Verschillende beregeningstechnieken uitgetest bij voor-opkomstirrigatie
De droge en schrale weersomstandigheden van afgelopen weken hinderen actueel de kieming en opkomst van recent gezaaide kleinzadige groenteteelten. Op sommige percelen blijkt voor-opkomstirrigatie reeds onvermijdelijk voor een optimale kieming en opkomst. Binnen het demonstratieproject 'KIEM' evalueren we verschillende technieken, zoals bandirrigatie, irrigatie met een sproeiboom en beregenen met de klassieke haspel en kanon.
Proeven op praktijkpercelen
Op diverse praktijkpercelen worden momenteel door Inagro, Viaverda en Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant verschillende beregeningstechnieken uitgetest en geoptimaliseerd bij de voor-opkomstirrigatie van onder meer wortelen, pastinaak, uien en witloof.
Belangrijke aandacht bij deze evaluatie gaat uit naar de naar de uniformiteit en intensiteit van het beregenen en het daarbij horende risico op verslemping en korstvorming. Daarnaast wordt ook geëxperimenteerd met verschillende irrigatiehoeveelheden en monitoren we nauwgezet de opkomst van het gewas.
Bandirrigatie
Een eerste techniek, onder meer toegepast op een praktijkperceel pastinaak, is gebaseerd op het principe van bandirrigatie. Hierbij worden enkel de stroken (rijen) beregend waar er werd gezaaid.
Per werkgang doseerden we bovenop de rug zo’n 3,5 mm. Belangrijk voordeel is dat deze techniek weinig windgevoelig is en dat een fijne druppel zorgt voor een optimale uniformiteit. Bovendien kan er tot 50% water bespaard worden. De investeringskosten zijn beperkt aangezien dergelijk toestel zelf eenvoudig geconstrueerd kan worden door een klassiek spuittoestel om te bouwen met enkele extra buizen, verbindingsstukken en straalkoppen.
Bij een kleinschalige constructie kunnen er bijvoorbeeld reeds 4 rijen per werkgang worden beregend. Op grotere schaal kan dit ook uitgebreid worden naar 8 of 12 rijen, op voorwaarde dat er een voldoende grote watertank beschikbaar is. Idealiter wordt elke werkgang 2 à 4 keer herhaald in een tijdspanne van 2 dagen, wat deze vorm van voor-opkomstirrigatie uiteraard wel vrij arbeidsintensief maakt.
Uit een eerste opkomsttelling bleek de toepassing van bandirrigatie op het pastinaakperceel zeker nuttig.
- In de zone waar er op 17-18 april in totaal 3 passages van 3,5 mm werden uitgevoerd, registreerden we op 30 april reeds een gemiddelde gewasopkomst van 35%.
- In de niet-beregende controle waren slechts 18% van de plantjes al zichtbaar.
Komende weken worden de weersomstandigheden en de opkomst op dit perceel verder opgevolgd.
Sproeiboom
In de praktijk wordt bij voor-opkomstirrigatie vaak ook gebruik gemaakt van een sproeiboom. Deze kan zowel gekoppeld zijn aan een haspel, ofwel gemonteerd worden op een watertank.
Voordeel van een sproeiboom is de grotere werkbreedte en hogere watergift per werkgang. Een correcte dosering en gebruik van de juiste sproeikoppen is echter cruciaal. In de proefopzet streefden we naar een dosering van 5 à 6 mm per werkgang (vollevelds).
Haspel en kanon
De klassieke haspel en kanon is uiteraard ook een valabele optie. Belangrijke voorwaarde is wel dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de uniformiteit van beregenen (o.a. sterke gevoeligheid voor wind).
Daarnaast is het risico op mogelijke verslemping/korstvorming, rekening houdend met het bodemtype en de voorgeschiedenis van het perceel, vaak doorslaggevend bij de keuze om al dan niet te beregenen met een kanon. Op slempgevoelige gronden wordt alvast aangeraden om de ‘grofheid’ van de druppels en de intensiteit van beregenen aan te passen.
Demonstratiemomenten
De behaalde resultaten op alle opgevolgde praktijkpercelen zullen later dit seizoen worden toegelicht tijdens een demonstratiemoment. Hierbij wordt eveneens de mogelijkheid voorzien dat telers (en loonwerkers) die zelf machines hebben geconstrueerd en/of aangepast hun ideeën kunnen delen met collega’s.
Meer info?
Dit onderzoek wordt uitgevoerd in kader van het demonstratieproject ‘KIEM’, gefinancierd door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij met medefinanciering door de Europese Unie. Inagro coördineert het project en werkt hiervoor samen met Viaverda en Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant.
