Bodemvochtgehalte meten zonder sensoren op het veld? Bekijk hier onze resultaten!
Om in te schatten wanneer irrigatie nodig is, is het handig om het bodemvochtgehalte van je percelen te kennen. Inagro testte vorig jaar IrriWatch (van Hydrosat) uit. Dit platform schat het bodemvochtgehalte in aan de hand van satellietbeelden en gewasmodellen.
We deelden vorig jaar al enkele eerste resultaten. Nu kunnen we de analyse van vijf velden delen: twee aardappelpercelen, een spinazieperceel en twee witloofpercelen. Bij deze percelen schaften we een IrriWatch-abonnement aan, plaatsen we een bodemvochtsensor (Pessl Instruments) en namen we regelmatig bodemvochtstalen.
Sensoren meten verschillende parameters
Onze sensoren meten, net zoals een weerstation, luchttemperatuur, neerslag en relatieve vochtigheid. Daarnaast meten ze in de bodem ook de bodemtemperatuur, het bodemvochtgehalte en de zuigspanning. Bij Inagro gebruiken we deze sensoren vooral om de neerslag op te volgen en trends in het bodemvochtgehalte te zien. Is het bodemvochtgehalte aan het dalen of aan het stijgen? Om nauwkeurige resultaten te krijgen, is een correcte installatie van groot belang. De bodem moet mooi aansluiten rond de sensor en de regenmeter moet netjes blijven.
Daarnaast moeten de sensoren onderhouden worden, vervangen we regelmatig kapotte onderdelen en lieten we de software updaten.
Dagelijks nieuwe kaarten met IrriWatch
Het IrriWatch-platform kent geen onderhoudskosten, voorkomt herstellingen en sluit mogelijke verkeerde installaties uit. Je koopt een jaarabonnement en krijgt heel die periode dagelijks nieuwe kaarten. Met sensoren ontvang je actuele informatie over de toestand, terwijl je met IrriWatch altijd een dag achterloopt en uitsluitend de data van gisteren krijgt. Maar er is ook een groot voordeel: je krijgt een bodemvochtkaart van het volledige perceel en kan zo de veldvariabiliteit kan zien.
IrriWatch versus sensoren
We verzamelden van elk aardappelveld en het spinazieperceel een mengstaal uit een specifieke zone en bepaalden in het labo het bodemvochtgehalte. In die zones plaatsten we ook de bodemvochtsensoren. Opvallend is dat de resultaten van de sensoren en IrriWatch volledig andere trends tonen op de aardappelpercelen. Voor het spinazieperceel zien we wél vergelijkbare trends. Het bodemvochtgehalte bij IrriWatch komt beter overeen met de waarden gemeten in de bodemvochtstalen dan met de waarden van de sensor.

We controleerden of de veldvariabiliteit van IrriWatch overeenkomt met de werkelijkheid door enkele stalen te verzamelen op specifieke punten in de witloofpercelen.
- Op het eerste witloofveld tonen de eerste twee IrriWatch-beelden een opvallend natte plek, die ook zichtbaar is in de resultaten van de bodemvochtstalen.
- Op 14 oktober (beeld rechts) zien we dat de bodemvochtstalen opnieuw een hoog bodemvochtgehalte aangeven op deze specifieke plek, terwijl het IrriWatch-beeld dit niet bevestigt.
- Op het ander witloofperceel zien we op 23 juli geen grote verschillen in het bodemvochtgehalte volgens IrriWatch (waarden variëren tussen de 16 en 19 procent, beeld links). Het staal in het westen van het veld zou volgens het platform in een iets nattere zone moeten liggen, maar valt juist lager uit dan de andere stalen.
- Op het beeld van 11 september (midden) zien we dat het bodemvochtgehalte van de stalen binnen hetzelfde bereik valt als op het IrriWatchbeeld.
- Vanaf de herfst constateren we bij beide witloofvelden een onderschatting van het bodemvochtgehalte op de IrriWatch-beelden (beeld rechts).
IrriWatch dichter bij correcte waardes
Om neerslag, temperaturen en trends in bodemvochtgehalte te monitoren, biedt een sensor een goede optie. Toch tonen deze kleinschalige testen dat de bodemvochtwaarden vaak afwijken van andere meetmethoden.
Het bodemvochtgehalte dat door IrriWatch wordt aangegeven, komt beter overeen met de waarden die we in het labo hebben verkregen. Maar de tijdstrends komen niet altijd consistent overeen.
Grote variaties in bodemvochtgehalte binnen een veld waren duidelijk zichtbaar op de IrriWatch-kaarten. Bij kleinere verschillen komt de veldvariatie echter niet altijd overeen met de resultaten van de stalen.