Circulaire meststoffen: hoe doen ze het in het veld?
In 2024 legden we een eerste veldproef aan in aardappelen, waarbij circulaire meststoffen werden gemengd om de impact op de bemestingspraktijk en opbrengst, in vergelijking met conventionele bemesting, te onderzoeken. Mengsels met een hogere nutriënteninhoud lijken meer gewenst voor een vlotte toepassing, maar er werden wel goede agronomische resultaten geboekt.
Benieuwd naar alle resultaten? Op donderdag 8 mei organiseren we een proefveldbezoek op Inagro.
In eerdere proeven werd al meerdere malen bevestigd dat er circulaire meststoffen zijn die als kunstmestvervanger kunnen dienen, maar in eerdere bevragingen gaven landbouwers aan dat betere afstemming van de nutriënteninhoud op de gewasbehoefte gewenst was. Daarom onderzoeken we nu welke mengsels van circulaire meststoffen hier mogelijk beter op inspelen.
Circulaire meststoffenmengsels
In 2024 werd een eerste proef aangelegd in aardappelen (Jelly). Rekening houdend met de bodemvoorraad werd bemest met 100 eenheden stikstof (N) en 250 eenheden kaliumoxide (K2O) per hectare. Dit bepaalde de verhouding van de meststoffen en de selectie van mengsels, aangezien een mengsel niet mocht leiden tot onrealistische hoeveelheden bemesting. Daarom werd in de veldproef conventionele bemesting vergeleken met volgende mengsels:
- Varkensurine + mineralenconcentraat
- Dunne fractie varkensmest + mineralenconcentraat
- Ammoniumsulfaat + mineralenconcentraat
Het lage nutriëntengehalte van de circulaire meststoffenmengsels bleek hier en daar wel een knelpunt. Dit vereist een groot toegepast volume om aan de gewasbehoefte te voldoen. Bovendien moest een deel van de kalium nog steeds met kunstmest worden aangevuld, afhankelijk van de teeltbehoefte en de concentratie van het mineralenconcentraat.
Goede agronomische resultaten
Hoewel de opbrengst van de mengselobjecten net iets lager lag dan bij kunstmest, overtrof het wel de conventionele bemestingspraktijk van de teler. Waarschijnlijk leidden stikstofverliezen door vervluchtiging tijdens en na het bemesten tot de lagere opbrengst bij de circulaire meststoffen, ondanks het inwerken in de bodem na toediening. Daarentegen resulteerde de praktijk van de teler in een lagere opbrengst door overbemesting met stikstof. Het ras Jelly heeft immers maar weinig stikstof nodig, waardoor er te veel werd geïnvesteerd in het loof en minder in de knollen.
Schrijf je in voor ons proefveldbezoek en kom meer te weten!
- Interreg NWE-project ReNu2Cycle
- Horizon 2020 project WalNUT
- Horizon Europe projecten Novafert, BioSoilutions en GreenHood
- EU Erasmus+ project Ferti & Grow Academy
- Operationele Groep ReMestV. Dit project wordt gefinancierd met PDPO III-middelen. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
