West-Vlaanderen stelt aanpak en visie over landschappelijke integratie scherp
De open ruimte is een troef van de provincie West-Vlaanderen. West-Vlamingen en bezoekers wonen, werken en ontspannen er. Samen dragen we zorg voor dat buitengebied. Zo investeren land- en tuinbouwers al heel wat in landschappelijke beplanting. Voor klasse 1-bedrijven versterkt het provinciebestuur zijn beleid vanaf 1 maart, onder andere met een waarborgregeling. Zo wil de provincie gelijkheid creëren voor alle vergunningen in het buitengebied en beplantingsplannen correct uitgevoerd zien.
Voor wie?
Op het platteland delen land- en tuinbouwers, andere ondernemers, bewoners en recreanten de ruimte. Iedereen draagt verantwoordelijkheid om de kwaliteit van het landschap te behouden en te versterken. Maar om economische activiteiten uit te oefenen heb je bedrijfsgebouwen nodig. Dat gaat vooral over land- en tuinbouwbedrijven, maar ook over andere bedrijven in de open ruimte.
Let wel: de provincie is enkel de vergunningverlenende overheid voor klasse 1-bedrijven.
Wat?
Land- en tuinbouwers investeren vandaag al heel wat in landschappelijke beplanting om hun bedrijf te integreren in het omliggende landschap. Het provinciebestuur versterkt haar beleid rond de landschappelijke integratie van constructies in het buitengebied om…
- gelijkheid te creëren voor alle vergunningen in het buitengebied
- beplantingsplannen correct uitgevoerd te zien
- landbouw en landschap dichter bij elkaar te brengen
Daarvoor zal de provincie de visie op landschappelijke integratie aftoetsen in het vergunningstraject en evalueren na realisatie. Je kunt blijven rekenen op ondersteuning in iedere fase van het traject.
Wat is de visie?
Landschappelijke beplanting integreert gebouwen optimaal in het omringende landschap. Het is dan ook een zaak van elk bedrijf en vereist een benadering van alle zijden. Beplanting verlegt het accent van de gebouwen naar het landschap.
Ritmische wisselwerking tussen hoge en lage beplanting, architectuur, materiaalkeuze en inplantingsplaats creëren landschappelijke zichten en verleggen het accent naar de beplanting zonder gebouwen te camoufleren. Wel moet beplanting de tijd en ruimte krijgen om te ontwikkelen tot het beoogde resultaat. Naast een meerwaarde voor het landschap is beplanting ook goed voor biodiversiteit, klimaat, bodem en waterhuishouding.
In een visiedocument legt de provincie die basiselementen van een goede landschappelijke integratie vast. De visie schept eenheid en duidelijkheid voor alle gebruikers van het buitengebied. Het maakt voor iedereen - provinciebestuur, gemeenten, landbouwers, ondernemers, adviesverleners, studiebureaus en architecten - duidelijk wat een geslaagde landschappelijke integratie inhoudt.
Hoe kan jij die visie toepassen?
Inagro past de principes uit het visiedocument al langer toe. Voer(de) je een bestaand beplantingsplan uit dat Inagro ontwierp, dan ben je helemaal mee.
Dien je een nieuwe vergunningsaanvraag in, dan moet je duidelijk maken welke inspanningen je al leverde op het vlak van landschappelijke integratie en wat je zal doen om het nieuwe gebouw te integreren in het landschap. Dat doe je in een landschapsintegratieplan. Welke documenten je verder nodig hebt in je dossier, vind je op deze webpagina.
Wil je een integratieplan opmaken, al dan niet in het kader van een vergunningsaanvraag? Onze adviseurs staan voor je klaar. We bieden gratis advies. In overleg met jou maken we een plan op. Daarbij houden we uiteraard rekening met de nieuwe visie van het provinciebestuur, maar ook met de functionaliteit van je bedrijf en de erfordening.
Hoe zal de provincie toezien op de uitvoering van het integratieplan?
Via een waarborgregeling wil het provinciebestuur zekerheid dat de aanplant ook daadwerkelijk en correct gebeurt. Van rechtswege zal er een waarborg geïnd worden. Na uitvoering van de afgesproken beplanting wordt de waarborg teruggestort.
Let op: deze regeling treedt in werking voor de vergunningen van klasse 1-bedrijven die vanaf 1 maart 2024 worden ingediend bij de provincie West-Vlaanderen. Hanteert je gemeente een waarborgsysteem, dan geldt dat systeem en int de provincie geen waarborg.
-
Hoe wordt de waarborg berekend?
De waarborg wordt berekend op basis van de effectieve kost van alle beplanting die extra aangeplant moet worden. Hoe meer beplanting al aanwezig was, hoe minder er moet bijkomen en hoe lager de waarborg is.
Er zijn geen standaardprijzen voor plantmateriaal en aanlegwerken. Daarom berekent de provincie de waarborg op basis van een forfaitaire prijs per boom en per struik (bosgoed) en een eenheidsprijs voor aanplant.
-
Wanneer wordt de waarborg geïnd?
Je levert de waarborg ten laatste drie maanden na het verlenen van de vergunning en in ieder geval vóór aanvang van de werken. Dat kan met een bankwaarborg of via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas.
-
Wanneer wordt de waarborg terugbetaald?
Is de aanplant gerealiseerd, dan bewijs je de aanplant met fotomateriaal of komt er iemand langs. Beoordeelt de provincie de aanplant als correct uitgevoerd, dan wordt de waarborg terugbetaald.
Heb je drie jaar na het verlenen van de vergunning nog geen waarborg teruggevraagd, dan zal de provincie contact opnemen. Er kunnen goede redenen zijn waarom de aanplant nog niet gebeurd is, bijvoorbeeld: de bouwwerken zijn nog niet afgerond. Daarom zal er telkens met de landbouwer gezocht worden naar de beste oplossing.
Voer je de aanplant ook daarna niet uit, dan zal de waarborg ingehouden worden. Maar ook dan blijft de verplichting bestaan om het integratieplan uit te voeren. Bij een volgende vergunning wordt er sowieso op teruggekomen. Er is zelfs verval van de volledige vergunning mogelijk.
-
Simulatie invloed van historische beplanting op waarborg
- Anoniem plan fase 1: aanvraag melkveestal vereist extra beplanting > waarborg: 2477,52 excl. btw.
- Anoniem plan fase 2: beplanting uit vorige vergunning is correct uitgevoerd > aanvraag extra jongveestal 2 jaar later vereist beperkte extra beplanting > waarborg: 679,22 euro excl. btw.
Subsidies voor beplanting
Sinds enkele jaren ondersteunt het provinciebestuur de aanplant van groen op land- en tuinbouwbedrijven ook financieel via een provinciale subsidieregeling. Daar kan je in het plantseizoen (begin november tot eind februari) gebruik van maken om je beplantingsplan uit te voeren. Daarnaast biedt de Vlaamse overheid NPI-steun voor landschappelijke integratie. Die subsidie is interessanter als de totale kosten van je aanplant hoger zijn dan 1000 euro.