Aanplantsubsidie waarmee Provincie West-Vlaanderen landbouwers en boomkwekers steunt, was groot succes
De Provincie West-Vlaanderen lanceerde eind november een aanplantsubsidie voor land- en tuinbouwers die een beplantingsplan tot uitvoering brengen in het kader van een vergunningsdossier of die hun bedrijf beter willen integreren in het landschap. De actie blijkt succesvol, want meer dan 100 landbouwers plantten bijna 1000 bomen en 13 kilometer bosgoed aan. Ze kregen daarvoor een subsidie tot 75% van de kostprijs. De kleine landschapselementen dragen bij aan de landschappelijke integratie van de bedrijven én zorgen voor een mooier landschap, wat de boer-burgerrelatie ten goede komt.
Wie wil bouwen of verbouwen moet een vergunning aanvragen. Dat geldt ook voor land- en tuinbouwers. Vergunningverlenende overheden hechten veel belang aan de integratie van land- en tuinbouwbedrijven in het landschap. Meestal is een beplantingsplan zelfs standaard onderdeel van een omgevingsvergunningsaanvraag. De Provincie West-Vlaanderen gaf land- en tuinbouwers vorig plantseizoen financiële steun bij de uitvoering van dat beplantingsplan.
Concreet konden ze rekenen op 75% terugbetaling als ze hun streekeigen plantmateriaal aankochten bij West-Vlaamse boomkwekers. Provincie West-Vlaanderen maakte daarvoor 48.000 euro vrij. “Met die tegemoetkoming geven we zowel de land- en tuinbouwers als de boomkwekers een duwtje in de rug in deze economisch moeilijke tijden”, stelde gedeputeerde Bart Naeyaert eerder dit jaar.
Duwtje in de rug
113 landbouwers maakten gebruik van de nieuwe subsidie. “Dat overtrof onze verwachtingen”, vult de gedeputeerde aan. “We kunnen stellen dat de plantgoedsubsidie een groot succes was.” Alles samen plantten de landbouwers ongeveer 31.000 streekeigen planten aan, 1000 bomen en 30.000 bosgoedplanten. In de categorie bomen kozen de landbouwers voornamelijk lindes, zomereiken en knotwilgen. Kardinaalsmuts, veldesdoorn, eenstijlige meidoorn en hazelaar werden vooral gebruikt bij losse heggen.
Voor sommige landbouwers was de subsidie een stimulans om beplantingsplan tot uitvoering te brengen, zo ook voor Bart Gruwier uit Woesten: “Het financiële extraatje geeft mij een duwtje in de rug. Bovendien stimuleert de subsidie me om het beplantingsplan sneller uit te voeren dan gepland.” Voor anderen was het een kans om een mooie werkomgeving te creëren.
Bijdragen aan de beeldkwaliteit van het landschap
Losse heggen, knotbomen en hoogstammige bomen op en rond het bedrijf zijn zeker een troef. Streekeigen soorten aanplanten op de hoeve sluit beter aan bij de kleine landschapselementen in de omgeving, waardoor bedrijven beter opgaan in het omringende landschap. Daarmee leveren ze hun bijdrage aan de beeldkwaliteit van het landschap, wat maatschappelijk gevoelig ligt. Een groenere bedrijfsomgeving is niet alleen een aangenamere werkomgeving, maar leidt ook tot een beter imago van het landbouwbedrijf en de sector. Ook de biodiversiteit krijgt een boost. Inheemse fauna, zoals nuttige insecten en vogels, zijn namelijk afgestemd op streekeigen plantensoorten voor voedsel, nest- en schuilgelegenheid.
Pluspunt in vergunningsaanvraag
Een vergunning krijgen is vandaag niet evident, zeker niet in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. In een goed vergunningsdossier mag een plan voor de integratie in het landschap dan ook niet ontbreken. Daarom kloppen land- en tuinbouwers aan bij Inagro voor advies bij hun landschappelijke integratie. “Een grotere omvang impliceert immers ook meer belangstelling voor de integratie in het landschap. Wie rekening houdt met de omgeving, creëert een draagvlak voor landbouw in de maatschappij”, stelt Timo Platteau, adviseur bedrijfsintegratie bij Inagro.
Aandacht besteden aan bedrijfsintegratie werpt ook zijn vruchten af bij de aanvraag van een nieuwe omgevingsvergunning. Hoe het landbouwbedrijf in het omliggende landschap staat, is een belangrijk onderdeel van de beoordeling. Kleine landschapselementen verminderen de visuele impact en zijn voor de vergunningsverlener dan ook onmisbaar. Heeft het bedrijf al kleine landschapselementen vóór het een aanvraag indient, dan is dat een pluspunt.
Wordt mogelijks vervolgd!
Landbouwers die vorige winter geen tijd hadden om aan te planten krijgen mogelijks een herkansing. “We overwegen een vervolgcampagne. Daarmee hopen we komende winter, samen met de land- en tuinbouwers, het West-Vlaamse landschap nog groener te maken”, besluit de gedeputeerde.