Controleer je perceel op wollige slawortelluis
De wollige slawortelluis (Pemphigus bursarius) is één van de plaaginsecten bij witloof. Via het waarnemings- en waarschuwingssysteem kunnen we de populatie opvolgen. De ontwikkelingscyclus van de wollige slawortelluis is complex. In de winter verblijft dit insect op haar primaire gastheer, de populier. Vanaf de lente en vroege zomer vliegen ze uit en koloniseren ze onder andere witloofwortels. In de grond kunnen ze zich vermenigvuldigen. In de herfst komen ze terug naar boven en keren ze terug naar hun primaire gastheer.
Gevleugelde individuen vanaf 500 daggraden, larven vanaf 750
De vlucht naar de witloofwortels kunnen we ongeveer voorspellen aan de hand van een daggradenmodel. Wanneer 500 daggraden (°D) bereikt wordt, verwachten we gevleugelde individuen terug te vinden in onze gele vangbakken. Dit jaar werd vanaf 21 mei de vlucht verwacht, de vroegste datum in de laatste tien jaar. De vangbakken stonden nog niet op alle referentiepercelen waardoor we niet veel data hebben vanaf die datum. De week nadien werden effectief wollige slawortelluizen teruggevonden.
Eenmaal 750 °D wordt bereikt, is de vlucht naar de witloofwortels theoretisch gedaan. Vanaf 19 juni verwachtten we een daling in het aantal gevangen insecten en dat was inderdaad het geval. Er werden geen gevleugelde wollige slawortelluizen meer waargenomen, maar dit wil niet zeggen dat ze niet aanwezig zijn op de percelen. De larven zitten namelijk in de grond en kunnen daar schade aanrichten.
Weinig gevangen, toch veel schade?
Het aantal wollige slawortelluizen dat werd waargenomen in de vangbakken was relatief laag. Maar één enkel insect is wel in staat zich voort te planten, waardoor er nu toch aanzienlijk veel larven aanwezig kunnen zijn in de bodem. Hun schade is voornamelijk waar te nemen in droge jaren. Door hun toedoen hebben de wortels lagere wortelgewichten en een lagere inhoud wat zorgt voor minder opbrengst in de forcerie.
Aangezien de larven onder de grond schade kunnen aanrichten, is dit niet altijd visueel zichtbaar. Bij een grotere populatie is wit schimmelpluis aan de wortels te zien. Vaak kun je hierin ook geelwitte larven zien voortbewegen. In een verder stadium is hun schade ook bovengronds waar te nemen. De bladeren kleuren rood en lijken ook neergestreken. Bij het uittrekken van wortels is dan zeker wit pluis waar te nemen.
Check je percelen
Het is heel belangrijk dat je je percelen controleert, want de schade kan aanzienlijk zijn. We kennen dit jaar geen lange droge periodes, maar desondanks hebben we op sommige percelen toch al veel schade waargenomen. Een behandeling kan dus aangewezen zijn, als die nog niet is uitgevoerd. Via het waarnemings- en waarschuwingsbericht en onze gewasbeschermingsapp kunnen behandelingen worden geraadpleegd.