Update lijst van nieuwe erkende driftreducerende technieken en doppen
Driftreductie wordt steeds belangrijker in het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Er is niet alleen de verplichting vanuit IPM regelgeving (75% sinds 2023 en 90% vanaf 2026), maar ook bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen wordt steeds vaker een hoog driftreductiepercentage vereist om te voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen in de omgeving terecht komen.
De lijst van erkende driftreducerende doppen en -technieken was daarom na vijf jaar toe aan een update. Er zijn in die tijd namelijk heel wat nieuwe doppen én driftreducerende spuittechnieken op de markt gekomen. Een werkgroep van Vlaamse, Waalse en federale onderzoekscentra en overheden werkten daarom deze herziening uit.
Driftreducerende doppen
Voor de update van de lijst driftreducerende spuitdoppen werd het driftreductiepercentage van erkende doppen uit Nederland, Duitsland, UK en Frankrijk overgenomen. Voorwaarde was dat het driftreductiepercentage bij 3 bar overgenomen wordt, in overeenstemming met de Belgische standaard. Op basis daarvan zijn er een aantal doptypes maar ook enkele dopmerken bijgekomen op de lijst. In de kleine dopmaten (ISO03 en ISO04) zijn een zeer beperkt aantal doppen bijgekomen op de lijst.
Driftreducerende technieken
Wat de spuittechnieken betreft, zijn er wel heel wat vernieuwingen. Er zijn niet alleen technieken bijgekomen op de lijst maar er is ook een duidelijkere omschrijving van de technieken toegevoegd. Op die manier wordt het duidelijker waar de betreffende techniek moet aan voldoen om binnen de driftreductieklasse te vallen.
Erkende driftreducerende spuittechnieken
1. Afgeschermde spuitboom (50% DR)
Een afgeschermde spuitboom stond al op de lijst maar nu is het duidelijker dat de afscherming moet bestaan uit een flexibele of vaste plaat aan de voor- en/of achterzijde van het spuitboom. De plaat hangt vast gemonteerd en beslaat de volledige breedte van de spuitboom. De hoogte van de afscherming bedraagt minstens 30cm gemeten vanaf de opening van de spuitdoppen. De dopafstand is 50cm en de spuitboomhoogte is maximaal 50cm boven het gewas/grond.
2. Sleepdoek (75% DR) - NIEUW
Een sleepdoeksysteem zoals de Wingssprayer is een uitbreiding op die afgeschermde spuitboom. Bij een sleepdoeksysteem wordt over de volle breedte van de spuitboom een kunststofplaat bevestigd die kan scharnieren aan de spuitboom. De sleepdoek houdt altijd contact met het gewas of de grond en is de dopafstand maximaal 33cm. De hoogte tussen de spuitdoppen en het gewas bedraagt nooit meer dan 20cm. De functie van een sleepdoek is het volledig afschermen van de spuitdoppen zodat de wind geen vat meer krijgt op de druppels, het opentrekken van het gewas zodat de driftgevoelige druppels dieper in het gewas terecht komen en om de spuitdoppen op gelijke hoogte boven de grond/gewas te houden.
3. Luchtondersteuning (75% DR)
De systemen met luchtondersteuning bestaan uit een actief luchtondersteuningssysteem waarbij de lucht met hoge snelheid en volume vlak achter/voor de spuitdoppen egaal neerwaartse verdeeld wordt over de volledige boombreedte. Deze luchtstroom voorkomt dat de wind kan inspelen op de fijne spuitdruppels én transporteert de fijne druppels naar het gewas/grond.
4. Gereduceerde dopafstand en spuitboomhoogte (75% DR) - NIEUW
Een spuittoestel met een dopafstand van maximaal 33cm dat spuit met een maximale spuitboomhoogte van 30cm is vanaf nu erkend als driftreducerende techniek. Verlaging van de boomhoogte heeft een sterk positief effect op driftreductie doordat de spuitdruppels een kortere afstand afleggen en de wind dus veel minder invloed heeft op het wegwaaien van spuitdruppels. Belangrijk detail is dat deze techniek verplicht moet gecombineerd worden met een boomhoogtecontrolesysteem zoals een automatische boomstabilisatie met sensoren. Dit om de lage boomhoogte te garanderen.
5. Rijen- of beddenspuit (75% DR)
Een rijen- of beddenspuit wordt ingezet in akkerbouw- of vollegrondsgroenteteelten of als onkruidbestrijding in fruit- en bomenteelt. Bij een rijen- of beddenspuit worden stroken op of tussen de gewasrijen bespoten en wordt er niet vollevelds gespoten. Eén of meerdere doppen per bed/strook zijn mogelijk en de doppen mogen onder een hoek geplaatst worden.
6. Spuit onder overkapping (90% DR)
Deze techniek heette in de vorige versie 'overkapte rijen- of beddenspuit' en is nu hernoemd om een breder gamma aan (geautomatiseerde) spuiten onder te brengen. Belangrijk is dat de volledige spuitbreedte overkapt is en dat de spuitboom en spuitkap één geheel zijn. Wat de spuitkap betreft moet de zijkant volledig gesloten zijn en mag er aan de voor- of achterzijde ruimte zijn om het gewas te laten passeren. De open ruimte moet minimaal zijn en de afstand van de kap tot gewas of bodem is maximaal 20cm.
Combinatie van technieken en doppen
Net zoals in de vorige lijst zijn combinaties van spuittechnieken en spuitdopppen mogelijk. Een combinatie van erkende doppen met een erkende techniek resulteert in een hogere driftreductieklasse. Op de lijst, die je op Fytoweb vind, kan je makkelijk de techniek-dop combinatie opzoeken om het overeenkomstig driftreductiepercentage af te lezen.