Overwinterende groenbedekker in Polder?
In polders wordt meestal gewinterploegd, zodat in het voorjaar de percelen makkelijker zaaiklaar te leggen zijn. Daardoor blijft de bodem de hele winter onbedekt, wat nadelig is voor de bodemkwaliteit (net als ploegen).
Binnen het project PolderOntploegd bekijken we samen met 12 polderlandbouwers niet-kerende bodembewerkingen in de Polders. Krijgen we de zware kleigrond voldoende fijn zonder winterploegen en met overwinterende groenbedekkers?
Zaaitijdstip cruciaal voor groenbedekkers
De eerste veldtesten vonden plaats bij de deelnemers van PolderOntploegd. Ze legden verschillende velden aan, waarop ze de groenbedekker in het najaar lieten staan, zoals bij landbouwer Bert. Bij Bert wordt het extra uitdagend want op deze percelen komen vroege teelten zoals suikerbieten en vlas.
Om het effect van de groenbedekkers op de bodemstructuur en -verkruimeling te meten, bezochten we Bert in november en februari. In de winter bewerkte Bert deze velden op verschillende manieren:
- sommigen stukken bleven staan,
- anderen werden enkel gerold,
- nog anderen werden heel intensief bewerkt.
Twee van de drie percelen waren bestemd voor suikerbieten, het andere voor vlas. Op bijna alle percelen werd voor de zaai van de groenbedekker diepgrondbewerking uitgevoerd met een drietand, behalve op één suikerbietenperceel. Daar zagen we dat de bodem veel vaster lag en de wortels van de groenbedekker moeilijker hun weg vonden. Waar wel was gediepgrond, zagen we dat de wortels in het najaar de gevormde breukvlakken al mooi openhielden. Op deze percelen wordt nog niet zo lang niet-kerend gewerkt, een diepe grondbewerking blijft momenteel dus nodig.
Daarnaast bleek het zaaitijdstip van de groenbedekker een grote invloed te hebben:
-
Zaai op 22 augustus resulteerde in groenbedekkers tot net boven de knie in november.
-
Zaai eind juli leverde planten op tot aan de middel – een verschil van maar liefst een halve meter!
Elke dag telt in de zomer. Bovendien bleef op het perceel waar sneller na de tarweoogst werd gezaaid, de duist beter onderdrukt. Op alle percelen was het bodemleven sterk aanwezig en was de bodem al redelijk verkruimeld.
Winterbewerkingen
suikerbieten
Tijdens en voor de winter voerde Bert verschillende winterbewerkingen uit en concludeerde dat voor suikerbieten de groenbedekker het beste:
- enkel gerold wordt voor de winter
- gevolgd door een cultivatorbewerking op de vorst
Door het rollen komt de groenbedekker in contact met de bodem, wat het bodemleven stimuleert en de vertering op gang brengt. Na het rollen kan de vorst beter in de bodem doordringen. De wortels blijven tot de vorst aanwezig, wat het bodemleven en de verkruimeling bevordert. Een voorwaarde is wel dat de groenbedekker vroeg genoeg gezaaid werd. Te korte planten veren snel terug na het rollen.
Op percelen waar nog maar recent niet-kerend wordt gewerkt, blijft de grond in het voorjaar langer nat als er enkel wordt gerold. Daarom geeft Bert bij suikerbieten de voorkeur voor een extra cultivatorbewerking op de vorst. Bij langdurige niet-kerende bewerking zou rollen mogelijk voldoende zijn. Dit wordt verder onderzocht binnen PolderOntploegd.
vlas
Voor vlas lijkt een klepel- en cultivatorbewerking vóór de winter nodig. Dit kan veranderen naarmate de bodem robuuster wordt. Andere bewerkingen vóór de winter raadt Bert af, omdat het voor verslemping zorgt. Dat effect zagen we duidelijk op percelen die vóór de winter intensiever bewerkt waren: we zakten er sneller weg.
Dit bevestigt dat minder bodembewerking in de winter een beter resultaat kan opleveren.
Onbewerkte groenbedekker
Op een klein deel van het perceel bleef de groenbedekker volledig staan. Daar stierf die ondertussen vanzelf redelijk af, buiten, op het eerste zicht, de deep-till rammenassen. Bij verdere inspectie zagen we dat deze makkelijk kapot vielen, en vanbinnen volledig rot waren, zie foto hiernaast.
Vergelijking met geploegd perceel
Begin februari vergeleken we de bewerkte velden met een perceel in de buurt dat werd gewinterploegd. Daar zagen we dat:
- de bovenlaag goed was verkruimeld door de vorst, maar de bodem bleef veel natter en plakkeriger.
- bij belasting zakten we sneller weg. Hier zal je met machines om zaaiklaar te leggen ook direct in de bodem zakken en versmering en verdichting creëren.
- De ondergeploegde oogstresten waren nog duidelijk zichtbaar, met blauwverkleuring als teken van zuurstoftekort. (zie foto hiernaast)
- De kruimelstructuur was slecht: kluiten bleven volledig aan elkaar kleven (links op de foto). In tegenstelling daarmee viel de bodem op de percelen waar de groenbedekker bleef staan beter uit elkaar. De kluiten bevatten organische materie, wormen en wortels, die de structuur en beluchting verbeterden (rechts op de foto)
Bert was tevreden met de vooruitgang, maar benadrukt dat een robuuste bodemstructuur opbouwen een werk van lange adem is.
Blijf op de hoogte van de verdere stappen in PolderOntploegd!
