Mengteelt mais/sorghum biedt mogelijkheden in ons huidige onvoorspelbare klimaat
Sorghum houdt niet van nat en kil blijkt uit onze rassenproef 2024. De eerste zaaiing kwam slecht op. Bij de herzaai eind juni was het warmer en kende de sorghum daarentegen een vliegende start. Door de late zaai, rijpte het gewas moeilijk af. De mengteelt maïs-sorghum verraste positief.
Mengteelt mais/sorghum
Ondanks de mooie opbrengsten die we vorig jaar met onze rassenproef sorghum op het perceel haalden, luidde de conclusie dat sorghum nog niet aan mais kan tippen wat betreft voederwaardeopbrengst per hectare. Daarop beslisten we om dit jaar een object mengteelt mais/sorghum mee in de rassenproef op te nemen.
- We kozen ervoor om beide in een 50:50 verhouding te zaaien.
- Bij herzaai (25 juni) kende de teelt een goede opkomst.
- Er werd voor de eerste keer ingezaaid op 4 juni, maar toen kwam er slechts 40% van de sorghumzaden tot ontwikkeling. Vermoedelijk was dit grotendeels het gevolg van te koude weersomstandigheden. Sorghum heeft namelijk een voldoende hoge bodemtemperatuur nodig om mooi tot ontwikkeling te kunnen komen.
Wat betreft ontwikkeling deden beide gewassen, met name in de mengteelt, het zeer goed naast elkaar.
Veilige keuze in een onvoorspelbaar klimaat
Door beide componenten te mengen, hopen we meer oogstzekerheid in te bouwen.
- Sorghum is namelijk een droogtetoleranter gewas ten opzichte van mais, doordat het dieper wortelt. In extreem droge jaren, waarin de mais onder de hitte zou kunnen bezwijken, zou sorghum de opbrengst daardoor nog enigszins kunnen redden.
- De mais zorgt er op zijn beurt dan weer voor dat de voederwaarde in de mengteelt wordt verzekerd door het aanbrengen van voldoende zetmeel. Sorghum heeft algemeen een lager zetmeelgehalte dan mais. En in een koud en nat seizoen heeft dit gewas dan weer meer moeite om tot afrijping te komen.
Een mengteelt zou dus een veilige keuze kunnen zijn bij onvoorspelbare weersomstandigheden. Een gegeven waar we de laatste jaren steeds meer mee te maken krijgen.
Moeizame afrijping door natte weersomstandigheden en laat zaaitijdstip
De natte weersomstandigheden, gecombineerd met een zeer laat zaaitijdstip, zorgden ervoor dat de sorghumrassen afgelopen jaar algemeen veel moeite hadden met afrijpen.
- Hierdoor konden de rassen zowel qua opbrengsten alsook wat betreft voederwaarde hun potentieel moeilijk waarmaken.
- Dit weerspiegelt zich in een algemeen laag droge stof percentage van gemiddeld slechts 22%. Idealiter wordt er geoogst en gekuild aan DS% van om en bij de 36%. In deze proef halen we zelfs met mais nog geen 26%. Door de natte najaarsomstandigheden en kans op vorst moest de teelt echter van het veld, en had langer wachten, met een groot risico op ziektedruk, weinig zin.
Er werd geoogst op 6 november.
Een kleine ton DS/ha meeropbrengst met mengteelt
In deze proef zorgde een mengteelt voor een kleine ton DS/ha meeropbrengst ten opzichte van hetzelfde sorghumras dat in monoteelt werd verbouwd (zijnde Nutri-Honey). In vergelijking met zuivere maisteelt, boeten we wel nog steeds zo’n 2 ton DS/ha in wat betreft DS-opbrengst[1].
[1]Het is wel belangrijk te vermelden dat mais buiten proef werd gezaaid en daardoor niet in herhalingen werd aangelegd. Er werd bijgevolg geen statistiek op deze cijfers toegepast, en ze dienen louter indicatief geïnterpreteerd te worden.
Net als vorig jaar zien we tussen sorghumrassen onderling een groot verschil in opbrengst. Lupus bracht significant minder op dan de andere rassen, maar deed het qua voederwaarde wel beter. Dit ras is getypeerd door zijn hoge RE-gehalte.
Beste voederwaarde met een mengteelt van mais en sorghum
Opvallend is de absolute voederwaarde van de mengteelt mais:sorghum in vergelijking met een zuivere maisteelt.
- Met een VEM-waarde van 940 en een zetmeel gehalte van 358 g/kg DS scoort de mengeelt nagenoeg identiek aan de monoteelt mais.
- Het gehalte aan fermenteerbaar organisch stof (FOS), een maat voor pens energie, ligt wel beduidend hoger.
- Net als vorig jaar, scoort een monoteelt van mais nog steeds het beste wat betreft voederwaardeopbrengst per hectare omwille van de hogere DS-opbrengsten.
Een lagere zaaidosis bij een mengteelt, leidt tot een verlaagd aantal maisplanten. Daarnaast heeft sorghum een tragere begin ontwikkeling en groeit het niet echt ‘agressief’. Daardoor krijgen de maisplanten meer ruimte om zich te ontwikkelen, en kan er meer energie naar de kolf t.o.v. vegetatieve groei. Dit weerspiegelt zich in een hogere energiewaarde, maar een lager opbrengstcijfer.
- Roy Kuenen - Productmanager Ruwvoer bij DSV zaden -
De aanhouder wint
Komend seizoen plannen we opnieuw een sorghumproef in. Of we dit jaar wel succes hebben om het droogtetolerante karakter van sorghum in beeld te brengen, dat valt echter nog af te wachten.