Is sorghum een alternatief voor snijmais?
Sorghum is qua groeiwijze en teelt vergelijkbaar met mais, en wint sinds enkele jaren aan belang omwille van zijn droogtetolerante karakter. Afhankelijk van het ras heeft sorghum, net zoals maïs, een hoog zetmeelgehalte en een vergelijkbare zetmeelafbreekbaarheid in de pens. Sorghumrassen kunnen onderverdeeld worden in enerzijds structuurrassen, die voornamelijk plantenmassa opleveren en structuur aan het rantsoen geven doordat ze veel vezels bevatten. Anderzijds zijn er de zetmeelrijkere rassen. Het zijn voornamelijk deze laatsten die in beeld komen als geschikte aanvulling in rantsoenen voor biologische herkauwers.
Wat is nu net de meerwaarde van sorghum voor de biologische veehouderij
Enkele voordelen op een rijtje:
- Het heeft een dieper en uitgebreider wortelstelsel, evenals een waslaag op de bladeren wat verdamping beperkt. Hierdoor is het minder droogtegevoelig;
- Meer wortels zorgen voor een hogere organische stofopbouw in de bodem, en een betere benutting van diepe bodemnutriënten;
- Door een efficiëntere stikstofbenutting is de stikstofbehoefte lager, een welkom voordeel bij het terugdringen van bemestingsnormen i.f.v. de huidige stikstofcrisis;
- Een kleinere rijafstand en een meer uitgebreid bladerdek zorgt voor een groter onkruid-onderdrukkend vermogen;
- Sorghum kan in de rotatie ingezet worden om de monocultuur van mais te doorbreken. Uit eerdere proeven die plaatsvonden op de Hooibeekhoeve in provincie Antwerpen bleek dat het doorbreken van deze monocultuur zich kan vertalen in minder onkruiddruk en hogere opbrengsten per perceel.
Momenteel is het nog kiezen of delen tussen opbrengst en voederwaarde
Uit meerdere veldproeven in Vlaanderen en Nederland blijkt dat de opbrengst en voederwaarde van sorghum nog achter blijft ten opzichte van die van mais. Ook Inagro is al reeds enkele jaren op verkenning met deze teelt, en o.a. onze rassenproef van 2023 toont dit fenomeen opnieuw aan. Dit is natuurlijk niet ongewoon, aangezien er in het verleden fel werd ingezet op de veredeling van mais, en we met sorghum nog maar in de beginfase zitten. Met name de energiewaarde van sorghum blijkt nog een stuk lager te liggen t.o.v. die van mais. Het is momenteel dus nog een beetje kiezen of delen tussen opbrengst enerzijds, of voederwaarde anderzijds.
In bovenstaande proef werden er 9 verschillende sorghumrassen getest, en werd de vergelijking gemaakt met het biologische (dubbeldoel) maisras ‘Molennon’ dat als referentie fungeert.
We zien hier dat het ras ‘Mataco’ het enige ras is dat qua opbrengst in de buurt komt van mais (17,5 ton/ha t.o.v. 19,1 ton/ha). De andere rassen kunnen qua opbrengst niet volgen. 'Mataco' is een structuurras en werd eveneens als referentie meegenomen ten opzichte van de andere, zetmeelrijkere rassen.
Het ras dat het minst opbracht, ‘Lupus’ met 11,8 ton/ha, scoorde echter wel het hoogst qua energiewaarde. Hetzelfde zien we bij 'Nutrigrain'. Qua zetmeelinhoud komen deze rassen tamelijk in de buurt van mais, waardoor ze eveneens het hoogste scoren naar VEM-waarde toe (890 en 850 t.o.v. 924). Ter vergelijking; het eerstgenoemde ras ‘Mataco’, waar we opvallend meer van konden oogsten, bevat slechts 680 VEM eenheden en heeft tevens een hoog ruw celstofgehalte.
Qua eiwitvoorziening is 'Lupus' eveneens het enige ras dat kan tippen aan mais. Mais heeft een DVE gehalte van 56, waar 'Lupus' een waarde van 58 vertoont. De andere sorghumrassen hebben een relatief hoog ruw eiwit percentage in vergelijking met mais, maar het grote deel daarvan blijkt niet bestendig te zijn. Als gevolg is het DVE percentage van de andere rassen relatief laag.
Gedetailleerd verslag rassenproef 2023
Invloed van weersomstandigheden op voederwaarde en opbrengst
Bovendien kunnen ook weersomstandigheden de gewasontwikkeling en afrijping sterk beïnvloeden. Dit zorgt eveneens voor grote jaarverschillen in opbrengst, zetmeelgehalte en verteerbaarheid. Resultaten van de proeven tot dusver bieden nog te weinig perspectief naar het potentieel van deze teelt onder klimaatextremen. Wat we wel zien is dat wanneer ruwvoerwinning in het gedrang komt, bijvoorbeeld doordat mais bezwijkt onder perioden van extreme droogte, deze teelt alvast wel een alternatief zou kunnen bieden. Ook onder nattere omstandigheden, zoals in het proefjaar (2023) het geval was, blijkt deze teelt goed zijn mannetje te staan.
Toekomstperspectief
Hoewel het vele veredelingswerk de afgelopen jaren al heel wat vruchten heeft afgeworpen, blijft de zoektocht naar rassen die aangepast zijn aan de klimaatomstandigheden in onze contreien een prioriteit. Een aantal zaadbedrijven zet momenteel sterk in op de veredeling van sorghum voor Noordwest-Europa. Ze brengen nieuwe hybriden in het aanbod die vroeger afrijpen en een hogere opbrengst leveren. Ook de zetmeelgehaltes en verteerbaarheid gaan er steeds op vooruit.
Zoals altijd, maar zeker wat betreft de teelt van sorghum, is het dus zeer belangrijk een doordachte rassenkeuze te maken i.f.v. de rantsoenbehoeften. Onze rassenproeven dragen hopelijk bij aan het maken van een weloverwogen keuze wanneer je met deze teelt aan de slag wil gaan op je bedrijf!
Teelttechnische tips
-
De teelt is gevoelig is aan vogelvraat
Met name onbehandelde zaden zijn zeer gegeerd bij vogels.
Tijdens de beginfase is het dus opletten geblazen. Op onze proefvelden worden er netten geplaatst, maar dat is in praktijk natuurlijk lastiger. Voorzie dus zeker maatregelen om je teelt te beschermen.
Op deze pagina vind je een overzicht https://inagro.be/themas/agro-ecologie/wildsoorten-de-landbouw/wat-kan-ik-doen-tegen-wilde-dieren-die-schade -
Zaai niet te vroeg
Sorghumscheutjes zijn zeer gevoelig aan koude weersomstandigheden.
Je moet dus geduldig zijn, en zaait beter enkele weken later i.p.v. één dag te vroeg als het weer nog wisselvallig, koud en kil is.
Een vuistregel is om een bodemtemperatuur van minstens 12°C af te wachten alvorens de zaden in de grond te stoppen.
Vaak betekent dit dat er pas na ijsheiligen (half mei) gezaaid kan worden.