
Best beschikbare technieken voor maaien van grasland

Wanneer maaien?
Vooraleer je denkt aan maaien is het belangrijk om de maaier op punt te zetten. Zijn de mesjes nog scherp? Werkt alles zoals het moet? Dient er nog iets gespannen of gesmeerd te worden?
Heeft de eerste snede gras een opbrengst van 3000 à 3500 kg droge stof per hectare bereikt en wordt er goed weer voorspeld, dan hoef je zeker niet meer te wachten! Voor latere snedes wordt deze opbrengst meestal niet gehaald.
Te laat maaien, met als gevolg dus een zware snede zal zorgen voor afsterven van de planten en verstikking van jonge scheutjes. De reserves in de wortels gaan dalen. Dit alles zal zorgen voor een slechte hergroei, met als gevolg open plekken in de zode, waar onkruid(grassen) alle ruimte krijgen.
Tijdstip van maaien en suikergehalte
Het suikergehalte in gras varieert doorheen de dag. Suiker wordt overdag aangemaakt door fotosynthese en ’s nachts verbruikt bij de ademhaling. Hierdoor is het suikergehalte in gras ’s morgens het laagst en ’s avonds het hoogst.
- Op zonnige dagen met koude nachten, wordt veel suiker gevormd tijdens de fotosynthese en wordt nauwelijks suiker verbruikt bij de ademhaling. Hierdoor kan het suiker gaan opstapelen in het gras.
- Wanneer je 's avonds gaat maaien, gaat 's nachts de ademhaling van het nog niet volledig afgestorven gras door, waardoor ook suiker verloren gaat.
Het suikergehalte in het gras dat je 's avonds maait zal op het einde van de rit dus niet veel verschillen van het gras dat 's morgens gemaaid is. Algemeen mag je beginnen maaien van zodra het gras ’s morgens droog staat.
Maaihoogte
De ideale maaihoogte voor grasland is 6 à 7 cm. Voor grasklaver mag dat zelfs nog iets hoger zijn. Korter maaien vertraagt de hergroei en vergroot de kans op verontreiniging met grond, wat resulteert in een hoger asgehalte in de kuil.
Het is belangrijk om de juiste maaihoogte op het perceel zelf af te stellen, want wanneer dit op een verharde ondergrond gebeurt kan er weleens een verschil optreden. Zorg ook dat de maaier perfect vlak afgesteld is.
Veldperiode
Na het maaien begint het verlies van voederwaarde in het gras. Beperk daarom de veldperiode na maaien tot maximaal 2 dagen. Daarnaast zal bij een langere veldperiode ook de vertraging in hergroei groter zijn. Over het algemeen kan gesteld worden dat de vertraging in hergroei even groot is als de duur van de veldperiode. Oorzaken van de hergroeivertraging zijn de bedekking van de stoppel door het gemaaide gras, berijden van machines en het uitstellen van de stikstofbemesting. Bij een lange veldperiode ontstaat een open zode, wat leidt tot vestiging van onkruiden alsook in een groter verlies van droge stof. De vereiste veldperiode wordt langer naarmate de snede zwaarder en de stikstofbemesting hoger is.
Voor een optimale conservering is een droge stofpercentage van minimaal 35 – 45% nodig. Als het gras in twee dagen niet voldoende droog is, kies dan eventueel om vochtig in te kuilen met een goed toevoegmiddel.
Met of zonder kneuzer?
Om een drogestofgehalte van 35% – 45% te halen moet heel wat water uit het vers gras (17% droge stof) verdampen.
Aanvankelijk kan het water nog verdwijnen via de huidmondjes, maar deze sluiten snel na maaien. Beschadiging van de waslaag via kneuzen vergemakkelijkt de uittrede van vocht uit het gras en kan de droogtijd met een paar uur inkorten. Wanneer het echter gaat regenen op gekneusd gras, dan zijn de uitlogingsverliezen hoger, waardoor de voederwaarde sneller achteruit gaat. Daarnaast vraagt het kneuzen wat extra vermogen.
Maaier
Er bestaan verschillende types maaiers. In de praktijk worden de trommelmaaier en schijvenmaaier meest gebruikt. Door een frontmaaier met zijmaaier(s) te combineren kan een grotere werkbreedte gehaald worden.