Het OptiWAIE-project zet alternatieve waterbronnen op een rij
Toenemende droogteperiodes en een stijgende waterbehoefte zorgen voor grote uitdagingen in de glastuinbouwsector. Het OptiWAIE-project onderzoekt hoe alternatieve waterbronnen kunnen bijdragen aan een duurzame waterhuishouding in de glastuinbouw. In Proeftuinnieuws 9 van 9 mei wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de bevindingen en aanbevelingen uit het project op vandaag.
Droogte en watertekorten
Lange droogteperiodes kunnen leiden tot watertekorten in de glastuinbouw. Hoewel telers hemelwater verzamelen, kan dit in sommige gevallen tijdens droogte onvoldoende zijn om aan de waterbehoefte te voldoen, vooral bij belichte teelten die meer water vergen. Alternatieve waterbronnen kunnen hier een oplossing bieden.
Interne en externe waterbronnen
Telers kunnen kiezen uit verschillende interne en externe waterbronnen. Interne bronnen zoals condenswater van warmtekrachtkoppelingen (WKK) en terugspoelwater van filters zijn continu beschikbaar en kunnen het hele jaar door worden gebruikt. Externe bronnen zoals oppervlaktewater en proceswater van de groenteverwerkende industrie vereisen vaak logistieke investeringen, maar kunnen waardevolle ad-hoc oplossingen bieden tijdens droogteperiodes.
Kwaliteit en geschiktheid van waterbronnen
Het OptiWAIE-project heeft verschillende waterbronnen geanalyseerd op kwaliteit en geschiktheid voor gebruik in de glastuinbouw:
- WKK condenswater: hoewel condenswater weinig nutriënten bevat, bevat het wel metalen en minerale oliën zoals ijzer, chroom en nikkel. Daarom wordt aanbevolen om condenswater te filteren met een serie filters (voorfilter, actieve koolfilter en ionenwisselaarshars) om deze verontreinigingen te verwijderen.
- Terugspoelwater van filters: dit water bevat vaak nuttige minerale voedingsstoffen maar er moet aandacht besteed worden aan de microbiële belasting. Ook bevat het een verhoogd organisch stof- en zwevende stofgehalte. Extra zuivering met banddoekfilters of andere systemen om het water minder troebel te maken, is nodig.
- Oppervlaktewater: heeft een neutrale pH en lage EC-waarde, maar kan ballastzouten en micro-organismen bevatten. Ontzoutingstechnieken kunnen interessant zijn om toe te passen. Daarnaast kunnen er in de zomer captatieverboden gelden vanwege blauwalgen of lage waterstand.
- Proceswater van de groenteverwerkende industrie: bevat veel nutriënten en ballastzouten. Ontzouting kan in dit geval nodig zijn. Doordat proceswater al veel nutriënten bevat is er minder marge om minerale meststoffen toe te voegen om het voedingsrecept in te vullen. Daarom wordt deze bron best in lagere hoeveelheden ingemengd in de teelt.
Resultaten praktijkproef Agrotopia
In een praktijkproef met belichte winterteelt tomaat werden verschillende verhoudingen gezuiverd maar ongefilterd en niet-ontzout proceswater toegepast. Het gebruik van 10% proceswater had geen effect op de opbrengst, terwijl 30% proceswater leidde tot een lagere lengtegroei en opbrengst. Belangrijk aandachtspunt is om de samenstelling van proceswater te kennen en het meststofschema aan te passen, evenals de EC van de drain regelmatig te controleren om zoutophoping te voorkomen.
Alternatieve waterbronnen kunnen dus potentieel bieden binnen de glastuinbouw, op voorwaarde dat de kwaliteit en samenstelling van het water goed worden beheerd. Het project toont aan dat met de juiste technieken en voorzorgsmaatregelen, telers hun waterhuishouding kunnen optimaliseren en beter bestand zijn tegen droogteperiodes.