RE-PEAT - Hergebruik van teeltsubstraten voor een circulaire tuinbouw
Project info
Project info
Project type
Startdatum
01/01/2022Einddatum
31/12/2023Met deze operationele groep beogen we het hergebruik van teeltsubstraten in de praktijk zijn intrede te laten vinden, met het uiteindelijk doel het gebruik van vers veen en andere niet-hernieuwbare grondstoffen in teeltsubstraten drastisch te reduceren. Hiervoor zal de beschikbaarheid van bruikbare reststromen uit zowel fruit-, groente- als sierteelt worden geïnventariseerd en gekarakteriseerd.
Op basis van de chemische en fysische eigenschappen worden de substraten ingedeeld in klassen. Ook de mogelijkheden om de kwaliteit van de reststromen (zoals nutriëntensamenstelling van het teeltsubstraat en de gewasresten) aan het einde van de teelt te verbeteren in functie van hergebruik, wordt hier bekeken en teruggekoppeld naar de producenten van deze reststromen.
De bruikbaarheid van de diverse reststromen zal worden gedemonstreerd in substraatproeven met perkplanten, potchrysanten en aardbei. Opvolging van gewasontwikkeling, beworteling en nutriëntenopname zal hierbij gebeuren in vergelijking met een traditioneel referentiesubstraat. Naast de teelttechnische aspecten wordt ook de relevante wetgeving in kaart gebracht (o.a. de mogelijkheden voor een grondstofverklaring) en zal het economisch plaatje voor hergebruik en hygiënisatie worden geëvalueerd en afgewogen t.o.v. de aankoop van vers substraat. Het bedrijf JoluPlant, dat al ervaring heeft met hygiënisatie en hergebruik van teeltsubstraten, zal hier fungeren als voorbeeldcase.
Opbouw van het project
In WP2 zal de beschikbaarheid van bruikbare reststromen uit zowel fruit-, groente- als sierteelt worden geïnventariseerd en gekarakteriseerd. Op basis van chemische en fysische eigenschappen zullen de substraten worden ingedeeld in klassen. Ook zullen mogelijkheden bekeken worden om kwaliteit van de reststromen aan het einde van de teelt te verbeteren in functie van hergebruik.
In WP3 zal de bruikbaarheid van de diverse reststromen worden gedemonstreerd in substraatproeven met perkplanten, potchrysanten en aardbei. Opvolging van gewasontwikkeling, beworteling, nutriëntenopname, opbrengst en kwaliteit zal hierbij gebeuren in vergelijking met een traditioneel referentiesubstraat.
In WP4wordt de relevante wetgeving in kaart gebracht (o.a. de mogelijkheden voor een grondstofverklaring).
In WP5 zal het economisch plaatje voor hergebruik en hygiënisatie worden geëvalueerd en afgewogen t.o.v. de aankoop van vers substraat.
In WP6 ten slotte zal het bedrijf JoluPlant, dat al ervaring heeft met hygiënisatie en hergebruik van teeltsubstraten, fungeren als voorbeeldcase.