Economisch verantwoorde rantsoenkeuzes
Melkveebedrijven worden geconfronteerd met toenemende prijzen voor aangekocht eiwit. De vraag stelt zich wat het economisch effect is om meer eiwit van eigen land te halen. Dit impliceert aanpassingen aan het rantsoen, wat op zijn beurt diverse aspecten van de bedrijfsvoering beïnvloedt.
Routeplanner Melkvee 2.0
Inagro ontwikkelt momenteel samen met projectpartners ILVO, Boerenbond en Hooibeekhoeve een online rekentool “Routeplanner Melkvee”. Dat is een tool die het mogelijk maakt om diverse keuzeopties op individuele melkveebedrijven economisch te onderbouwen.
Hieronder belichten we het potentieel van de tool voor de analyse van het bedrijfseconomische effect van een hoger aandeel gras in het rantsoen en het toepassen van begrazing.
Een voorbeeld
Als voorbeeld kiezen we een melkveebedrijf:
- Met 100 melkkoeien (en bijhorend jongvee) die gemiddeld 9000 liter melk per jaar produceren tegen een melkprijs van € 40/100 l.
- De melkkoeien krijgen een maisrijk rantsoen: bestaande uit 9,0 kg maiskuil en 5,5 kg voordroogkuil, aangevuld met 7,7 kg krachtvoer per dag. Het krachtvoer omvat zowel het krachtvoer als de krachtvoerachtigen.
- De teeltkosten voor gras en mais worden gelijk verondersteld (€ 1250/ha/jaar), maar de opbrengsten verschillen, namelijk 10 ton DS/ha voor gras en 15 ton DS/ha voor mais.
Impact hoger aandeel gras op het bedrijf
Het rantsoen van de melkkoeien wordt aangepast naar 7,2 kg maiskuil en 7,2 kg graskuil, aangevuld met 7,3 kg krachtvoer per dag. Door het toenemende aandeel gras in het rantsoen, is er minder behoefte aan eiwitrijk krachtvoer en wordt dit vervangen door evenwichtig krachtvoer. Beide rantsoenen zijn geoptimaliseerd naar eenzelfde nutritionele behoefte en eenzelfde melkgift.
- Uit de simulatie blijkt dat de ruwvoerkost stijgt, omdat de opbrengst per hectare gras lager ligt dan die van mais en dus meer areaal nodig is voor ruwvoerteelt (Tabel 1).
- Bovendien is meer arbeid nodig wanneer het aantal hectare grasland toeneemt.
- Daartegenover staat dat de totale krachtvoerkost (ton/jaar) daalt doordat minder eiwitrijk krachtvoer gevoederd wordt in een grasrijk rantsoen.
Voor het voorbeeldbedrijf blijkt het saldo licht toe te nemen ten gevolge van een omschakeling naar een grasrijk rantsoen.
Tabel 1. Vergelijking maisrijk rantsoen, grasrijk rantsoen en grasrijk rantsoen met beweiding
|
Maisrijk rantsoen |
Grasrijk rantsoen |
Grasrijk rantsoen + beweiding |
Totaal ontvangsten melkveetak (€/j) |
391.787 |
391.787 |
391.787 |
Kost ruwvoerteelt (€/j) |
65.684 |
67.726 |
65.764 |
Kost krachtvoer (€/j) |
86.740 |
82.527 |
82.527 |
Totaal variabele kost melkveetak (€/j) |
274.407 |
272.235 |
270.272 |
Saldo (€/j) |
117.380 |
119.552 |
121.515 |
Saldo, incl. kost eigen arbeid (€/j) |
33.345 |
34.635 |
34.481 |
Benodigde oppervlakte (ha) |
52,55 |
54,18 |
55,81 |
Grasland (ha) |
26,65 |
32,20 |
23,83 |
Snijmais (ha) |
25,90 |
21,98 |
21,98 |
Beweiding (ha) |
0 |
0 |
10 |
Benodigde arbeid (u/j) |
4.943 |
4.995 |
5.120 |
Beweiding
Wanneer wordt gekozen voor beweiding (10 dieren per ha gedurende 150d), zien we dat de totale kost voor ruwvoerteelt daalt. Dit komt doordat de teeltkosten per hectare voor weiland lager zijn dan voor maailand.
Bemerk wel dat extra areaal nodig is voor beweiding. Hier moet per bedrijf bekeken worden of voldoende areaal aanwezig is.
Daarnaast vereist beweiding ook extra arbeid, die moet worden opgevangen door eigen of externe arbeid.
Conclusie
Uit bovenstaande simulaties blijkt dat voor het beschouwde bedrijf omschakelen naar een rantsoen met een hoger aandeel gras, geen grote impact heeft op de economische prestaties. Uit het voorbeeld blijkt een klein positief effect van ongeveer 2.000 euro in de saldo-berekening. Er moet echter rekening gehouden worden met een grotere arbeidsbehoefte en het extra areaal dat nodig is. De impact van een omschakeling zal per bedrijf anders zijn en kan bedrijfsspecifiek bepaald worden met de Routeplanner Melkvee.
De overweging richting een grasrijk rantsoen kan mede worden beïnvloed door de expertise in graslandbeheer en gevoeligheid voor risico's, zoals variabele weersomstandigheden. Beweiding kan een optie zijn, gezien de huidige wetgeving met betrekking tot stikstofemissies (PAS).
Routeplanner Melkvee
Bovenstaande simulaties zijn gebeurd met een voorbeeldbedrijf. Economisch aangewezen opties zijn echter sterk bedrijfsafhankelijk en hangen ook af van de marktomstandigheden.
In de Routeplanner Melkvee tool kunnen teeltopbrengsten, teeltkosten en kosten van het krachtvoer afzonderlijk ingegeven worden. Om uitgebalanceerde rantsoenen te bepalen werd de ILVO Rantsoentool gebruikt, waarbij VEM, DVE en OEB zo goed mogelijk gelijk werden gehouden, alsook VEMmelk en DVEmelk. In bovenstaande simulatie werden krachtvoer en krachtvoerachtigen gebundeld. In de Routeplanner Melkvee kan per diercategorie afzonderlijk het ruwvoer en krachtvoer aangepast worden. Voor de simulatie werd enkel het rantsoen van de melkkoeien aangepast. Daarnaast werd de optie beweiding opengezet. De Routeplanner Melkvee verdeelt het aanwezige areaal volgens de rantsoenbehoefte van de dieren en dit volgens de economisch meest interessante situatie.