Kick-off ALTER-PEAT: veenarme teeltsubstraten voor sierteelt, zachtfruitteelt en champignonteelt
Op woensdag 8 november ging de eerste begeleidingsgroep van het project ALTER-PEAT door te Inagro. Binnen dit vier jaar durende VLAIO-LA traject wordt als doel gesteld veenarme teeltsubstraten te ontwikkelen voor de sierteelt, de zachtfruitteelt en de champignonteelt.
Startvergadering met begeleidingsgroep
Veen wordt in deze teelten op vandaag nog veelvuldig ingezet omwille van zijn goede fysische, chemische en biologische eigenschappen, maar vanuit duurzaamheidsoogpunt - CO2-vrijstelling, afname biodiversiteit in veenmoerassen,... - dringt een reductie van het veengebruik zich op (GreenDeal, Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2023).
Partners Inagro, PCH, PCS, ILVO en PCfruit informeerden de leden van de begeleidingsgroep tijdens de bijeenkomst over de projectdoelstellingen, de werkpakketten en het beoogde plan van aanpak. Dankzij hun complementaire expertise is het geloof in het slagen van dit ambitieuze project groot. Met 43 aanwezigen uit verschillende stakeholdergroepen (onderzoekers, telers, toeleveranciers, beleid,...) kon het project bij de aanvang alvast op grote interesse rekenen!
'De vraag naar veenarme teeltsubstraten komt sneller binnen dan de antwoorden'
Tijdens de 'tour de table' werd het duidelijk dat zowel substraat- en biomassaleveranciers als teeltvoorlichters en telers een grote behoefte hebben aan veenarme teeltsubstraten. Vooral in de sierteelt komen 'de vragen naar veenarme of zelfs veenvrije teeltsubstraten sneller binnen dan de antwoorden'.
Iedereen beseft wel dat de uitdaging groot is en dat het niet gemakkelijk wordt om het veen te vervangen. Het bundelen van de krachten tussen de onderzoekers en de leden van deze unieke begeleidingsgroep uit de substraatsector zal ongetwijfeld leiden tot nieuwe en innovatieve veenarme teeltsubstraten voor onze telers.
STAP1: ALTER-PEAT matrix
De eerste stap in dit project is het opstellen van een ALTER-PEAT matrix. Hierin zullen de potentiële veenvervangers gekarakteriseerd worden. Daarna zullen de selecties voor de praktijkproeven volgen.
Bart Vandecasteele (ILVO) stelde zijn plan van aanpak voor aan de begeleidingsgroep. Naast de fysico-chemische eigenschappen werd het snel duidelijk dat o.a. ook de BESCHIKBAARHEID, de BEWAARBAARHEID en de (CONSTANTE) KWALITEIT van de alternatieven belangrijke parameters zijn om niet uit het oog te verliezen.