Wanneer mag ik welk type mest uitrijden?

De start en het einde van het bemestingsseizoen is afhankelijk van verschillende factoren. Zo zijn het type mest, de teelten, de grondsoort, … bepalend.
Voor het uitrijden van mest is het belangrijk na te zien welk type wanneer mag uitgevoerd worden en onder welke voorwaarden. Onderstaand geven we een samenvatting van de wetgeving gekend op 10 juli 2021. Voor de meest actuele en volledige info verwijzen we naar de website van VLM.
Types meststoffen
-
Type 1 meststoffen
- Stalmest: dient minimaal een droge stof gehalte te hebben van 20% en is een mengsel van stro met uitwerpselen van runderen, paarden, gieten, schapen of varkens. Let op: mengsel met uitwerpselen van pluimvee worden niet beschouwd als stalmest.
- Champost
- Traag werkende meststoffen: hierbij behoren boerderijcompost, gecertificeerde gft- en groencompost of bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen met een attest als traag werkende meststof.
-
Type 2 meststoffen
Dit zijn alle meststoffen die niet tot type 1 of 3 behoren waaronder ook drijfmest en pluimveemest. Hier zijn er andere richtlijnen voor gras of akkerland en de zware kleigronden.
-
Type 3 meststoffen
Deze groep bevat:
- Kunstmest
- Spuistroom = drainwater dat niet hergebruikt wordt als voedingswater en afkomstig is van de teelt van planten op groeimedium.
- Effluent = een meststof ontstaan uit de biologische behandeling van dierlijke of andere meststoffen door middel van nitrificatie of denitrificatie, met uitzondering van het ontstane slib van de biologische verwerking.
Uitrijregeling per meststoftype
-
Uitrijregeling type 1 meststoffen
Hier is geen onderscheid naar uitrijregelgeving tussen gras of akkerland of op basis van verschillende gebieden.
- 16 januari t.e.m. 31 augustus:
- Toegelaten mag je type 1 meststoffen uitvoeren, maar op
- derogatiepercelen maar vanaf 16 februari.
- 1 september t.e.m. 31 oktober:
- De maximale dosis is beperkt tot 50 kg werkzame N/ha over de hele periode.
- Niet van toepassing op derogatiepercelen
- *1 november t.e.m. 15 januari:
- Verbodsperiode
- Enkel het aanbrengen van mest rond de stam van fruitbomen en op voorwaarde dat dit voorafgaande gemeld wordt op het Mestbankloket.
- 16 januari t.e.m. 31 augustus:
-
Uitrijregeling type 2 meststof op grasland
- 16 februari t.e.m 14 augustus
- Ja
- De uitrijregeling voor akkerland moet je respecteren bij:
- Gescheurd grasland
- Grasland voor zaaizaadvermeerdering
- 15 augustus t.e.m. 15 februari: verbodsperiode
- 16 februari t.e.m 14 augustus
-
Uitrijregeling type 2 meststof op akkerland niet-zware kleigrond
- 16 februari t.e.m. 31 juli:
- Ja
- Na de oogst van de hoofdteelt mag er niet meer bemest worden tenzij:
- Er voor 31 juli een nateelt komt.
- In een niet-nitraatrijke hoofdteelt (granen, vlas, …) als er voor 15 september een vanggewas wordt ingezaaid kan nog 36 eenheden werkzame stikstof/ha uit type 2 of 3 meststoffen gegeven worden voor 31 augustus.
- 1 augustus t.e.m.31 augustus
- Na de oogst van de hoofdteelt mag er niet meer bemest worden tenzij:
- In een niet-nitraatrijke hoofdteelt (granen, vlas, …) als er voor 15 september een vanggewas wordt ingezaaid kan nog 36 eenheden werkzame stikstof/ha uit type 2 of 3 meststoffen gegeven worden voor 31 augustus.
- Na de oogst van de hoofdteelt mag er niet meer bemest worden tenzij:
- Vanaf 1 september: verbodsperiode
- 16 februari t.e.m. 31 juli:
-
Uitrijregeling type 2 meststof op akkerland zware klei
- 16 februari t.e.m. 31 augustus:
- Ja
- Na de oogst van de hoofdteelt mag er niet meer bemest worden tenzij:
- Er uiterlijk 15 september een nateelt inzaait wordt.
- 1 september t.e.m. 15 oktober:
- Ja, maar:
- Niet op derogatie percelen
- Na de oogst van de hoofteelt mag er niet meer bemest worden tenzij:
- je maximum 14 dagen na het opbrengen een nateelt inzaait. De maximum dosis is beperkt tot 100 kg werkzame N/ha.
- Ja, maar:
- 16 oktober t.e.m. 15 februari: verbodsperiode
- 16 februari t.e.m. 31 augustus:
-
Uitrijregeling type 3 meststoffen
- 16 januari t.e.m. 15 februari:
- Alleen type 3 meststoffen met lage N-inhoud.
- OF gebruik op specifieke teelten onder bepaalde voorwaarden
- Niet op derogatie percelen.
- 16 februari t.e.m. 31 augustus:
- Grasland:
- Ja
- de uitrijregeling voor akkerland moet je respecteren bij:
- Gescheurd grasland
- Grasland voor zaaizaadvermeerdering
- Akkerland:
- Ja
- Na de oogst van de hoofdteelt mag niet meer bemest worden, tenzij:
- Op ten laatste 31 juli wordt er een nateelt ingezaaid. Kan ook een vanggewas zijn aangehouden conform de aanhoudingsperiode. Er is ook geen dosisbeperking voor bemesting t.e.m. 31 augustus als de nateelt uiterlijk op 31 juli gezaaid werd.
- OF ten laatste op 31 augustus wordt er een specifieke teelt ingezaaid. Ook hier is er geen dosisbeperking.
- OF tussen 31 juli en 15 september is er een vanggewas ingezaaid dat behouden blijft conform de aanhoudingsperiode. Je kan alleen bemesten na een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt. Er is een dosisbeperking van 36 kg werkzame N/ha. Als er type 2 en 3 meststoffen gebruikt worden geldt die dosisbeperking voor de som van type 2 en 3 meststoffen.
- Grasland:
- 1 september t.e.m. 31 oktober:
- Alleen type 3 meststoffen met lage N-inhoud.
- OF gebruik op specifieke teelten onder bepaalde voorwaarden
- Niet van toepassing op derogatie percelen
1 november t.e.m. 15 januari: verbodsperiode
- 16 januari t.e.m. 15 februari: