Biologisch uitgangsmateriaal

Stap voor stap vooruit met biologisch zaaizaad
Als biologische teler ben je in principe verplicht om biologisch teeltmateriaal te gebruiken. Is dit niet beschikbaar, dan kan je ook omschakelingsmateriaal gebruiken. Hiervoor is geen ontheffing nodig. Voor sommige gewassen is een uitzondering mogelijk en kan je gangbaar, niet-chemisch behandeld zaaizaad gebruiken. Hiervoor komt elk najaar een expertengroep samen om de verschillende gewassen in drie niveaus in te delen.
- Gewassen met voldoende kwalitatief aanbod behoren tot niveau 1. Het gebruik van biologisch teeltmateriaal of omschakelingsmateriaal is dan verplicht. Een ontheffing is uitzonderlijk mogelijk voor gebruik in onderzoek, voor kleinschalige proeven of voor de instandhouding van een ras.
- Gewassen met een zwak aanbod worden ingedeeld in niveau 3. Voor deze gewassen volstaat een eenvoudige melding.
- Gewassen die niet op de lijst van niveau 1 of niveau 3 staan, behoren tot niveau 2. Voor deze gewassen moet een ontheffingsaanvraag door de teler gemotiveerd worden. De controle-organisatie oordeelt dan of deze aanvraag al dan niet terecht is.
Een vergunningsaanvraag en een melding kan je als teler indienen op de website van OrganicXseeds.
Groeiend aanbod op OrganicXseeds
- Korrel- en kuilmais staan sinds 2020 op de lijst van niveau 1. Koolrabi en butternutpompoen zijn ook voorbeelden van teelten waar het gebruik van biologisch uitgangsmateriaal of omschakelingsmateriaal verplicht is.
- Voor teelten als venkel, bataat en voederbieten is er nog niet voldoende aanbod. Zij behoren tot niveau 3.
- Onder andere aardappel en prei staan op niveau 2. Voor deze gewassen is reeds een mooi aanbod beschikbaar.
Op de databank OrganicXSeeds kan je nagaan of het gewenste biologische teeltmateriaal of omschakelingsmateriaal beschikbaar is. Is een gewas te vinden op de databank, dan ben je verplicht om dit biologisch uitgangsmateriaal of omschakelingsmateriaal te gebruiken, ongeacht het niveau.
Naar 100% biologisch teeltmateriaal
De doelstelling is om in de toekomst enkel nog biologisch plantaardig teeltmateriaal te gebruiken. De vooropgestelde einddatum voor ontheffingen is 2035.
Sinds 1 januari 2022 kan ook biologisch heterogeen materiaal gebruikt worden. ‘Heterogeen’ wil zeggen dat het niet moet voldoen aan de definitie van een ras. Op deze manier wordt meer genetische diversiteit behouden. Dit is onder andere belangrijk voor een voldoende groot aanpassingsvermogen van planten om zich te beschermen tegen steeds evoluerende ziekte- en plaagpopulaties.
Biologische telers hebben nu ook het recht om teeltmateriaal te gebruiken dat ze op het eigen bedrijf geoogst hebben. De gewassen zijn zo beter aangepast aan de lokale omstandigheden. Voor beschermde rassen kan mogelijks wel een geldelijke vergoeding nodig zijn. Dit kan enkel bij zaadvaste rassen, niet bij hybride rassen.
Biologisch, da's logisch?
Teeltmateriaal is biologisch als de moederplant tenminste één generatie onder biologische omstandigheden groeit. Voor meerjarige teelten is dit tenminste twee teeltseizoenen. Het is dus biologisch vermeerderd, maar niet noodzakelijk biologisch veredeld. In de toekomst ziet men dit graag anders.
Gangbare rassen worden gecreëerd met voldoende toevoer van nutriënten uit onder andere kunstmest en met chemische bestrijdingsmiddelen om ziekten, plagen en onkruid af te weren. Zo zijn ze niet aangepast aan biologische teeltomstandigheden. Daarom hebben we graag rassen die specifiek veredeld zijn voor de biologische landbouw. Zo kan de focus in het veredelingsproces meer liggen op efficiënt gebruik van water en nutriënten, resistentie tegen ziekten en plagen, onkruidonderdrukkend vermogen, smaak,...
Biologische veredeling maakt gebruik van veredelingstechnieken die overeenstemmen met de principes van biologische landbouw in gecertificeerde veredelingsprogramma’s.