Opvolging praktijkpercelen diverse aardappelrassen
Tijdens het groeiseizoen van 2022 volgen PCA en Inagro, in samenwerking met Pibo Campus, BDB en de Vlaamse Overheid, ruim 50 Vlaamse praktijkpercelen op. Dit is ondertussen al een jarenlange traditie. Dit jaar worden de rassen Amora, Sinora, Bintje, Fontane en Challenger opgevolgd.
De percelen met vroege rassen liggen vooral ten noordwesten van Roeselare (Eernegem, Kortemark, Koekelare, …) en op de provinciegrens tussen Tielt en Deinze. De late rassen liggen verspreid in Vlaanderen van de kust tot in Limburg, van de Vlaamse Ardennen tot de Kempen.
Proefrooiingen
Afhankelijk van het belang van elk van de rassen worden deze praktijkpercelen twee tot vijf keer bemonsterd tijdens het groeiseizoen. Onze Waalse collega's van Fiwap en Carah doen eveneens proefrooiingen in de rassen Fontane, Challenger, Bintje en Innovator. Samen kunnen we een goede inschatting maken van de opbrengst en kwaliteit van de belangrijkste rassen in België.
Voor de start van de vele bemonsteringen wordt op elk veld de exacte plantafstanden gemeten en het aantal stengels per struik geteld. Info over de gebruikte potermaat en de plantdatum werden verzameld bij de deelnemende landbouwers.
Hieronder verneem je alvast meer over de gebruikte potermaten, afstanden en aantal stengels per struik.
Vroege rassen
Tijdens het groeiseizoen van 2022 volgen PCA en Inagro het vroege ras Amora en het halfvroege ras Sinora op (telkens acht percelen). We starten de proefrooiingen in de eerste week van juli en nemen stalen om de tien dagen om de evolutie van de opbrengst en kwaliteit op te volgen.
De gemiddelde plantdatum van het vroege ras Amora lag dit jaar op 31 maart. Er werd enkel groot pootgoed gebruikt. Het aantal stengels per struik varieerde weinig naargelang de poter werden gesneden (2,8 stengels per struik) of niet (3,1). De plantafstand bedroeg gemiddeld 37 cm in de rij.
Halfvroege rassen zoals Sinora werden dit jaar rond 11 april geplant. Ook bij dit ras werd hoofdzakelijk gebruik gemaakt van grote potermaten. Door het pootgoed te snijden, werden minder stengels per struik geteld.
Late rassen
Omdat een aanzienlijk aandeel van de telers nog steeds Bintje blijft planten, bepalen we nog altijd op twee tijdstippen de opbrengst en kwaliteit op een aantal praktijkpercelen.
Het groter areaal van Challenger en zeker van Fontane leiden ertoe dat van deze late frietrassen respectievelijk vier en vijf staalnames plaatsvinden. De proefrooiingen starten eind juli.
Deze late variëteiten werden geplant rond 19 april. Planten verliep vlot zonder veel oponthoud door de weersomstandigheden. Zowel de kleinere potermaten 28/35 mm als de grotere maten 35/45 mm en 35/50 mm werden gebruikt. In het algemeen geldt dat hoe groter de poter, hoe meer stengels per struik.