Netwerk van West-Vlaamse bezoekboerderijen viert jubileum
Het West-Vlaamse netwerk van bezoekboerderijen heeft een feesthoed op. Al twintig jaar krijgen landbouwers die klassen, gezinnen en verenigingen laten kennismaken met het leven op de boerderij ondersteuning van Provincie West-Vlaanderen en onderzoeks- en adviescentrum Inagro. Tijdens het feestjaar staan we daar regelmatig bij stil. Eind april vond de voorjaarsreceptie voor bezoekboerderijen plaats én begin mei sneden we de feesttaart symbolisch aan tijdens een klasbezoek.
Feestelijke voorjaarsreceptie voor bezoekboerderijen
Kwaliteit, innovatie, promotie en netwerking: tijdens de feestelijke voorjaarsreceptie op 26 april namen we de vier pijlers van het netwerk voor bezoekboerderijen onder de loep. In een interactief onthaalmoment kon elke landbouwer zijn of haar mening uiten over de infonamiddagen, lerende netwerken, promotiekanalen en -campagnes en netwerkmomenten.
In een plenair gedeelte blikten we terug op de voorbije 20 jaar én keken we vooruit naar de nabije toekomst. Lieven Louwagie en Greet Ghekiere brachten in naam van het kabinet landbouw en de directie van Inagro een mooi woordje over het belang van de bezoekboerderijen als vertegenwoordigers van de sector die de band met de burgers dichter aanhalen en zo een belangrijke rol spelen in meer begrip voor de sector.
Uiteraard klonken we vervolgens op het jubileum van ons netwerk. “Samenkomen in april is niet zo evident, maar we maakten hier graag tijd voor. We hebben er altijd zo’n deugd van om andere landbouwers met een bezoekboerderij te ontmoeten”, getuigde Kaat Vandepitte van ‘t Glazen Huis.
Persmoment op 't Goed ter Heule
Op donderdag 5 mei sneed gedeputeerde voor land- en tuinbouw Bart Naeyaert de verjaardagstaart symbolisch aan op ‘t Goed ter Heule. De klassen van juf Ann en meester Ruben van basisschool Sint-Theresia in Kortrijk waren er die dag te gast. Dat hun bezoek wat feestelijker was dan gewoonlijk, was helemaal geen probleem. “We zijn toevallig erg goed in het eten van taart”, lachte juf Ann, die al meermaals met haar klas naar een boerderij trok. “Een boerderijbezoek is sowieso een hele belevenis voor de leerlingen. Het feest is een kers op de taart!”
Ervaringsgericht leren is net iets waar scholen nog steeds naar streven. En daar werkt Justine Dewitte van ’t Goed ter Heule net als heel wat andere gastheren en gastvrouwen graag aan mee. “Hoe vroeger we kinderen kunnen tonen hoe gewassen groeien, hoe groter het bewustzijn in hun latere leven zal zijn. Veel van onze bezoekers komen uit de stad. Het loont de moeite om hen een hedendaagse blik op landbouw te bieden. Tonen waar voedsel vandaan komt en welke inspanningen nodig zijn, doet de waardering voor ons beroep groeien”, vertelde ze op 5 mei.
Belang van het netwerk
“Het netwerk bewijst zich nog elke dag”, vertelt Muriël Derycke, die als adviseur landbouweducatie bij Inagro het eerste aanspreekpunt is voor de leden van het netwerk. “Onze ondersteuning maakt landbouwers sterker en zekerder in hun rol als gastheer en gastvrouw. Tegelijk bieden we een kwaliteitsgarantie aan de bezoekers.” De bezoekcijfers tonen aan dat een boerderijbezoek een succesrecept is. Zo noteerde Inagro intussen bijna 10.000 geregistreerde klasbezoeken, goed voor gemiddeld 600 bezoeken per jaar. Ruim 230.000 leerlingen maakten al kennis met het boerderijleven. “Die ondersteuning versterkt de boer-burgerrelatie, biedt een kwaliteitsgarantie aan bezoekers én maakt een boerderijbezoek financieel haalbaar voor scholen”, klinkt het bij Inagro.
Ook bezoekboerderij worden?
Extra financiële steun via PDPO-project Iedereen BOER
In de sterk veranderende samenleving dragen educatieve acties, waarin beleving en authenticiteit vooropstaan, bij aan de verbondenheid en het vertrouwen tussen boer en burger. Inagro en Westtoer professionaliseren landbouwers tot creatieve toeristisch-recreatieve ondernemers. Tot eind 2022 krijgen ze daarvoor extra financiële steun via PDPO. Door de activiteiten bij landbouwers in kaart te brengen en intensief te promoten en het begeleidings-model bij te sturen, versterken ze de boer-burgerrelatie en vergroten ze de kennis over en het respect voor de boerenstiel en voeding. Dat draagt bij aan een socio-economisch vitaal platteland.
