Landbouwsector heeft interesse in pocketvergisting met nabewerkingstechnieken
Pocketvergisting en nabewerking: een interessante combo en dus een demonstratiedag waardig. Op 10 december bezochten we twee landbouwbedrijven die hierop inzetten. We zagen er de eerste operationele resultaten in Vlaanderen en gingen met een hoop kennis naar huis.
Pocketvergisting met ammoniakstripping
Melkvee- en varkenshouders Dries en Brenda kregen in 2021, net voor het stikstofarrest, een vergunning voor een tweede melkveestal. De oorspronkelijk roostervloer werd gedicht met rubberen matten en mestschuiven. Ideaal voor pocketvergisting dus. Resultaat: een 44 kW-vergister van Biolectric levert hernieuwbare energie, waardoor hun piekbehoeftes tot 22.000 kWh met gemak ingevuld worden. Een perfect bedrijf om inspiratie op te doen.
En daar stopt het niet. Om ook de mestverwerkingskost te drukken, investeerden de ondernemers in twee hygiënisatie-units. Hier wordt het digestaat eerst gehygiënseerd, om het daarna te scheiden via een centrifuge. Een deel van de dikke fractie gebruiken ze als ligboxstrooisel, de rest kan vanwege de hygiënisatie makkelijker geëxporteerd worden, of als bodemverbeteraar richting tuinaanleggers of boomkwekerijen worden afgezet.
Doel: besparen op elektriciteits- en mestverwerkingskosten
In Nederland wordt pocketvergisting soms gecombineerd met ammoniakstripping. Dat wilden ze hier ook uitproberen. De dunne fractie van het digestaat gaat daarbij naar een stikstofstripper van Detricon om ammoniumsulfaat te produceren. Indien de Europese RENURE-wetgeving goedgekeurd wordt, kan dit als kunstmestvervanger worden ingezet. In afwachting daarvan is verneveling over de dikke fractie een alternatieve optie.
Het doel van dit alles: methaan- en stikstofuitstoot verminderen en zo besparen op elektriciteits- en mestverwerkingskosten.
Rendabel?
Afhankelijk van de bedrijfssituatie en enkele aannames zoals zelfconsumptie, mestverwerkingskost, kunstmestprijzen… kan de combinatie van pocketvergisting en ammoniakstripping rendabel zijn voor een landbouwbedrijf. Uit onze simulatie blijkt dat het geval vanaf 130 melkkoeien of 3500 vleesvarkens.
Pocketvergisting met filtratie en omgekeerde osmose
In de namiddag stond een bedrijfsbezoek aan het gemengde bedrijf van Jonas en Jolijn op de planning. Daar staan een zeugenstal voor 700 dieren en twee braadkippenstallen, naast de vleesvarkens- en rundveetak. Een automatische voederkeuken voorziet de dieren van voeder. Zoiets vraagt veel energie, dus kozen ze voor een pocketvergister van Green Service (150 kW). Die vangt, samen met zonnepanelen en batterijen, de pieken op. Daardoor zijn ze nu energieneutraal. De vergister wordt gevoed met dikke fractie van de zeugenmest (gescheiden via een DAF-filter), wat ruwe zeugenmest en organisch-biologisch afval, wat voor het meeste biogaspotentieel zorgt. De warmte die vrijkomt, gebruiken ze in de zeugenstal.
Van mest tot drinkwater en kunstmestvervanger
Om ook de mestverwerkingskost te drukken, investeerden ze in verdere nabewerking van het digestaat.
- Dat gaat opnieuw naar de DAF, zodat de dikke fractie wordt gerecirculeerd richting vergister
- De dunne fractie gaat daarna over een papierbandpers om de fijnste deeltjes uit te filteren.
- En daarna richting tweetraps omgekeerde osmose.
Hierdoor ontstaat restwater dat, na toevoeging van mineralen, ideaal is als drinkwater voor de dieren. Er komt ook mineralenconcentraat vrij, een meststof die ze na goedkeuring van de RENURE-wetgeving als kunstmestvervanger kunnen inzetten. In afwachting daarvan, wordt deze opgeslagen op het bedrijf.
Rendabel?
Afhankelijk van de bedrijfssituatie en enkele aannames zoals zelfconsumptie, mestverwerkingskost, kunstmestprijzen… kan deze combinatie rendabel zijn voor een landbouwbedrijf: vanaf 220 melkkoeien of 6400 vleesvarkens volgens onze simulatie.
Wetgeving en vergunningen
Uiteraard speelt ook de wetgeving en het vergunningskader een sterke rol in de implementatie van de technieken. Hieronder enkele tips & tricks om daar het best mee om te gaan:
-
Om pocketvergisting zo eenvoudig mogelijk te houden, focus je best op mono(mest)vergisting. Zo vermijd je heel wat administratie en regelgeving .
-
Er zijn heel wat steunmaatregelen voor pocketvergisting. Je laat de certificatensteun na goedgekeurde omgevingsvergunning, best zo snel mogelijk vastleggen via een principeakkoord. Want deze daalt jaarlijks.
-
De RENURE-wetgeving kan wel eens belangrijk worden in de toekomst: goedkeuring op Europees niveau zou voor lokale implementatie kunnen zorgen. Zo kunnen ammoniumzouten en mineralenconcentraat toegepast worden als kunstmestvervanger. Momenteel ziet men dit als dierlijke mest om toe te passen binnen de stikstofnorm van 170 kg N/ha per jaar.
Op vlak van vergunningen is het landschap momenteel nog zeer onduidelijk:
-
Pocketvergisters zijn interessant als je een PAS-vloer hebt. Door verdere reductiedoelstellingen zullen er meer zo’n vloeren komen en wordt vergisting dus een optie.
-
Maar de onzekerheid rond stikstofregels blijft ons vandaag nog parten spelen. Meer rechtzekerheid zou in die zin kunnen zorgen voor een pak meer investeringen in Vlaanderen.
-
Het WeComV concludeerde in 2023 dat de toepassing van pocketvergisting op een rundveestal niet leidt tot een significante netto-toename in ammoniakemissie ten opzichte van een rundveestal zonder pocketvergisting. Toch blijft het vergunningstraject niet evident. Door een gebrek aan Vlaamse metingen is de totale ammoniakemissie van een melkveestal met dagelijkse mestverwijdering én een pocketvergister momenteel niet gekend. Aan de hand van een metastudie probeerde Boerenbond daar toch antwoorden op te zoeken. Maar dat is niet evident: elke boerderij is een eigen, gesloten systeem met diverse in- en outflows. Bovendien kunnen emissies in een bepaalde fase van het proces een invloed hebben op die in een latere fase.
Een volledig overzicht van de belangrijkste emissiebronnen (van ammoniak en methaan) bij bedrijven met pocketvergister, ontdek je in de metastudie die later op onze projectpagina komt.
Meer info?
Dit nieuwsbericht kadert binnen het demoproject Boost pocketvergisting en nabewerking en de Operationele Groep ReMestV. Deze projecten worden gefinancierd met PDPO III-middelen. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.