Vijf glastuinders nemen pilootinstallatie voor meelwormenkweek in gebruik
Binnen het Entomoponics-project wordt de praktijkhaalbaarheid van een meelwormenkweek onder teeltgoten onderzocht. Voorjaar 2022 gingen de piloten van start.
Installaties op maat van de gebruiker
Eén van de activiteiten binnen het Entomoponics-project is het installeren van pilootinstallaties voor insectenkweek in de serres van de vijf deelnemende telers. In het najaar van 2021 werd op deze vijf bedrijven de vrije ruimte onder de goot opgemeten en in overleg met de teler afgeklopt op het formaat van de installatie. Vervolgens volgde een fabricagefase in de smidse van Inagro waarbij kastjes op maat werden gemaakt uit aluminium en hardboard, wat ze voldoende stevig maakt en bestand tegen grondige reiniging. De insecten zelf worden aangebracht in plastieken euroboxen die in en uit de kastjes kunnen geschoven worden.
Eind januari was het dan zover; de eerste piloten werden op hun locatie geplaatst en opgestart. Naast het broed werd een starthoeveelheid tarwezemelen in de kweekbakken aangebracht. Dit dient als droogvoeder voor de wormen. De telers werden hierbij geassisteerd door een onderzoeker van Inagro die hen ook een voedingsschema bezorgde voor de bijvoedering met natvoer die tijdens de kweek met regelmaat van de klok moet gebeuren. Deze vochtbron kan, wat blijkt uit eerder proeven, bijna elke plantaardige reststroom zijn die op het bedrijf vrijkomt, behalve rauw tomatenloof, want dat is toxisch voor de wormen.
Bij Agrokom te Oostnieuwkerke werd onder de komkommergoten een opstelling van 10 kweekbakken aangebracht. Telers Nico en Michiel Perneel voederen de insecten sindsdien met snoeiafval en afgekeurde vruchten en merken een voorspoedige ontwikkeling. Het onderhoud van de kweek kost volgens Nico minder arbeid dan initieel gedacht, wat perspectief biedt voor de toekomst.
Bij Geert Neerinck (NEEGRO) te Ingelmunster kwam een piloot van 60 kweekbakken te staan onder de tomatengoten. Deze moet per cyclus van grofweg 10 weken in staat zijn om 120 kg meelwormen op te leveren. De opvolging gebeurt er samen met Kristof Debal die bij Geert het aardbeienbedrijf leidt. Uit een tussentijdse meting blijkt dat de wormen sneller groeien dan initieel vooropgesteld. Mogelijks kan hier dus na 9 weken al geoogst worden.
Langs de ringweg in Roeselare vinden we sinds kort ook bij TOMCO meelwormen terug. Bedrijfsleider Zeger Coghe en verantwoordelijke biologie Jesse Biesbrouck volgen er samen de 50 kweekbakken op en zorgen dat de meelwormen regelmatig nieuwe tomaten te verslinden krijgen. Bij deze installatie was het nodig het LT-warmtenet wat zijwaarts te herpositioneren. De integratie van dat net in de insectenkweek en zijn eventuele meerwaarde kan onderdeel vormen van toekomstig onderzoek.
De laatste twee piloten werden begin maart opgeleverd. Wim Saelens (HUSAGRO) engageert zich om een opstelling van 50 bakken te onderhouden onder zijn tomatenteelt te Langemark. Bij Wim schuiven de helft van de bakjes in de lengte in hun kastje, de andere helft in de breedte. De eerste optie laat toe meer meelwormen per lopende meter te oogsten, maar houdt risico in naar een vlotte bijvoedering gezien sommige bakjes telkens voorbij de warmtebuizen moeten schuiven. Leuk dat Wim voor ons de vergelijking wil maken.
Tenslotte plaatste ook Marc Lambrecht een opstelling op zijn paprikabedrijf GEMAPA te Nevele. Samen met teeltverantwoordelijke Mathias Willemijns werd een atypisch systeem aangebracht van slechts één bak hoog, aangezien de goten onvoldoende ruimte lieten om bakken te gaan stapelen. De investering in kastjes werd uitgespaard en in plaats daarvan werden de bakken afgedicht met vliegenhor. Zo kunnen ongewenste bezoekers zoals knaagdieren of vallend snoeisel toch geweerd worden. Ook hier konden de kleine meelwormpjes direct na installatie al beginnen smullen van lekkers, namelijk afgekeurde groene paprika's.