingen niet in de waterloop terecht komen.
De makkelijkste manier is om alle handelingen met gewasbeschermingsmiddelen op het veld uit te voeren. De bodem zit vol bodembacteriën die op natuurlijke wijze de resten afbreken tot onschadelijke moleculen. Let wel op dat je minimaal 5 meter afstand houdt tot de waterloop om het risico op waterverontreiniging beperkt te houden.
Vermorsingen
Vermorsingen vermijden lijkt eenvoudig maar morsen gebeurt nog vaak in praktijk met grote gevolgen. Het gaat niet enkel over grote vermorsingen. Ook enkele kleine druppels kunnen problemen geven. Enkele tips:
- Zorg bij het vullen voor voldoende ruimte om te werken en vermijd obstakels op de grond.
- Maak gebruik van een tafel of karretje om je producten op te vullen zodat je op ergonomische hoogte werkt. Niet alleen goed voor je rug maar bovendien werk je efficiënter en voorkom je vermorsingen.
- Let goed op bij gebruik van een vultrechter dat je product niet wegspat. Giet dus voorzichtig het product in de vultrechter en reinig lege bussen ook voorzichting.
- Let op dat er geen lekkage is bij het openen van een verpakking. Enkele druppels die langs de bus weglekken kunnen genoeg zijn om verontreiniging te veroorzaken.
Vullen op een ingerichte vulplaats
Als je niet op het veld vult, dan is een ingerichte vulplaats je alternatief. In West-Vlaanderen liggen er intussen 16 openbare vulplaatsen aan waar je veilig water kan aanzuigen uit de waterloop.
Maar je kan ook op je eigen bedrijf een vulplaats inrichten. Idealiter ligt deze ook vlakbij je fytolokaal zodat de loopafstanden beperkt blijven. Ligt je watervoorraad ver van je fytolokaal dan kan je ook met een boven- of ondergrondse bufferciterne werken die gevuld wordt met een vlotterpomp en zo je watervoorraad garandeert.
Aanzuigslang
Volgens de IPM regelgeving moet je aanzuigslang verplicht aan volgende voorwaarden voldoen als je oppervlaktewater aanzuigt:
- Terugslagklep aan vulpomp of op aanzuigslang om terugvloei te vermijden
- Aanzuigslang is niet gecontamineerd met fytomiddelen. Deze is dus afgeschermd of niet aanwezig op het toestel tijdens het spuiten.
Correcte hoeveelheid spuitvloeistof
Bereken de nodige spuitvloeistof correct. Een gps systeem kan je helpen om de hoeveelheid correct in te schatten. Overschotten na de bespuiting bemoeilijken een goede reiniging van je spuittank.
Heb je toch een spuitoverschot? Verdun die dan met water uit de schoonwatertank en spuit die aan een hogere snelheid over je veld uit. Op die manier blijven de resten op het veld en veroorzaak je geen verontreiniging.
Lege verpakkingen en zegels
Een goed gespoelde verpakking bevat geen fytomiddelen meer en kan niet meer lekken. Maak er daarom een goede gewoonte van om onmiddellijk de lege verpakking goed te spoelen. Spoel je verpakking 3 keer met een beetje water en giet het spoelwater in de tank.
Haal bij het openen van een nieuwe verpakking meteen de aluminium zegel af en spoel alle fytoresten af. Eens een verpakking geopend dan is de aluminium zegel niet meer nodig en kan je die beter meteen spoelen. Onthoud dat enkele druppels product al genoeg zijn om een grote hoeveelheid water te verontreinigen.
Maak gebruik van de gratis AgriRecover ophaling om lege verpakkingen en zegels correct te verwerken.
Goed bezig vóór het spuiten?
