Rassenproef knolselder: bruinverkleuring bepaalt geschiktheid voor versnijderij
Momenteel is Prinz het enige standaardras om knolselder te leveren aan de versnijderijen. De laatste jaren wordt er regelmatig gevraagd welke nieuwere rassen net zoals Prinz geschikt zijn voor deze afzetmarkt. Bij de oogst op 20 november konden we duidelijke rasverschillen naar bruinverkleuring vaststellen, dit zowel bij versnijden één, vijf als twaalf dagen na de oogst. Alpha, Prinz en Elena behaalden de beste resultaten, kort gevolgd door Balena.
Moeilijke start
Door het natte voorjaar kon er pas worden uitgeplant op 5 juni 2024. Dat had samen met wat gewasremming om het onkruid onder bedwang te krijgen tot gevolg dat de knolontwikkeling pas eind augustus op gang kwam. Daarom werd een eerste oogst pas uitgevoerd op 20 november en was het niet meer mogelijk om onder droge omstandigheden te oogsten. De stukgewichten waren eerder laag en stegen ook niet veel door anderhalve maand later te oogsten op 8 januari. Elena behaalde op beide oogsttijdstippen wel duidelijk de hoogste stukgewichten.
Minder bruinverkleuring na rusten van de knol
Bij beoordeling van de bruinverkleuring vier uur na versnijden zijn de resultaten algemeen beter als je de knol eerst wat hebt laten ‘rusten’ na de oogst. Daarom werden de knollen versneden één, vijf en twaalf dagen na de oogst. Er was dan ook minder vlug bruinverkleuring bij versnijden vijf en twaalf dagen na oogst in vergelijking met versnijden één dag na oogst.
Meer zijscheuten dan in andere jaren
Naar knolkwaliteit toe valt op dat later oogsten meer kans heeft op knollen met meerdere koppen en ondergroei. Dat heeft dan ook een direct gevolg op de beoordeling van de knolvorm (hoogrond). Codex had het meeste last van ondergroei. Vorming van zijscheuten kwam afgelopen seizoen meer voor dan anders en dat opvallend veel bij Yara. Naar inwendige holheid toe hebben we vijf rassen die weinig tot geen holheid hebben: Boston, Calgary, Codex, Dukiz en Markiz. Codex en Dukiz hebben wel iets meer last van inwendige stippen. Inwendig grijsrot (boorgebrek) was in het algemeen zo goed als niet aanwezig in deze proef.