Protocol over het gebruik van gewassensoren in veldexperimenten
Door gewassensoren in te zetten voor de beoordeling van experimenten, kan onderzoek opgeschaald worden van kleine percelen naar veldschaal. Dat kan landbouwers stimuleren om met de nodige kennis eigen testen op te zetten. Met de projectpartners van INNO-VEG stelden we een protocol op met info over het gebruik van gewassensoren in veldexperimenten. Dit omvat ook het beheer en de interpretatie van gegevens.
Meer dan zestig veldexperimenten als basis
De informatie uit het protocol is gebaseerd op de resultaten van meer dan zestig veldexperimenten, uitgevoerd in 2019 en 2020, in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België en Nederland. Daarin vergeleken we traditionele veldmetingen - manuele oogst of metingen van opbrengst en gewaskwaliteit op een oogstmachine - met gewasdetectiegegevens via sensoren. De experimenten beantwoorden de belangrijkste vragen over het gebruik van gewasdetectie in veldexperimenten. Denk aan:
- de toepasbaarheid van gewasdetectie bij gewastypen met verschillende groeipatronen (bijvoorbeeld wortelgewassen in vergelijking met bladgroenten),
- het gebruik van verschillende gewassensoren en vegetatie-indices,
- de timing van de metingen,
- en eventuele aanvullende eisen voor "ground truthing" om de spatiale gewasgegevens te kalibreren.
We willen telers laten zien dat ze eenvoudige volleveldexperimenten kunnen opzetten om nieuwe benaderingen te testen, zoals variëteiten, technieken voor optimale gewasgroei of meststoffenbeheer.
Eva Ampe
onderzoeksleider precisielandbouw, Inagro
Experimenten bij vollegrondsgroente
De experimenten vonden plaats in een aantal groepen tuinbouwgewassen, waaronder aardappelen, kolen, uien, sla, wortelen, erwten en de komkommerfamilie. Prioritaire onderzoekgebieden, zoals bodembeheer, gewasvoeding, cultivar-evaluatie en gewasbescherming kwamen aan bod. Zo evalueerden we de geschiktheid van gewasdetectiegegevens voor de beoordeling van behandelingsverschillen in veldexperimenten.
