Bodemverdichting vaststellen en verhelpen
Bodemverdichting vaststellen
Het is heel belangrijk om te weten als er bodemverdichting aanwezig is. Daarvoor kan je eenvoudig zelf de test doen met een prikstaaf. Heb je dit niet? Geen paniek, dit kan je eenvoudig zelf maken. Neem een ijzeren staaf van ongeveer 1 m, maak aan de ene zijde een punt en aan de andere zijde een handvat. Trek tussen eind oktober en begin april het veld in om mogelijke verdichting vast te stellen. De bodem moet vochtig genoeg zijn om verdichting te kunnen meten: door droogte kan je onbetrouwbare metingen verkrijgen.
Werkwijze: Duw op verschillende plaatsen in het veld de staaf met een hand met constante snelheid de grond in. Als je merkt dat je dit niet met een constante snelheid kan doen, en een weerstand voelt, dan heb je te maken met verdichting. Op deze diepte voer je dan een diepe grondbewerking uit. Heb je geen verdichting, dan is het zinloos om een diepe grondbewerking van meer dan 30 cm uit te voeren.
Door met grotere banden te rijden, realiseer je een mindere insporing. Om de bodemstructuur te behouden, is je bandenspanning maximum 1 kg/cm². Hogere bandenspanningen maken galerijen van regenwormen kapot!
Franky Coopman
Adviseur Inagro
Mijn bodem is verdicht, wat nu?
Een diepe grondbewerking mag je niet zomaar op ieder tijdstip uitvoeren. Afhankelijk van het teeltsysteem ploegen of niet kerende grondbewerkingen, zijn er een aantal aandachtspunten:
Ploegen
In een systeem waar er geploegd wordt, dan gebeurt de diepe grondbewerking altijd in de zomer tot najaar. De ondergrond dient voldoende droog te zijn om geen versmering te krijgen. De diepe grondbewerking gaat maar enkele centimeter dieper dan de verdichte laag, en bij voorkeur wordt gelijktijdig een gewas ingezaaid met een sterk en diep wortelstelsel om deze breukvlakken te doorgroeien. Ideale gewassen zijn bv. bladrammenas of wintergranen. Bij afsterven dan de wortels, gaan deze wortelgangen open blijven waardoor water- en luchtinfiltratie en doorworteling van het hoofdgewas optimaal kunnen verlopen.
Niet-kerende grondbewerking
Ook wanneer er niet geploegd wordt, wordt bij voorkeur in de zomer tot het najaar een diepe grondbewerking uitgevoerd indien noodzakelijk. Anders dan bij ploegen wordt er in dit systeem altijd bovenop gereden. Dus in het voorjaar kan er al een diepere grondbewerking uitgevoerd worden, maar de kans op lichte versmering blijft hier dan wel ook bestaan. Daarom wordt in niet kerende omstandigheden later gestart met veldwerkzaamheden ten opzichte van een geploegd systeem. Bij niet-kerende grondbewerking wordt er steevast een diepere grondbewerking uitgevoerd in het voorjaar. Zonder verdichting situeert deze diepe grondbewerking zich rond de 20 à 25 cm.
Inzaai volggewas
Als je niet meteen een gewas inzaait na een diepe grondbewerking, bestaat het risico dat het fijne bodemmateriaal dat aan de oppervlakte ligt, in de breukvlakken kan gaan instromen met de neerslag. Hierdoor krijg je slemp in de bodem en verstik je de bodem als het ware.