Rijenbemesting aardappelen in de praktijk
Het is algemeen gekend dat een aardappelplant over een minder goed ontwikkeld wortelstelsel beschikt. Hierdoor overlappen de wortels van planten uit naast elkaar gelegen rijen elkaar weinig. Meststoffen die in het midden tussen de ruggen terecht komen, worden dus moeilijker opgenomen door het gewas. Door een betere positionering van de meststoffen (dicht bij de poter) kunnen de wortels de meststoffen beter opnemen. Dit kunnen we bekomen door te bemesten in de rij.
In kader van de operationele groep “Rijenbemesting aardappelen in de praktijk” volgen Inagro en PCA samen zes praktijkpercelen op. Op elk van deze velden wordt een volleveldsbemesting vergeleken met bemesting in de rij.
Stikstofbemesting
De precieze invulling van de stikstofbemesting verschilt natuurlijk van perceel tot perceel en hangt onder andere af van de bemestingstechniek van de landbouwer zelf.
Op elk van de percelen werd in het voorjaar een bodemstaal genomen om een correcte inschatting te maken van de totale stikstofbehoefte van het gewas op dat specifiek veld. Op de helft van de percelen lag het N-advies rond 175 kg N/ha en bij de andere helft rond 190 kg N/ha. De opgevolgde percelen liggen hoofdzakelijk in gebiedstype 2 of 3.
Een zestal weken na planten zal een nieuw bodemstaal genomen worden om na te gaan of er nog stikstof, bv. via bladbemesting, moet bijgegeven worden.
Met uitzondering van één perceel werd overal organische bemesting toegepast voor planten. Van deze mest werd tijdens toediening een staal genomen om te analyseren op de werkelijke hoeveelheid aanwezige nutriënten. Op moment van minerale bemesting tijdens het planten was het resultaat hiervan nog niet gekend. De hoeveelheid toe te dienen minerale meststoffen werd dan ook berekend aan de hand van de forfaitaire cijfers. Hierdoor blijkt achteraf soms dat er te weinig of te veel stikstof werd gegeven in vergelijking met het advies.
Er werd gestreefd naar 100% bij de volleveldstoepassing bij planten en 100% / 70% in de rij. De werkelijke gegeven dosissen kunnen dus wel afwijken van dit opzet.
Korrelmeststof in de rij
Drie telers / loonwerkers dienden op het perceel de minerale stikstof in de rij toe onder korrelvorm (KAS 27% of Ureum 46). Toediening hiervan gebeurde:
- Met een granulaatstrooier (met grotere capaciteit) waarbij de korrels dan ook rechtstreeks in de plantvoor vielen.
- Ofwel met een systeem met een fronttank (600 kg) waarbij de korrels via twee buisjes, links en rechts bij de plantkouters werden geblazen.
Vloeibare stikstof in de rij
Op twee percelen werd de stikstof vloeibaar toegediend via regendoppen. Er werd gespoten op het kleine rugje (net vooraleer grote ruggen werden gemaakt).
Eén teler met vooral zwaardere poldergrond diende de stikstofbemesting toe tijdens het rijenfrezen. Via een systeem met een slangenpomp op zijn rijenfrees werd de vloeibare meststof geïnjecteerd langs twee beitels die onder de poter liep (± 3 à 4 cm onder de knol en 20 cm uit elkaar).
Meer info?
