Welke triticale rassen onderscheiden zich bij late zaai en in een nat seizoen?- biologische rassenproef
Een uiterst natte herfst in 2023, gevolgd door een sombere natte en warme winter zorgde afgelopen seizoen voor een uiterst late zaai van triticale. Alle triticale-rassen in proef kwamen in die mindere omstandigheden relatief goed op (gemiddeld 79%), maar door het late zaaitijdstip, het ontbreken van zon en door het vele vocht groeiden en ontwikkelden de rassen niet optimaal en was er meer ziektedruk. De gemiddelde opbrengst was met 4,8 ton/ha eerder slecht en een stuk lager dan voorgaande jaren (omgerekend naar 15% vocht).
Uiterst late zaai
De rassenproef werd aangelegd op een biologisch perceel van veehouders Johan Boussemaere en Isabel Delanote (Lo-Reninge). De voorteelt in 2023 was maïs. Zaai was voorzien voor eind oktober/begin november 2023, maar gebeurde pas veel later op 3 februari 2024 (net na ploegen en in combinatie met diepwoelen en rotoreggen). Sinds half oktober was het te nat geweest zonder enige mogelijkheid om in redelijke omstandigheden te zaaien. De winter was somber, nat en warm met weinig vorst.
Zeven rassen
Zeven variëteiten maakten deel uit van de rassenproef.
- Het zaaizaad van de rassen was biologisch.
- Zaai gebeurde aan een zaaidichtheid van 440 zaden/m2.
- Om te anticiperen op een slechtere opkomst en groei werd de standaard volle dosis van 400 zaden/m2 met 10% verhoogd.

Resultaten rassenproef
Goede opkomst
De opkomst was met gemiddeld 79% goed ondanks de natte/koude omstandigheden. Presley kwam met gemiddeld 87% het best op. RGT Rutenac had met gemiddeld 66% de slechtste opkomst. De verschillen waren door een relatief grote variatie in het opkomstcijfer echter niet significant.
Algemeen weinig uitstoeling maar duidelijke groeiverschillen
Algemeen was de uitstoeling beperkt. De meeste uitstoeling zagen we half april bij Bikini en Bonjour. Het ras dat significant de minste uitstoeling liet zien, was RGT Rutenac.
Bikini en Bonjour waren de snelste groeiers in het begin van de teelt. Ook Bicross groeide initieel goed en zette dit het sterkst door. Presley startte daarentegen traag en bleef uiteindelijk ook klein.
Kleurverschillen
- Voornamelijk de rassen die wat trager aan de groei waren (Presley en RGT Rutenac) toonden half april een ietwat donkerdere kleur. De rest was bleker.
- Begin mei was Presley nog altijd het ‘gezondst’ van kleur. Bonjour die het snelst groeide, was visueel het lichtst gekleurd. Dit wees mogelijk op nood aan stikstof. De bodem was erg nat en door de koude voorjaarstemperaturen was er nog weinig mineralisatie en bijgevolg was de stikstofbeschikbaarheid initieel hoogstwaarschijnlijk beperkt.
Roest en septoria, graanhaantjes, kamille en klaver
De vochtige omstandigheden waren ideale omstandigheden voor de ontwikkeling van ziektes. De verschillende triticale rassen toonden zich desondanks voor een stuk weerbaar.
- De gezondste rassen leken Bonjour en Bicross te zijn.
- Het meest ziektegevoelig ras leek Kitesurf.
Tijdens de teelt was ten slotte overal graanhaantje aanwezig (piek eind mei/half juni) die de bladeren oppervlakkig beschadigde. Het is gekend dat de ongunstige omstandigheden van late zaai en dunne stand het schaderisico doen toenemen.
Waar het graan minder goed ontwikkeld was, groeide veel kamille en opslag van klaver.
Probleemloze aarvorming ondanks de late zaai
Om in aar te komen heeft triticale voldoende dagen met koude nodig (vernalisatie, optimaal tussen 3 en 10 °C). Ondanks de late zaai van de triticales, kwamen alle rassen in aar.
- Bonjour ontwikkelde het snelst, gevolgd door Bicross (foto hiernaast: links) en Bikini.
- Presley was de enige die eind mei nog niet in aar was (foto hiernaast: rechts).
- Ook RGT Rutenac was wat trager in ontwikkeling.
Relatief vlotte afrijping
- Kitesurf, Bonjour en Bicross rijpten het snelst, gevolgd door Bikini.
- De rassen Brehat, Presley en Rutenac waren het traagst.
De uiteindelijke omslag naar meer droog en warm weer in juli zorgde ondanks de eerder moeilijke omstandigheden voor een relatief vlotte afrijping en probleemloos dorsen.
Kort stro
Het stro was door de late zaai en de weersomstandigheden met gemiddeld 101 cm maar liefst 27 cm of 21% korter dan vorig jaar .Door de het korter stro bleef legering dit jaar algemeen uit.
- Bicross was met 116 cm lang stro het meest vigoureus.
- Brehat en RGT Rutenac groeiden met gemiddeld 106 cm eveneens lang uit.
- Het kortste ras was Presley: gemiddeld 82 cm.
Tabel: Planthoogte en aarlengte (cm) op 13 juli (bovenaan). Onderaan de verschillende rassen net voor oogst.

Magere oogst
Er werd bij gemiddeld 14,6% vocht geoogst. Het vochtgehalte varieerde van 14,4 % (Bikini) tot gemiddeld 15% (Presley). Door een combinatie van late zaai, weinig zon, continu regen en een relatief hoge ziekte- en plaagdruk werd dit seizoen slechts gemiddeld 4,8 ton/ha geoogst (omgerekend naar 15% vocht, figuur 4). Dit was ondermaats in vergelijking met voorgaande jaren.
- Bikini was met gemiddeld 5,3 ton/ha het meest productieve ras.
- Met gemiddeld 5,1 ton/ha scoorden de rassen Brehat, Presley en Bonjour ook bovengemiddeld.
- Met Kitesurf en RGT Rutenac werd de kleinste hoeveelheid van het veld gehaald: gemiddeld 4,4 ton/ha afgerond.
