Hoe kan ik de geuremissie afkomstig van mijn bedrijf reduceren?
In de veehouderij zijn er heel wat factoren die aansturen op schaalvergroting op bedrijfsniveau. Hierdoor wordt er, onder andere, steeds meer aandacht besteed aan (geur)emissies. Geur is een zeer subjectief begrip.
Er bestaan verschillende technieken of maatregelen die de emissie van geur kunnen voorkomen of beperken.
Wat zijn geuren en hoe ervaren we ze?
De mens ervaart een geur wanneer moleculen uit de lucht binden met de geurreceptoren in het neusslijmvlies. Deze geurreceptoren geven de signalen door naar de hersenen die deze prikkels verwerken.
Geur is een zeer subjectief begrip. Enerzijds speelt de gevoeligheid van onze neus mee. Die verschilt van persoon tot persoon. Wat voor de ene aangenaam is, kan voor de ander vervelend zijn. In hoeverre een geur als aangenaam wordt ervaren, wordt uitgedrukt in de hedonische waarde. Anderzijds is het waarnemen van geur afhankelijk van de geurintensiteit en het geurkarakter.
De combinatie van de geurconcentratie en de hedonische waarde geven een indicatie of een geur hinderlijk is en tot klachten kan leiden. Als we over geur(hinder) spreken, is dit vooral een lokaal probleem en gaat het over een momentopname (afhankelijk van het aantal dieren, hun leeftijd, weersomstandigheden, het seizoen,...).
Geur(hinder), stap per stap
Er horen verschillende deelprocessen bij het waarnemen van geur en het ontstaan van geurhinder. Via een bron (in de veehouderij zijn dit hoofdzakelijk de emissiepunten van de stal, namelijk de plaats van de ventilatiekokers) kunnen geurstoffen geëmitteerd worden. Deze geuremissie zal via atmosferische dispersie verspreid worden in de omgeving.
De manier waarop geurstoffen zich in de atmosfeer verspreiden, hangt af van de emissiehoogte, de pluimstijging, de windrichting, de turbulenties, de temperatuur,… De uitgestoten stoffen worden in de omgeving verdund en verder verspreid. Daardoor komen deze stoffen terecht op leefhoogte (1,5m boven de grond), we spreken dan over immissie. Afhankelijk van de fysiologie van het reukzintuig (de neus) wordt er geur waargenomen.
De reactie van een individu op de waarneming van geur hangt af van factoren zoals de intensiteit van de geur, de aard van de geur (vb. zoete geur of rotte geur), het hedonisch karakter (aangenaam tot onaangenaam) en een aantal psychologische factoren (vb. houding t.o.v. de bron, eventueel negatieve ervaring…).
Wanneer de intensiteit en de frequentie van een onaangename geurwaarneming toenemen, treedt eerst het individuele hindergevoel op. Het collectief hindergevoel treedt op wanneer binnen een leefgemeenschap een zeker deel van de bevolking zich gehinderd voelt en zich gezamenlijk tegenover het probleem opstelt.
Geurhinder kunnen we dus definiëren als het cumulatieve resultaat van een herhaalde blootstelling aan geur.
Hoe kan je geuremissies beperken?
De VLAREM wetgeving omvat al heel wat regels om de hinder als gevolg van de uitbating van ingedeelde inrichtingen of activiteiten naar de omgeving toe zoveel mogelijk te beperken. Specifiek voor veehouderijen moet er in eerste instantie rekening gehouden worden met de verbods – en afstandsregels bij de inplanting van stallen. In dit artikel gaan we dieper in op de geurreducerende maatregelen of technieken.
-
Erkende technieken
Op 1 september 2012 verscheen de omzendbrief ‘Milderende maatregelen voor geuremissies die afkomstig zijn van bestaande varkens – en pluimveestallen’. Het doel van deze omzendbrief is om technisch en economisch haalbare alternatieve systemen ter beperking van de geuremissie bij bestaande varkens- en pluimveestallen op te lijsten.
Anderzijds bestaat er ook een lijst met erkende ammoniakemissiearme staltechnieken. Hierop worden tal van staltechnieken en luchtbehandelingstechnieken vermeld die naast de ammoniakemissie ook de emissie van geur reduceren.
-
Alternatieve maatregelen
Er bestaan ook nog andere technieken of maatregelen die niet erkend zijn, maar die door het uittesten op bepaalde bedrijven resulteerden in een reductie van geurhinder in de omgeving.
Deze maatregelen of technieken kunnen we onderverdelen in 2 categorieën, zogenaamde end of pipe technieken en front of pipe technieken.End of pipe technieken zijn technieken die geplaatst worden na de stal, zoals:
- Luchtbehandelingstechnieken: luchtwasser (biologisch/chemisch), biobed
- Verhogen emissiepunt
- Windsingel
- …
Front of pipe technieken zijn technieken die in de stal zelf toegepast worden, zoals:
- Ammoniakemissiearme staltechnieken
- Mestadditieven
- Voederstrategieën
- …
Hoe ontstaat geur in de veehouderij?
Geur in de veehouderij ontstaat hoofdzakelijk bij de afbraak van proteïnebevattende afvalproducten. Deze proteïnebevattende afvalproducten worden op veehouderijen vooral teruggevonden in de mest en urine. De geurverbindingen komen vrij in de stal, bij de opslag van de mest en tijdens het uitrijden van de mest. Bij de geurmodellering houwen wordt evenwel geen rekening gehouden met het uitrijden van mest. Dit is vooral een seizoensgebonden gegeven.
De geuremissie op veeteeltbedrijven wordt voornamelijk beïnvloed door:
- de diersoort (varkens, pluimvee …)
- de diercategorie (zeugen, biggen, slachtkuikens, legkippen…)
- het aantal dieren
- het stalsysteem
- het voeder
- de aanwezigheid van kadaveropslag
- de aanwezigheid van mestbewerkings- of -verwerkingsinstallatie
Per diersoort, diercategorie en stalsysteem/luchtbehandelingstechniek werd een emissiecijfer vastgelegd. De lijst met geactualiseerde emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijn stof is een bijlage van het Richtlijnenboek Landbouwdieren.