Eerste vogelstoppels tonen potentieel, maar ook pijnpunt
Graanstoppels trekken in de winter heel wat akkervogels aan. Laat ze liggen tot na het broedseizoen en heel wat soorten vinden er mogelijks ook voedsel en nestgelegenheid in die cruciale periode. Een kansrijke maatregel voor akkervogels, maar wat zijn de landbouwkundige gevolgen van deze langere periode van braakligging? Lees hieronder en in een uitgebreider rapport over onze ervaringen met de eerste experimentele 'vogelstoppels'.
Graanstoppels als winterse oase
Overwinterende graanstoppels zijn een meerwaarde voor akkervogels. Soorten als veldleeuwerik, patrijs en gele kwikstaart kun je vaak op en rond deze graanstoppels spotten:
- Graanresten en zaden van de vele spontaan opgekomen 'onkruiden' in deze stoppels zijn een welgekomen bron van wintervoedsel wanneer er elders nog amper iets te rapen valt.
- Op de kale bodem kunnen akkervogels gemakkelijk rondlopen op zoek naar eten.
- Door de stoppels zijn ze goed gecamoufleerd.
Ondanks dat velen het belang van graanstoppels voor akkervogels onderstrepen, komen ze steeds minder voor in het landschap. Na de oogst worden ze doorgaans in sneltempo bemest, geploegd en ingezaaid met een vanggewas.
En wat na de winter?
Ook in het daarop volgende voorjaar en broedseizoen kunnen onbewerkte graanstoppels waardevol zijn voor akkervogels. Hun open structuur van bloeiende kruiden en heropslag van granen trekt heel wat insecten aan en voorziet een veilig plekje om eventueel te nesten. Dit leek in het verleden alvast het geval waar graanstoppels per toeval iets langer bleven aanliggen in het broedseizoen en zo heel wat akkervogels aantrokken.
Het langer laten aanliggen van een graanstoppel is daarom al een bestaande beheerovereenkomst voor akkervogels in het Verenigd Koninkrijk en ook in Nederland wordt hiermee geëxperimenteerd.
Eerste Vlaamse 'vogelstoppels'
Is dit ook in Vlaanderen een kansrijke maatregel voor akkervogels? Dat het een relatief eenvoudige maatregel is zonder ingewikkelde maaischema's en af te voeren beheerresten is alvast mooi meegenomen. In het VLM beheergebied voor akkervogels in Sint-Denijs (Zwevegem) experimenteerden we in de periode 2021 - 2023, weliswaar op beperkte schaal, met deze innovatieve akkervogelmaatregel die we 'vogelstoppels' zijn gaan noemen.
Een vogelstoppel is dus een graanstoppel die na de oogst blijft liggen en dit minstens tot en met het einde van het broedseizoen het jaar nadien (15 juli). In de praktijk betekent dit dat het perceel voor ongeveer één jaar uit productie genomen wordt en braak ligt. In die periode wordt ook geen bemesting of gewasbescherming toegepast.
Vogelstoppels onder de loep
Vanuit landbouwkundig standpunt zijn er alvast een aantal kritische bedenkingen mogelijk bij het aanleggen van vogelstoppels. Door verkennend met deze akkervogelmaatregel aan de slag te gaan, probeerden we volgende concrete vragen te beantwoorden:
- Hoe evolueert de vegetatie op een vogelstoppel en wat met probleemonkruiden?
- Wat is de impact op het nitraatresidu in de bodem?
- Welke vogelsoorten maken tijdens de winter en het broedseizoen gebruik van vogelstoppels?
Twee landbouwers, projectpartners Inagro en Boerennatuur Vlaanderen en vrijwillige vogelkijkers van Vogelwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen gingen samen op zoek naar antwoorden. De afgelopen twee jaar werden elk jaar twee vogelstoppels van telkens een halve hectare aangelegd en opgevolgd.

Enkele voorzichtige conclusies
Enkele conclusies na twee proefjaren:
- Vogelstoppels kunnen mee roteren met de jaarlijkse teeltrotatie en vragen geen extra werk, waardoor ze praktisch goed inpasbaar zijn.
- Gevreesde problemen met hoge onkruiddruk bleken in de praktijk goed mee te vallen. Een aandachtspunt is om geen percelen of zones te kiezen die in het verleden al problemen met onkruiden vertoonden.
- Het laten liggen van graanstoppels, zonder het inzaaien van een vanggewas, gaf in drie van de vier proefvelden aanleiding tot overschrijdingen van de drempelwaarde voor restnitraat. De (nochtans uitbundige) heropslag van granen was niet voldoende om het achtergebleven nitraat op te nemen. Dit is meteen ook het grootste pijnpunt van de maatregel dat moet aangepakt worden.
- Een eenmalige oppervlakkige grondbewerking na de oogst om de stoppel te 'breken' en de vegetatie en het reliëf interessanter te maken voor akkervogels was hier geen meerwaarde en werkte problemen met restnitraat mogelijks extra in de hand door een verhoogde remineralisatie.
- De doelsoorten veldleeuwerik, kneu en graspieper maakten in de winter regelmatig gebruik van de vogelstoppels.
- De vogelstoppels deden in het broedseizoen goed hun werk als maatregel voor broedvogels zoals veldleeuwerik, gele kwikstaart en kwartel.
Voor een diepgaandere onderbouwing, als voor ondersteunend en inspirerend beeldmateriaal verwijzen we je door naar het uitgebreide rapport.
Deze conclusies zijn gebaseerd op een beperkte proefopzet van twee vogelstoppels en slechts twee proefjaren. Bijkomend onderzoek op grotere schaal is nodig.
Volgende stappen
Naast verder ecologisch en landbouwkundig onderzoek en opschaling, is het ook nodig om de mogelijkheden en knelpunten op beleidsvlak verder uit te spitten. De vogelstoppel is met het huidig GLB-instrumentarium nog niet inzetbaar, maar zou in de toekomst als ecoregeling, beheerovereenkomst of als extra optie binnen het verplichte niet-productief areaal ingezet kunnen worden.
Dit onderzoek wordt verdergezet in het Leader project 'Boost voor Boer, Bodem en Biodiversiteit'. Daar kijken we onder meer of ook maisstoppels in aanmerking komen als vogelstoppel en of een doorzaai van een graanstoppel met een vanggewas de bezorgdheden op vlak van nitraatresidu kan wegnemen, zonder dat de stoppel inboet aan habitatwaarde voor akkervogels.
Meer info?
